Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten
(1712)–E. Verrijke– Auteursrechtvrij
[pagina 55]
| |
Zy zullen duuren.DEez' groenen boom schynt vast en pal
Te staan, voor tyt en ongeval,
Waarom z' een schets der deugd kan geeven.
Die in Gods gunst geworteld staat,
Al 's waerelds rampen wederstaat,
En in der eeuwigheit zal leven.
DE Cipres heeft dien aard, dat zyn hout niet aan de bederving onderworpen is; de worm kan hem niet beschadigen, zo | |
[pagina 56]
| |
lang hy in de grond staat; en de strengheit des winters, nog de hette des zomers, konnen hem van zyn schoone groen berooven, 't welk hem zoo vermaakelyk voor ons gezicht maakt. Hierom is 't, dat de Ouden dezen boom aan Pluto toeheiligden, en 'er de graven meê vercierden, om 'er de onsterffelykheit door te kennen te geeven, welke de overleedene genooten. Maar boven al stelden zy hem voor, als een afbeeldzel van de bestendigheit, zoo ter oorzaak van zyn gestaadige groenigheit, als door zyn onbedervelykheit, dewelke hem tegen al de jaargetyden in veiligheit stelt. Indien deze Afgodische volkeren zulken liefde voor deze edele deugd hadden, met wat yver moeten wy ze dan zoeken, in den dienst van den waaren God? Ons (zeg ik) die de belooning van een eeuwige glory alleenlyk tot de oeffening en de betragting moet brengen, van 't geen een heilige eerzucht zo behoorlyk vleid. Maar, op dat deze bestendigheit volmaakt mag weezen, moet ze niet zyn, als die der Heidenen, dewelke zyn kragt niet van boven trekkende, van geen geduurzaamheit kon zyn, noch 't verderf myden, 't welk ze eindelyk ter neder heeft geworpen: ze moet in de tegenheden haar toevlugt tot hem neemen, die ze kracht geeft, en ons gemoed in de gevoeligste smerte verkwikt. 't Is door dit middel, dat ze zich in de hoogste voorspoet kan matigen, en in tegenspoet kan gehard, en staande blyven. Dus | |
[pagina 57]
| |
mag men ze door haar ongevoeligheit tegen 't kwaad, en haar onwrikbaarheit in de gevaaren, by de Cypres vergelyken, die niet vreest voor de strengheit der jaargetyden, en den ouderdom, als de andere planten, aan de bederving onderworpen. |
|