[Beethoven Pianoconcert nr 1 en Saint-Saëns Pianoconcert in c (solist Alfred Cortot) – Strauss Tod und Verklärung, Beethoven, Brahms o.l.v. Willem Mengelberg] (Concertgebouw)
Een pianist, van grooter belangrijkheid dan de voorgaande, en van wiens hooge artisticiteit wij onze lezers nog melding moeten doen, is Alfred Cortot, opgetreden in het Concertgebouw. Hij is de pianist van het beroemde Parijsche Trio, met Jacques Thibaut tot violist en Pablo Casals, dat men hier zelden te hooren krijgt. Een des te grooter werkwaardigheid, die wel het vermelden verdient, is dat het ensemble, een der onvergelijkelijkste Vrijdag 21 April, zal optreden met werken van Beethoven, in den loop der Beethoven-feesten te 's Gravenhage.
Alfred Cortot speelde het eerste klavierconcert van Beethoven. Wie [in] dit concert, door den meester uitgegeven als opus 15, hoort den bijna overdadigen rijkdom aan melodie, expressief sentiment en aangrijpende innigheid of geest, de interessante harmoniek en volmaakten vorm, zal niet vermoeden, dat het stamt uit 1795, de eerste jaren van Beethovens verblijf te Weenen, toen hij dus de leerjaren, zoo genaamd nog niet achter den rug had. Cortot heeft het werk gespeeld op onnavolgbare wijze, als weelde van vroege-romantiek, pure melodieusheid en schoonen klank. Met schitterende techniek, en zeer doorvoeld.
Wat de reproductie aangaat, stond daarmee het klavier-concert in C moll van den genialen Franschman Saint-Säens op één lijn. Het orkest treedt hier echter even sterk (of sterker) op den voorgrond als de solist. Van het Concertgebouw-orkest herinneren wij ons met veel ingenomenheid de Egmont-ouverture en Tod und Verklärung. Het Symphonisch Gedicht, zooals men weet, behoort tot de ‘Meisterleistungen’ van Willem Mengelberg. Het programma werd aangevuld (en overladen dunkt ons) met de variaties van Johannes Brahms over een thema van Haydn. Of deze paraphraseering van het Anthony-koraal door den componist bedoeld is als ernst of als parodie kon ons ook dèzen keer niet duidelijk worden. De min of meer burleske opzet van het thema door de houtblazers en ook enkele der verdere omwerkingen deden ons de parodie raden en vermoeden.