Verhandeling op d'onacht der moederlyke tael in de Nederlanden
(1979)–Jan Baptist Chrysostomus Verlooy– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verhandeling op d'onacht der moederlyke tael in de Nederlanden.Ga naar margenoot+Tot Maestricht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verhandeling op d'onacht der moederlyke tael in de Nederlanden.1WY vinden ons in de Nederlanden,Ga naar voetnoot1 2 bezonderlyk hier in d'Oostenryk-3sche, in konsten en wetenschappenGa naar voetnoot3 4 verre onder onze naebueren. Het en is nietGa naar voetnoot4 5 noodig dit te bewyzen: want eeniegelykGa naar voetnoot5 6 by ons houd-zig, helaes, hier-van zoo vastGa naar voetnoot6 7 overtuygt, dat hy niet het minst zal twyf-8felen, oft het is aen eenen Nederlander on-9mogelyk van in eenige konsten de fransche 10 t'overtreffen. Die overtuygtheyd gaet zelfsGa naar voetnoot10 11 zoo verre, dat ons niets schoon nog grootGa naar voetnoot11 12 en dunkt, of 't moet van Vrankryk zyn.Ga naar voetnoot12 13 En inder daed wat zyn wy in de konsten 14 ten aenzien van de Fransche? wat hebbenGa naar voetnoot14 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 wy te stellen tegen die ontalbaere menich-Ga naar voetnoot12te van groote namen in alle wetenschap-3pen? tegen Voltaire, Boileau, Montes-Ga naar margenoot34quieu, Corneille, Nolet, Roin, Moliere,Ga naar margenoot4 5 Raynal, Linguet, Beaumarchais en duy-Ga naar margenoot56zent andere? D'Engelsche, Duytsche en 7 Italianen gaen ons niet min te boven alsGa naar voetnoot7 8 de Fransche. Elke die natiën doen ook al-Ga naar voetnoot89lenstond iet van 't hun verschynen: vanGa naar voetnoot9 10 ons ziet-me nietmetallen.Ga naar voetnoot10 11Zal-ik Vondel, Cats, Pater Poorters enGa naar margenoot11 12 andere derren noemen? zal-ik het Hol-Ga naar voetnoot1213landsch toneel tegen 't Fransch derren op-Ga naar voetnoot1314stellen? hoe wynig smaek, wat ongesierd-15heyd in onze toneelstukken en gedichten! 16 wat gebrek van netheyd en welsprekend-17heyd, voornamentlyk hier by ons, in de 18 rechtshoven en op den preekstoel! wat 19 verbasterde veronachtzaemde tael en uyt-20drukking! wat algemeyn' onaendragend-Ga naar voetnoot2021heyd der wetenschappen! waer is diën ou-Ga naar voetnoot2122den geest die ons in onze en zelfs in vrem-23de Universiteyten zoo vele, zoo welbemid-24delde stichten en collegiën beschikt heeft?Ga naar margenoot24Ga naar voetnoot24 25 waer is diën geest van den tyd der Room-26sche konsten, alsmen de rykdommen der 27 bezondere zag keeren in schoone standbel-Ga naar voetnoot2728den, vaderlandsche gedenkstukken, ge-29bouwde merkten, pakyzen, tempels, to-Ga naar voetnoot2930heelen, gantsche s{?}eenwegen, mildhedenGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 aen bezondere lieden gelyk die van Mece-Ga naar voetnoot12nas? verre van daer geenen der hedendaeg-Ga naar margenoot1-2Ga naar voetnoot23sche Ryke, die zynen overschot anders 4 zal vinden te besteden als aen eenen trapGa naar voetnoot4 5 te verhoogen in rang en in verteer.Ga naar voetnoot5 6Maer, waerby koomt dit? hoe zyn-wyGa naar voetnoot6 7 zoo verachtert? zjn-wy dan iet minderGa naar voetnoot7 8 als andere natiën? zekerlyk neen. Zeker-9lyk onzen volksaerd moet in grootheyd, 10 edelmoed en vernuft aen geenen ter we-Ga naar voetnoot1011reld wyken. Het zyn wy, die door onz' 12 aloude dapperheyd en liefde van den vry-Ga naar voetnoot1213dom, door onze voorlede zoo luysterlykeGa naar voetnoot13 14 schipvaert en koophandel met alle volke-15ren der aerde, door onze zoo menige al-16derheylzaemste uytvonden, door die eer-Ga naar voetnoot1617tyds zoo beroemde konst-en-stofwerken, 18 door die oude zoo schoone staetswyze enGa naar voetnoot18 19 wyze wetten in 't herzedigen van 't ver-Ga naar voetnoot1920wildert mensdom wel den eersten naem 21 verdienen. 