[Voorwoord]
MIJN WEERDE VRIEND,
Dikwijls hebbe ik mogen bespeuren door U, hoe ons aardig volk vol slapende krachten zit, vol droomend goed, vol wachtend kwaad, vol wordenden vrede, vol dwingenden spijt, vol lust, vol wee, vol veerdig leven.
Ik brenge U wat ik hier en daar gevonden hebbe en gezien: eenen Regenboog; en hope dat gij hem goedwillig en genietend zult bekijken.
Groete genegen en hoogachtend.
HUGO VERRIEST.