Een Slachtoffer
Parijs 26 Augustus [1932]
De abonnés van Figaro, oude en nieuwe aristocratie van blazoen, geest en geld, keken vreemd op, toen zij Dinsdag-morgen hun krant openvouwden en een vet-gedrukt artikel lazen van Roland Coty, getiteld ‘Op de toppen van het kwaad’. De zoon en opvolger van François, wiens journalistieke loopbaan wij gevolgd hebben van haar begin tot haar wellicht spoedig einde, brak met ongehoorde heftigheid een lans tegen een volslagen onbekend Roemeensch heerschap, dat ‘schaamteloos de onbezonnen vrijgevigheid exploiteert eener te naïeve vrouw’, die de ‘aanbeden moeder’ is van Roland, de gescheiden echtgenoote van François. Het was choquant voor een edelgeboren publiek en zelfs voor de gewone stervelingen, die zich onder Figaro's lezers bevinden, om de intiemste verdrietelijkheden van hun directeur te hooren bengelen door de groote klok. Daar zij zich niet durfden voorstellen, dat het onbetamelijke dezer openbaarheid aan de familie Coty, ondanks haar bescheiden oorsprong, ontsnapt was, en daar zij zeer wel begrepen, dat juist deze bijzonderheid de familie Coty moest aansporen, om tot het uiterste de noodige vormen te bewaren, konden zij niet anders oordeelen dan dat het heele rek der Damocles-zwaarden, waaronder de autocratische Roi des Parfums zijn laatste maanden verzuchtte, op het punt stond neer te storten. Met andere woorden: dat hij in de klem zat en geen raad meer wist.
Wij kunnen zonder te anticipeeren op de ontknooping van het drama en zonder voortaan een indiscretie te begaan, de behandeling volgen als belangelooze toeschouwers. Het eerste bedrijf speelt in de aanvang onzer eeuw. De jonge Coty, op den burgerlijken stand ingeschreven als Spoturno, treedt derde klas in het huwelijk met Mademoiselle Le Baron. De bruidegom bezit niets dan zijn ondernemingsgeest, zijn werkkracht en het toenmaals origineele idee, dat een liefelijke geur verkocht moet worden in een artistieken flacon. Men zegt, dat hij in deze periode te Marseille veroordeeld is wegens oplichting en hij heeft dit gerucht, ook wanneer het gedrukt wordt, nimmer tegengesproken. Of het praatje berust op waarheid of op leugens, het schaadde hem evenmin als wijlen Aristide Briand, die een vonnis achter den rug had wegens schennis der eerbaarheid. Pekelzonden...
Eén ding staat vast; hij bezit geen rooden duit en de bruid is even rijk. Zij vereenigen twee armoeden en twee energieën, welke te zamen een inkomen bedragen van 75 francs per maand. Zij arbeiden als vennooten en denken er niet aan om te trouwen op huwelijksche voorwaarden. Spoturno voelt, dat zijn naam ongeschikt is om de wereld te veroveren en kiest tot fabrieksmerk den welluidenden naam van zijn moeder: Coty. Maar hij voorziet niet, dat hij binnen twintig jaren milliardair zal zijn. In ieder geval neemt hij geen maatregelen voor deze eventualiteit. Het komt nog minder in zijn hoofd op, dat de liefde hem poetsen kan bakken, dat hij eenmaal geteisterd zal worden door een duivel, dien Paul Bourget teekende in ‘Le Démon de Midi’.
Het tweede bedrijf ontrolt zich tijdens den oorlog en gedurende de eerste wilde jaren daarna. Coty, leider eener voorspoedige industrie, wordt gemobiliseerd, doch een ongeluk maakt hem weldra onbruikbaar voor den krijgsdienst. Terwijl menigeen wanhoopt aan de toekomst eener bij uitstek pacifieke nijverheid, gaat hij met verdubbelden ijver aan den arbeid. ‘Alle reukwerken van Arabië zullen deze bloedvlek niet uitwisschen’, laat Shakespeare een zijner heldinnen zeggen, en Coty, scherper psycholoog dan de meesten zijner concurrenten, bevroedde, dat de krijgvoerende wereld op het bloedbad zou reageeren als Lady Macbeth. Tot de voornaamste takken van oorlogswinst behooren niet enkel munitie, steenkolen en mondvoorraad, maar ook de parfumerieën, waaraan het menschdom oogenblikken van vergetelheid vroeg te midden van den doodendans. Terwijl de kogels janken, overstelpt hij vriend en vijand met ‘Arabische reukwerken’.
Daar splitst zijn leven en zijn weg. ‘Cijfers regeeren de wereld’ heeft hij Goethe laten beweren, niet vermoedend, dat Goethe esoterisch sprak en de cijfers opvatte als pythagoreïsche getallen. François Coty achtte zijn cijfer hoog genoeg, om te wegen op de beslissingen van den Staat. Hij verwarde geld, dat kwantitatief is, met een macht, die kwalitatief is en altijd blijven zal, zelfs in haar vermommingen. Het zijn niet de rijkste noch de meest verspreide kranten die in Frankrijk de publieke opinie fatsoeneeren, doch de kleine, gore partij-bladen, welke men nergens vindt. Zoo overschatte hij den invloed in politieke zaken van Figaro, welke hij kocht en hernieuwde. Hij veroverde met dit orgaan niet eens den begeerden senatorszetel, die zoovelen verwierven, zonder tusschenkomst der groote journalistiek.
