D'Amstelsche zang-goddin(1660)–F. Verloo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Op de E. Heer, mijn Heer Lambertus Reinst, Hooft-Officier en Raadt der Stadt Amsterdam. BEschermer van Godts Recht, tot troost van alle vromen, Gy die, tot Borgers heil, een heil'ge Vierschaar spandt, En 't zwaert, 't geen godloos bloet doet langs de aarde stromẽ Van die moortdadig zijn, voert in uw reachter-handt, Gelijk als Cippus kloek. De nijdt duikt willig onder. Markurus temt zijn rot, nu gy ter Vierschaar treedt. De Moetwil zwigt voor u, als Typhon voor de donder. De Deugt bloeit nu in vreê, en voelt geen herten-leet. [pagina 90] [p. 90] De tweedracht houd zich stil, nu d'eer van Katoos zonen Gelijk een Argus, waakt voor Amstels Borgery. Lang leef Lambertus Reinst, en al die Amstels troonen Met zorg en moeit' betreên. God spaar de Stadt en 't Y. Vorige Volgende