echter van zijn zoldaten, in dank, aangenomen. 't Is kennelik dat de dapperheit, met de beleeftheit gepaart, der vergoode Helden, in de tegenwoordige, herleeft; waar van UE. geen kleine getuige zy, die, noch onlangs, niet weinig preuve van uwe kloekmoedigheit, ten dienst der Kroon van Vrankrijk, getoont hebt. Wat aangaat uw beleeftheit, blijkt daaglijks aan de heusse bejegening tegens uwe soldaten. Op die beleeftheit steunt mijn Amstelze Zanggoddin en Minnaar Leander, die UE. te voorschijn komen, niet om datze zig waerdig achten van u, met gunstige oogen, beschouwt