Hij zou evenwel geleerd hebben van dit fiasco, wanneer niet de overtuiging van een ‘cijfer’ hem gedreven had; doch een hechter gefundeerde gedachte. Het was een zeer drieste èn bewonderenswaardige poging om het idee Coty alleen met behulp van een massa millioenen in de hersens zijner landgenooten te hameren, en de twee Ami du Peuple, welke hij stichtte en 's morgens en 's avonds bijna kosteloos verbreidde, beantwoordden een poos aan dit ambitieuse doel.
Doch alle millioenen van Coty en zonder twijfel alle schatten der aarde tezamen, vormen geen levensvatbaar programma. Het was een verdienste om te midden der intellectueele wanorde de bolsjewistische stroomingen te remmen. Wij hebben deze campagne genoteerd op Coty's actief. Maar tijdens den recenten verkiezingsstrijd, en sterker nog daarna, bleek onomstootelijk, dat François Coty geen enkel der vermogens bezat, welke zwervende elementen spontaan groepeeren rondom een persoonlijkheid, dat hij geen enkel constructief principe belichaamde. Men kon toen veilig vaststellen, dat zijn invloed niet langer zou duren dan zijn millioenen, en het wekte weinig verwondering, dat een daling zijner inkomsten, consequentie van de crisis, gepaard ging met een vermindering van zijn stuwkracht. Hij had op dat netelige moment niets bereikt dan het burgemeesterschap van Ajaccio, omdat hij niets op redelijke en stevige basis georganiseerd had.
Het is niet zeker, dat deze dynamische, intelligente, maar grillige en dikwijls ongecontroleerde individualiteit zal vallen. Coty zou zich echter stellig zes maanden langer ongerept gehandhaafd hebben in den financieelen storm, hij zou hem misschien ongehavend overmand hebben, wanneer op het beslissende oogenblik van dit derde bedrijf Madame Le Baron niet was opgetreden als Deus ex machina.
Verblind door de hoog-conjunctuur, door gelukkige operaties en waarschijnlijk door de liefde, was de ondiplomatische Corsicaan gescheiden van zijn echtgenoote. Het part van het gemeenschappelijk bezit, dat de vrouw toekwam, beliep vier honderd dertig millioen francs. Van dit kapitale bedrag realiseerde Coty onmiddellijk drie honderd millioen, onttrokken van zijn ondernemingen, en betaalde ze contant. Voor het restant van 130 millioen, vroeg hij eerst langs minnelijken, daarna langs gerechtelijken weg uitstel van betaling, en toen dit geweigerd werd, betaling op termijn. Ook deze gunst werd niet ingewilligd door de rechtbank. Al zou Coty zijn kasteelen, paleizen, huizen, kranten en zelfs zijn fabrieken moeten liquideeren op de onvoordeeligst denkbare voorwaarden, al zou hij zich ruïneeren, geen enkele stap, geen enkele pressie en geen enkele belofte hebben de onbarmhartigheid der vroegere echtgenoote en de onverbiddelijkheid der rechters kunnen vermurwen. Het baatte Coty evenmin, om al zijn geld en al zijn eigendommen te transformeeren in naamlooze vennootschappen.
De procedure en het procédé, waarmee men Coty poogt te breken, zijn wettig. Door het feit echter, dat hij reeds drie honderd millioen in contanten stortte aan zijn verbolgen eega, wordt het rechterlijk vonnis onmenschelijk en onelegant. Een beschuldiging, die Roland Coty formuleert in het vermelde artikel van Figaro, maakt de executie nog geraffineerder en onsympathieker. De millioenen, juridisch afgetroggeld aan François Coty, zouden bestemd zijn om een nieuwe bank te alimenteeren, waarmee de Roemeensche citoyen. door wien Madame Le Baron zoo meesterlijk gebiologeerd en gemanoeuvreerd wordt, de Fransche handelsbetrekkingen hoopt te verlevendigen met... de Sovjets, tot grootere glorie van het vijfjaar-plan! Het behoeft geen betoog, dat de onverzoenlijke bestrijder der bolsjewisten deze pil een beetje bitter vindt.
Een dergelijke bloedtransfusie tusschen twee doodvijanden mag satanisch heeten. Wanneer zij lukt en Coty bij toeval niet materieel zou nekken, zij lijkt verzonnen om hem moreel te verpletteren. Van de complotten die mij bekend zijn, is dit stellig het kunstigst gesmede, omdat het beraamd werd met een grondige kennis van het menschelijk gemoed en uitgesponnen met een onovertrefbare benutting van alle bijkomstige omstandigheden. Het is een geducht en volleerd virtuoos, hij die zoo streng-mathematisch partij wist te trekken van twee onberekenbare aandoeningen als liefde en haat.
[verschenen: 24 september 1932]