22Onzen vrydomsgeest en dapperheyd 23 hebben uytgeschenen van in d'oudste ty-Ga naar voetnoot2324den. Cesar, zoo lang als hy maer het hoog-Ga naar margenoot2425ste van zyn Gallia gezien had, stelt voorGa naar margenoot24-25 26 de kloekste der Gallen de Zwitzers: maerGa naar margenoot26Ga naar voetnoot26 27 naer dat hy tot hier geweest was, warenGa naar voetnoot27 28 de kloekste de Belgen. Het is ook hierom,Ga naar margenoot27-28 29 dat hy voor alle de Gallen seffens dezeGa naar voetnoot29 30 Nederlanders geschalmt heeft om door hunGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 zyn groot ontwerp van Heerschzugt uytGa naar margenoot1 2 te voeren. Hierom heeft hy-ze van eerst 3 af, bezonderlyk de Bataven, met meer om-Ga naar margenoot3Ga naar voetnoot34zigt behandelt, hun aengehaelt en gehou-Ga naar voetnoot45den niet als overwonnelingen en onderda-6{?}en, maer als bondgenoten en broeders 7 der Romynen. En het is ook met deze Ne-8derduytiche krygsmacht, dat hy de Room-Ga naar margenoot7-89sche Republiek ten onderen heeft gebracht. 10 De zelve onze dapperheyd boven die derGa naar voetnoot10 11 andere Gallen betuygt ook Strabo: die nochGa naar margenoot10-11Ga naar margenoot11 12 voorders zegt, dat wy zeer strydbaer wa-Ga naar voetnoot1213ren, en altyd gereed om te vechten, doch 14 zeer oprecht en ongeveynst. Ook bedied-Ga naar voetnoot1415 hy in 't bezonder, dat de Gallen d'alder-16kloekste waren, daer-ze meest noordwaertsGa naar voetnoot16 17 ter zee strekken. 't Welk niet anders alsGa naar voetnoot17 18 hier op ons uytkoomt.Ga naar voetnoot18 19Het zyn waerschynelyk wy, die daer naerGa naar voetnoot19 20 eerst van al, voor of met de Franken, deGa naar margenoot20 21 Romynen aengetast en verdreven, en on-Ga naar margenoot21Ga naar voetnoot2122zen nog hedendaegschen Koning der die-23ren voor standaerd tegen den RoomschenGa naar voetnoot23 24 Koning der vogelen, gelyk naemaels deGa naar margenoot22-24 25 Franken voor hunnen standaerd het neer-Ga naar voetnoot2526stigste der dieren, de Bie, die daer naerGa naar voetnoot26 27 verandert is in een' Lelie, opgerecht hebben.Ga naar voetnoot27 28Wy hebben altyd een staetswyze gehadGa naar voetnoot28 29 en behouden, waer, gelyk Ambiorix by 30 Cesar zegt, het volk zoo veel te zeggenGa naar margenoot29-30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 had op den vorst, als den vorst op 't volk:Ga naar voetnoot1 2 eene staetswyze die heden zeer gelykt aenGa naar voetnoot2 3 die van Engelland, behalven dat onze bley-4de-inkoomst en huldinge veel belet zyn alsGa naar margenoot3-4Ga naar margenoot4Ga naar voetnoot4 5 d'Engelsche vrydomcharters: eene staets-Ga naar margenoot56wyze, die van alle de hedendaegsche, naer 7 myn gevoelen, wel de gene is, die meest 8 nadert aen die de welke Cicero de besteGa naar margenoot8 9 acht. Statuo, zegt hy, esse optimè constitu-10tam rempublicam, quae ex tribus generibus 11 