Vermeylen's opstel: La Poésie Flamande de 1880
à 1910, opgenomen in: Histoire de la
Littérature Flamande. Conférences organisées par la Ligue de
l'Enseignement, sous les Auspices de l' Administration Communale, à l'Hôtel de
Ville de Bruxelles. Gand, 1913, blz. 46.
blz. 554: Il ne m'en faut pas...
Vertaling van Albrecht Rodenbach's gedicht: Macte Animo.
(Gedichten). Opgenomen in: Histoire de la Littérature Flamande
(zie hierboven), blz. 46.
blz. 555: Les Etoiles.
Vertaling van Hélène Swarth's gedicht: Sterren. (Poëzie).
Opgenomen in: Histoire de la Littérature Flamande (zie
hierboven), blz. 48-49.
blz. 556: Ce qui me reste de vie...
Vertaling van Prosper van Langendonck's gedicht: 'k Wou
laten... (Gedichten). Opgenomen in: Histoire de la Littérature
Flamande (zie hierboven), blz. 51.
blz. 557: Pluie de Printemps.
Vertaling van René de Clercq's gedicht Lenteregen. (Gedichten,
1907). Opgenomen in: Histoire de la Littérature Flamande (zie
hierboven), blz. 52-53.
blz. 558: De mens grift namen in het boek der
tijden...
Vrije bewerking (1915) naar een gedicht van Grégoire Le Roy: L'homme
grave des noms au livre de l'histoire... (Le Roy's vierregelige strofen
werden door Vermeylen tot een sonnet omgewerkt). Afgedrukt op een programma voor
de plechtige prijsuitdeling van de scholen der stad Brussel.
blz. 559: Bénissez ce soir, mon Dieu...
Vertaling van Karel van de Woestijne's gedicht: Zegen deze' avond,
God... (Het Vaderhuis). Verschenen in Nord. Cahiers
littéraires trimestriels publiés sous la direction de Franz Hellens, 3e cahier, 1930, blz. 248.