[Werken van Smetana, Dvorak, Rabaud en Wagner o.l.v. Evert Cornelis] (Concertgebouw)
Het programma van Zondagmiddag was samengesteld als volgt: Voor de pauze de ouverture van de opera ‘Die verkaufte Braut’ van F. Smetana, Anton Dvoraks vijfde symphonie, ‘Aus der neuen Welt’. Na de pauze ‘Procession Nocturne’ poésie symphonique d'après Nicolas Lenau van Henri Rabaud en Wotans Abschied von Brünnhilde und Feuerzauber uit de Walküre van Richard Wagner. De heer Evert Cornelis dirigeerde.
Geen mijner lezers zal weten, waarom de Procession Nocturne van Henri Rabaud zoo geregeld hardnekkig terugkeert op de Concertgebouw-programma's. Ik weet zeker, dat men ook langzamerhand de schouders gaat ophalen voor de vijfde symphonie van Dvorak (een gezond teeken, voorwaar!), ook Smetana's ouverture kan onmogelijk belangstelling wekken tot het einde, nu ja, maar hoe ter wereld kreeg men 't op een ernstig concert-instituut in het hoofd, Wotans Abschied von Brünnhilde und Feuerzauber, waarin (N.B.!) Wotans laatste groet wordt geblazen door eene trompet (!) op het programma te nemen. Het stuk wordt in dezen vorm hier al lang uitgevoerd en ons protest komt laat. Maar beter laat dan nooit, gelijk men weet.
Het geheele concert van gistermiddag is deerlijk mislukt. Waarom klonk de ouverture van Smetana zoo ijselijk brokkelig? Een handig dirigent moet zijn hoorders over fouten in de compositie ongemerkt weten heen te voeren. Waarom voelde men dezen keer Dvoraks symphonie zoo bar onorganisch aan? Waarom bleek de muziek zoo bombastisch, zoo voos, leeg, oppervlakkig, belachelijk met haar pedant leid-motief? Waarom klonk het laatste deel zoo onbeduidend? De schuld ligt aan den dirigent. Ook hij draagt er de schuld van, dat van den Feuerzauber (violen-figuur onder anderen en het klokkenspel) niets, totaal niets terecht kwam.
De heer Evert Cornelis is zonder twijfel een man van kennis en kundigheid. Dit maakt echter geenszins den dirigent. Honderden bezitten deze. Evert Cornelis is een man van smaak. Wij betwijfelen dit niet. Hij, een man van gevoel, een man van geest, van hart, een man van fantasie. Dit worde alles grif toegegeven, wij willen echter den rangs-graad dezer eigenschappen niet naspeuren. Maar dit maakt den dirigent niet.
Evert Cornelis mist de kracht, de fierheid, den almachtigen trots, dien deze hooge zelfbewustheid geeft. Hij heerscht niet. Geen enkelen speler van af den triangelslager tot de eerste violen, heeft hij voldoende onder de knie. Zijn manschappen letten nauwelijks op zijn maatstokje, laat staan dan op zijn intieme bedoelingen. Wie heeft in den Adagio van Dvorak den tweespalt niet gezien tusschen den Engelschen hoorn en den dirigent? Wie voelde niet, dat in het geaffecteerd voorgedragen tweede thema, laatste deel der symphonie, het orkest wilde anders dan de dirigent. Hoe klonk 't samenspel in 't beging van 't scherzo? Vele koperinzetten in Wagners verknoeid opera-fragment? Het samenspel in de Procession Nocturne (o.a. fagot en fluit in den eersten inzet van het marschgedeelte.)?
Een homophoon stukje, langzaam of snel, weet de heer Evert Cornelis uitstekend te leiden. Zoodra echter treedt de polyphonie in of hij staat onvast, hij wankelt. Tegen afzonderlijker groepen van het orkest blijkt hij wel opgewassen. Een Tutti echter kan hij dikwijls niet voldoende aanvoeren. Licht begrijpelijke muziek gaat hem 't best af (B.v. Weber, Mozart). Zoo gauw architectuur en uitdrukking dieper gaan, intenser worden, (B.v. Beethoven), is hij bang te dolen of dwaalt en weldra ziet men hem den goeden weg bijster.
Men merkt, dat onze totaal-indruk van het dirigeer-talent van den heer Evert Cornelis ongunstig is. Evert Cornelis is echter nog jong en niets is veranderlijker dan een jeugdig kunstenaarsgemoed, dat zijn weg niet gemakkelijk vindt. Wij hopen en verwachten dan ook weldra een omkeer en zien de toekomst donker in, wanneer dit niet zou gebeuren. Het publiek was gisteren ontzettend koel en er vielen meer stokken als eertijds bij Gustav Kogel.
Den zaalwachters dit: Hoe luidt artikel 2 van het reglement van orde? Wij bevelen hen dringend aan, maatregelen te nemen tegen de lastigaards, die hun stokken niet meer baas zijn, zoodra de muziek niet geheel naar hun zin is.