illis, Regali, Optimatum, & Populari con-12fusa modicè, nec puniendo irritet animum 13 immanem ac ferum, nec omnia praetermitten-14do licentiâ cives deteriores reddat. Dit oor-Ga naar margenoot9-1415deel' ik den besten staet te zyn, die, wat 16 vermengelt zynde met deze dry vermo-Ga naar voetnoot1617gens, 't gaen van eenen Koning, 't geen 18 der Groote en 't geen van 't Volk, met teGa naar margenoot17-18 19 straffen de booze en vreede aerden niet enGa naar voetnoot19 20 tergt, nog door d'ongestraftheyd de bor-Ga naar voetnoot2021gers erger maekt.Ga naar voetnoot21 22Wy hebben in de vorige tyden in vry-23domsgeest en dapperheyd altyd zoo veel 24 verschollen van de hoogere Gallen, deGa naar margenoot24Ga naar voetnoot24 25 Fransche, als wy van hun verschillen vanGa naar voetnoot25 26 afkoomst. Wy-hier, zyn gesproten, ge-27lyk alle de Duytsche, van d'oude Schiten;Ga naar margenoot27 28 zy van de Celten: wy van Noordere enGa naar margenoot28 29 koudere gewesten, en dus van oorsprong 30 harder, kloeker, wuliger, werkzamer; zyGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 van zuydere en warmere landen, en dus 2 meer gestelt tot de rust, en wellust: wy 3 van volkeren die voortyds nooit oprechteGa naar voetnoot3 4 slavernye gekent of geplogen hebben; zyGa naar voetnoot4 5 van die waer 't meerderdeel slaef was on-Ga naar voetnoot56der 't minderdeel. Hier-van wilden wyGa naar voetnoot6 7 alsdan niet, zoo Cesar zegt, gelyk wyGa naar margenoot7 8 nog niet willen tot den dag van heden, 9 gehouden zyn voor Walen of Gallen, maerGa naar voetnoot9 10 wel voor Duytsche: hier-van diën vry-11domsgeest, andere staetswyze, anderen 12 aerd, andere zeden, waer-in wy nog he-13dendaegs verschillen van de Fransche: hier-14van die bepaelde macht onzer souverynen.Ga naar voetnoot14 15 Hier-van is onze historie wel de voornaem-16ste van die der hedendaegsche volkeren 17 van Europa. 18De werkzaemheyd, vernuft en vinnig-Ga naar voetnoot1819heyd onzer natie heeft van alle bekende ty-20den uytgeschenen Cesar in zyne dagboe-Ga naar voetnoot2021ken geeft ons dezen lof: ‘Een alderuyt-22nemendste slag van vernuft, zegt hy,Ga naar voetnoot22 23 ten hoogsten bekwaem om al nae te doenGa naar voetnoot23 24 en te maken wat hun van imand voor-Ga naar voetnoot2425gegeven word.’ Ook den oordeelrykenGa naar margenoot20-25 26 Guicciardinus, die zyn opvoeding gehadGa naar margenoot26 27 heeft in Italien en de voornaemste deelen 28 van Europa doorryst, bewoont had, en 29 kende; betuygt ook dat zelve gezeg vanGa naar voetnoot29 30 Cesar, en voegt daer by dat dit wel blyktGa naar margenoot29-30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 waer te wezen uyt zoo vele vremde kon-Ga naar voetnoot12sten in 't Nederland ingevoert. 3Wy zien uyt den zelven Cesar en an-Ga naar margenoot34dere, dat wy de Romynen dikwils hebben 5 doen verstelt staen met ons seffens te zienGa naar voetnoot5 6 tegen hun gebruyken hunne eygene soor-Ga naar voetnoot67ten van wallen, opschansingen, werken,Ga naar voetnoot7 8 torens, krygstuygen en diergelyke, zooGa naar voetnoot8 9 wel en zoo nouw nagedaen als of-ze deGa naar voetnoot9 10 Romynen zelf gemaekt hadden: dat zy 11 eenige dingen ook van ons geleert hebben, 12 in reytuygen, schepen, pek, zeep, wa-13pens en andere: dat wy van voor hunnen 14 tyd helmen, harnassen en schilden maek-15ten met verschyde verbeldsels