Hendrik C. van Oort (Concertgebouw, kleine zaal) [Liederen op tekst van o.a. Hélène Swarth]
De ongesteldheid van den violist Julius Röntgen Jr. heeft het programma van Hendrik C. van Oort niet beïnvloed en de verantwoordelijkheid voor zulk eene liederen-serie niet van hem afgeschoven. Vooral de Nederlandsche afdeeling was droevig. Teksten als:
‘In vreugd en smarte beiden.
en zing ik dan een liedje,
doet 't mij zoo wonderwel!’
of
‘Diep in mijn ziel leeft een liedeke voort,
'k Heb het reeds jaren geleden gehoord;
't Kwam als een lichtstraal in donkeren nacht,
't Heeft mij het heerlijkste zonlicht gebracht.’
zijn in staat om de stemming te bederven voor minder conventioneele en minder banale muziek dan daarbij gecomponeerd werd. Er zijn niet veel libretto's van opera's of operettes, waarin men stumperiger dingen leest.
En het beetje poëzie, dat er nog ligt in ‘Sterren’ van Helene Lapidoth-Swarth:
‘O de heilige onsterflijke sterren, hoog boven mijn sterfelijk hoofd,
Waar 't geloof met zijn kindervertrouwen mij een hemel eens had beloofd,
Als deze oogen zich sluiten voor eeuwig en dit lijf wordt ten grave gebracht,
O de stille onbegrijplijke sterren! o, 't mysteriënheir van den nacht!’
Verzen, waarvan ik het componeerbare onmogelijk in kan zien, dat beetje poëzie werd onvervaard weggecomponeerd met de al te simpele accoordjes en het al te goedkoope sterren-gepinkel.
De heer Hendrik C. van Oort had ook als zanger een slechten avond. Ik heb hem zelden zoo geaffecteerd gehoord, zelden zoo onzeker, onbeheerscht van intonatie en even zelden zoo troebel van klankkleur. Laten wij aannemen, dat hij behoort tot 1/5 van het verkouden Nederland, waaraan Frans Coenen zijn laatste kroniekje ontleende voor de Nieuwe Amsterdammer. Ofschoon ik liever geloof, dat hij zich volmaakt blijft vergissen, wanneer hij blijft denken, dat er een liederenzanger in hem steekt. Voor subtiel, intieme voordracht heeft hij noch de techniek, noch het karakter en wat hij tot dusverre goed deed als zanger, deed hij op de planken.
De ongesteldheid van Julius Röntgen Jr., heeft Julius Röntgen Sr. genoopt, een zijner dierbaarste stokpaardjes van stal te halen: Les Adieux van Beethoven. Het klonk mij niet erg geïnspireerd en herinnerde me maar aldoor aan het Virgil-klavier. Dat Beethoven zoo arm is aan expressie, aan jeugd en lieve melodie, is toch wel triest, hé, Röntgen Senior?
Toen de pauze aanbrak ben ik eenigszins desolaat weggegaan. Er hoort soms moed toe om een concert te dragen.