Aantekeningen bij Twee Vrienden
Voor dezen roman maakte Vermeylen niet minder dan drie - op ver van elkaar
afliggende tijdstippen neergeschreven - ontwerpen. Het eerste, gedateerd begin
November 1897, draagt als titel De Vrienden en was, zoals door
den schrijver in zijn nawoord bij de eerste uitgave van het werk medegedeeld,
reeds ‘tot in onderdelen uitgewerkt.’ Het eerste hoofdstuk, waarin de personages
onder andere namen dan in de definitieve versie optreden, werd toen reeds
grotendeels geredigeerd.
Het tweede plan, eveneens onder den titel De Vrienden, ontstond
tussen 18 Juni en 8 Juli 1902. In een zestiental bladzijden van Vermeylen's
gedrongen schrift wordt het verloop van de uiterlijke en innerlijke handeling in
een tien korte kapittels omvattend schema uitgestippeld. Hierop volgt een (reeds
na een tweetal bladzijden stopgezette) nieuwe redactie van het eerste hoofdstuk.
Het derde ontwerp, begonnen op 1 October 1919, en waarboven voor het eerst als
titel Twee Vrienden voorkomt, bedraagt slechts iets meer dan
twee grote pagina's en is in telegramstijl gesteld. Op de voorstelling van de
personages volgt de beknopte maar zeer overzichtelijke en scherp geformuleerde
opgave van de uiterlijke en psychologische gebeurtenissen, zoals ze zich sinds
het huwelijk van Frans jaar na jaar afspelen. Tijdens het tiende jaar krijgt het
verhaal zijn beslag.
Geschreven werd de roman - naar Vermeylen's eigen aanduiding in het reeds
geciteerde nawoord - in de maanden Maart tot September 1941 en Mei tot November
1942.
Twee Vrienden verscheen in 1943 bij A. Manteau N.V. te Brussel
(260 blz.); gelijktijdig werd een goedkope volksuitgave (224 blz.) in den handel
gebracht. Een ongewijzigde herdruk werd door dezelfde uitgeversmaatschappij
bezorgd in 1948.