[Wagenaar De getemde feeks (o.l.v. de componist) – Beethoven Symfonie nr 8 o.l.v. Cornelis Dopper] (Concertgebouw)
Het eerste concert van dit zomerseizoen bracht nog een interessante noviteit: De ouverture ‘De Getemde Feeks’ van Johan Wagenaar, onder leiding van den componist.
De heer Wagenaar is een onzer talentvolste componeerende musici: hij kan wat hij wil. Dat willen loopt noch vliegt, gaat wel kalmpjes naast meer ontstuimige, snellere, sterkere, zelfs meermalen aan het leibandje of aan de rokpanden van een grooteren baas, maar het kunnen dwingt altijd respect af, omdat het overal den indruk maakt van geacheveerdheid en van 't hoogst wat in zijn kader te bereiken viel. De heer Johan Wagenaar is door en door modern, wat de geëmancipeerde instrumentale kleur betreft, van melodisch standpunt, met een mengseltje klassicisme wat bouw aangaat. Er is een eerste en tweede thema (liever: deel) kranig naast elkaar gezet, met weinig complicaties; onderwijl koeren de horens dat het een lust is, de kleine trom roffelt er op los, er tintelen harpglissando's, er kuchen gestopte trompetten, en de violen zingen hun breed, smachtend, ‘heet’ cantilene. In 't geheel zit echter forsche zang. 't Is werk uit één stuk. De heer Joh. Wagenaar, een krachtig dirigent, werd zeer luide toegejuicht. De rest van het programma, onder leiding van Dopper, bestond uit de Fidelio-ouverturen en 8ste symphonie van Beethoven, benevens Haydn's Militär-symphonie, waarin vader Haydn een voor onze ooren (voor in het Allegretto) weinig aesthetisch gebruik maakt van triangel, bekkens en groote trom. En in 't voorbijgaan willen wij tevens attent maken op het niet alleen zeer smakelooze, maar ook goedkoop-artistieke der titelblad-versiering van de zomer-programma's. De simpele papiertjes der vorige jaren doen daarnaast vrij wat beter.