Post festum
Geen herinneringen dan de frenesieën van het Donderdagavond-aplaus, toen de prijzen werden uitgedeeld, en de furia van Zondagmiddag na Mahlers Achtste. Ontroeringen geene, tenzij de heftige vibraties in de klankcataracten van den Veni Creator Spiritus. Das Lied von der Erde, een lied van dood en wanhoop, heeft te vergeefs geworsteld tegen de fanfares en fanfaronnades, nadat tallooze redevoeringen en burgerlijke odes hem, die wachtte op muziek, onaangenaam beroerd hadden. Het is dan ook de tijd niet om over dit werk te schrijven, welks eene helft door 't wegblijven van den tenor gecoupeerd moest worden.
Zaterdagavond Verleden en Heden: Röntgen aan 't klavier, Mengelberg aan den lessenaar. De pianist van Beethovens 4e pianoconcert een weinig smachtend, sentimenteel in plaats van lyrisch, eenzijdig en vooral star, de dirigent soepel, exuberant kleurenfantast, poëtisch melodiseerend. En Beethovens Negende is een willig factotum, men viert er alle feesten mee en dat wordt een beetje vervelend.
De Achtste van Mahler is op nieuw bedorven door den heer Felix Senius. 't Vorig jaar was Mengelberg gebonden door de eischen van den uitgever... om dezen solist te nemen. Nu ook? Dat zou verregaand zijn. Wanneer Senius eene g moet halen bralt hij reeds; brallen is hier niet alleen onomatopee doch de letterlijke term. De Amsterdamsche critiek is algemeen gebeten op Dr. M. Römer, en ik ook, maar niet zoo hardhoorig om niet te merken dat Römer verre van mooi, Senius echter verfoeilijk en barbaarsch zingt. Wat te denken van de Duitsche critiek die dezen dempigen gorgelaar prijst en aanbeveelt? Ik begrijp niet dat Mengelberg, die weinig vriendelijkheden ondervindt van de Duitsche pers, zulken knoeier en creatuur in zijn ensemble duldt.
Het feest is gelukkig geëindigd op een louter decoratief achtergrondje van twintigste-eeuwsche muziek-beoefening. Met veel takt zijn de régisseurs de kleingeestige partijbelangen en twisten van ons leven ontloopen en er werd geen enkel Nederlandsch werk op de programma's geplaatst. Dat een meester als Diepenbrock aan dergelijke manoeuvre ten offer moest vallen is wel wat pijnlijk.
29 April
Matthijs Vermeulen