[Berlioz' Harold-symphonie en Francks Chasseur Maudit]
De heele middag van gisteren is prachtig geweest voor het orchest. Berlioz' Harold-symphonie werd reeds na den Pelgrims-marsch onderbroken door applaus. Het was ragfijne stemmingskunst, welke in de Serenade onvergelijkelijk is voortgezet. De finale, fel van rythme en brandend geluid, kon slechts overtroffen worden met Franck's Chasseur Maudit, waar ieder accent zijn uiterste bereikte, de zachte melodie zoo goed als de hallucinatie der hellevaart.
Meerlo had de alt in Berlioz' Harold en Rijnbergen speelde eene Havanaise van Saint-Saëns, bekoorlijk, licht en mooi van timbre, een stuk met veel geestige en warme momenten.
Mengelberg dirigeerde en kon zeggen met Baudelaire: ‘La musique souvent me prend comme une mer.’