Kamermuziek-avond [door J.W. Kersbergen, piano, Jan Vel, viool, S. van Adelberg, altviool en J. Mossel, cello – Paul Juon Trio Caprice, Sinigaglia Serenade voor viool, alt en violoncel] (Concertgebouw, kleine zaal)
Paul Juon begint meer en meer door te dringen en, zij 't nog geen beroemdheid, toch de bekendheid nabij te komen. Het Russische Trio introduceerde verleden jaar zijn kunst met het Trio-Caprice, het Concertgebouw-orkest speelde onlangs zijn Vaegtervise, Zaterdagavond gaf het sympathieke Hollandsche viertal, de heeren J.W. Kersbergen, piano, Jan Vel, viool, S. van Adelberg, alt, en J. Mossel, violoncel, een herhaling van het reeds genoemde ‘Trio-Caprice’, voor klavier, viool en cello. Het behoeft niet gezegd te worden dat een vergelijking van de voordracht dezer kunstenaars met die der Russen totaal is buitengesloten. Zij hebben een geheel anderen aard. Zij missen dat hartstochtelijk-beweeglijke, dat gepassioneerde voelen, de onberekende spontaniteit. Het is ons dan ook duidelijk, waarom het werkje van Juon hier geenszins een indruk maakte als elders. Deze muziek is teer en ijl, zeer vaag van klank, zeer broos van rythme. De harmoniek is geforceerd, de melodie ontbreekt sensitiviteit, alles berust op de hoogst gevoelige rythmiek. Voor een juiste waardeering dezer muziek als composttie is eene minder goed aangepaste uitvoering zeer geëigend. Men merkt dan dat de melodiek niet boeit, dat de harmoniek, ondanks alle quasi-veelzijdigheid, al gauw eentonig klinkt. Het stuk is geïnspireerd door Selma Lagerlöfs Gösta Berling. Het is wel wat onbegrijpelijk dat een serieus kunstenaar zich laat beinvloeden door dien dwazen, onbeduidenden roman. Men schudt echter 't hoofd, hoorend dat Paul Juon, naar aanleiding van dit grillig-nerveuse decadenten-werk nog een tweede compositie schreef: een Rhapsodie voor viool, viola, cello en klavier. Maar de muziek zegt evenveel als het boek.
Een aardige noviteit, maar ook niet van groote beteekenis, was de Serenade voor viool, alt en cello van Leone Sinigaglia. Het is enkel muziek, melodieus, interessant geharmoniseerd en pikant-rythmisch. Doch ook Sinigaglia, als Juon, is in de bewerking oorspronkelijker dan in de vinding; eveneens getuigt hier, gelijk bij den Rus, de bewerking van meer individueele kracht. Het bleek echter tamelijk leeg en oppervlakkig, geeft eigenlijk noch te denken, noch te voelen. Ook de reproductie dezer Serenade kan men niet de gelukkigste noemen. Er ontbrak iets aan de stemming der violen en de harmonieën bleven voortdurend zwevend en onvast. Als karakteristiek geheel ging het romantische klavierkunst [moet zijn: klavierkwartet] Opus 60 in C klein van Brahms den spelers veel beter af. Wij gelooven, dat de vier uitvoerenden, bij wie altijd veel voortreffelijks valt op te merken, dezen keer geen heel psychologischen kijk hebben gehad op hun programma. Toch zal men hunne concerten blijven achten, enkel reeds om het loffelijk streven ons vooral de nieuwere kamermuziek bekend te maken.