[C. Dopper Sinfonietta – Mozart en Haydn (Militär-symfonie) o.l.v. Dopper] (Concertgebouw)
De heer Herschleb trad gisteravond op als solist met een viool-concert in G groot van Mozart. Het werk is technisch uitstekend gespeeld, met veel zekerheid, vastheid van toon, mooien streek en prachtig kunnen. De vioolklank van Herschleb was nooit sterk, doch in een werk als dit vergoelijkt men 't gemakkelijker wanneer innerlijke schoonheid van weergave 't wint van brille. Het best geslaagde der drie deelen mogen wij 't Adagio noemen, zonder evenwel te willen zeggen, dat deze muziek in àl haar harmonieuze diepte tot ons kwam. De heer Herschleb vond zeer grooten bijval en is herhaaldelijk teruggeroepen.
Onder leiding van den componist werd voor 't eerst uitgevoerd de ‘Sinfonietta’ van Cornelis Dopper, kleine symphonie, welke haar naam dankt aan de 3de en 4de verkorte deelen. Wij leerden den heer Dopper opnieuw kennen als een zeer talentvol musicus, iemand die in het vak van componeeren door en door thuis is en het zeer ernstig meent met zijne kunst.
Dit werk sluit zich in eng verband aan bij de vorige. In 't eerste deel (ook in 't 4de) hoort men voortdurend het antikiseerend rythme, dat den Dopper-stijl, om 't zoo te noemen, karakteriseert. Dat de componist wel eens al te consequent vasthoudt aan zijn eens gekozen rythmisch schema, blijkt - ten nadeele der muziek - uit het Adagio. De Ostinato voor pauke, later overgenomen door de andere instrumenten, het heele stuk door volgehouden ('t mooi gekleurde, korte tusschendeeltje uitgenomen - melodie voor hobo's en trompetten, fijn van tint) doet het vervallen tot eentonigheid. Dit deel overigens even als de anderen is zeer degelijk gebouwd: Eerste thema, tweede thema, niet meer of minder, men vindt dat terug in de drie overige deelen. wel wat droog-academisch nu en dan. De heer Dopper had met zijne nieuwe compositie een vrij groot succes.
De rest van het programma bestond in de Zauberflöte-ouverture van Mozart. Haydn's Militär-symphonie en de Tannhäuser-ouverture. Van deze laatste wordt dikwijls een bravourstuk gemaakt voor trompetten en bazuinen, bij het slotgedeelte natuurlijk. Ook gisteravond. Maar alle orkest verhoudingen boetten er bij in. Dit klankgeweld maakte echter meer ‘Indruk’.