Het tweede stuk! Vermeulen contra Verdi (ingezonden)
De heer Vermeulen meent met eenige goedkoope aardigheden, die bij den lezer een bedenkelijk gemis aan goeden smaak veronderstellen, te moeten verkondigen, waarom de ‘Traviata’ hem niet bekoort.
Zijn geschrijf bewijst slechts, dat van het eeuwig jeugdige werk van den grooten meester, alleen de uiterlijke – in de Paleis-opvoeringen vrij slecht verzorgde – kwaliteiten hem treffen, terwijl de innerlijke schoonheid in zijn gemoedsleven niet doordringt.
Zoolang echter de handigste aller impresarii ons eene ontroerende Traviata als Sig.rina Bevignani kan voorzetten, zullen libretto en partituur, den geleerden muziekrecensenten ten spijt, de vele honderden blijven bekoren, die nog gaarne luisteren naar ‘cette voix du coeur qui seule au coeur arrive’.
Met dank voor de plaatsing.
GEEN RECENSENT
Contra Verdi? Neen signor, contra Traviata. En niet eens contra Traviata, maar contra Rok-en-witte-das-en-hooge-hoed. En zelfs niet eens dààrtegen, doch tegen Rok-en-witte-das-en-hooge-hoed-in-Traviata. Ik ben geen Verdi-historicus, weet alleen van zijn eeuwig-jeugdig werk en zag nooit den eersten druk der Traviata-partituur; 't programma echter zegt, dat de handeling speelt in 1700. En een van beiden kan ik me niet laten wijsmaken: dat 1700 het jaartal is of dat men in 1700 de kleeren droeg van een hedendaagsche bruiloftspartij in de Jan Steenstraat.
Contra Verdi! Ik hoor in het tweede bedrijf zeer goed ‘cette voix du coeur’, maar de baryton moet dit supra-hemelsche duet niet acteeren als een griffier of als een deurwaarder, die Signorina Bevignani komt uitverkoopen. Ik behoor tot de illusionisten en zie niets, wanneer een twee meter dikke toren staat te wankelen, maar dàt is me te sterk. En als zooiets onmogelijk te verbeteren is, zal ik liever het verlies lijden van een Verdi-partituur, dan van eene illusie.
M.V.