van koper,Ga naar voetnoot15 16 die zeer konstig waren, dat wy armban-17den, ringen, halsketenen hadden van goud, 18 allerly rytuygen, schepen, schuyten, aer-19de-werke potten, bekers en schotels, zeep 20 en pek; dat wy uytnemende wel den wol,Ga naar voetnoot20 21 het vlas en zelfs goud en zilver weefden: 22 dat wy veel vee, en landbouw hadden, en 23 bier brouwden; dat wy het eyzer en het 24 loot trokken en werkten Wy hadden dusGa naar voetnoot24 25 van dan af wapemakers, koperslagers, sme-26den. leertouwers, rademakers, zadelma-Ga naar voetnoot2627kers, schippers, zilver-en-goudsmeden, 28 zeepzieders, wevers, potbakkers, brou-29wers, ketelaers, bewerkers van eyzer-enGa naar voetnoot29 30 loot-mynen, enz. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Strabo zegt, dat wy zulken overvloed 2 van vee hadden, dat wy een' groote me-3nigte wolle-werken en gezoute vleesch,Ga naar voetnoot3 4 niet alleen aen Roomen, maer ook aen 5 Italien leverden. Dus hebben wy misschienGa naar margenoot1-5 6 al van in Cesars tyden gehad die zoo be-7roemde, helaes, die voormaels zoo luyster-Ga naar voetnoot78lyke lakemakerye die in Loven alleen in 'tGa naar voetnoot8 9 jaer 1300. wel 4000. huyzen en 150,000. 10 werklieden had, die hier in alle steden,Ga naar margenoot8-10 11 tot in dorpen toe, zoo overgroote menig-12te van menschen deed leven, en dus aenGa naar voetnoot12 13 ons land verschyde millioenen inwoonders 14 verschafte: die ons nog heden van diën 15 voorleden bloei zoo treurzigtige gedenk-Ga naar voetnoot1516stukken achterlaet, te weten die groote om-17trekken van steden nu nog voor geen der-Ga naar voetnoot1718de, vierde of vyfde deel bewoont: die open-19bare gebouwen, hallen, torens en andere 20 werken, gesticht door de gelyftens vanGa naar voetnoot20 21 die amkachten die ons nog gedurig op hunGa naar voetnoot21 22 doen pyzen met hunne treurige overblyf-Ga naar voetnoot2223sels in de processiën en het nog dagelyks 24 geluyd van de wollewerkers klokken inGa naar voetnoot24 25 verschyde steden en borgten, om ons teGa naar voetnoot25 26 vermanen ons uyt de voeten te maeken 27 van 't afkomende werkvolk 't geen wyGa naar voetnoot27 28 niet meer en hebben. Dus den stand en vol-29maektheyd der lakemakerye, die nu Hol-Ga naar voetnoot2930land, Engeland en Vrankryk verrykt, is 31 van ons gekomen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1By die ryke handwerken, veewydingGa naar voetnoot1 2 en schipvaert moest nootzakelyk de koop-3manschap zyn. In 1301. had den koophan-4del aen Brugge al dusdanigen rykdom toe-5gebragt, dat den Koning van Vrankryk 6 Philip den schoonen en zyne vrouw, eens 7 daer gekomen zynde, stom en verbaest 8 stonden over de rykelykheyd der stad, en 9 de Koninginne haer niet kon inhouden van 10 met een vrouwelyke nydigheyd te zeggen: 11 Ik meynde hier acherme! alleen Koningin'Ga naar voetnoot11 12 te zyn, en ik zie-er wel met honderde.Ga naar margenoot3-12 13Na dat den koophandel Brugge verlaten 14 had, en zig naer Antwerpen had vertrok-Ga naar voetnoot1415ken, zyne verbreydheyd was oneyndig:Ga naar voetnoot15 16 deze stad grielde van volk en haere sche-Ga naar voetnoot1617pen waren ontelkaer. Die nog overgeble-Ga naar voetnoot1718vene groote gebouwen, behoortig tot deGa naar voetnoot18 19 koopmanschap, die konstige gevels, die 20 sierlyke en prachtige tempels, die nouw-Ga naar voetnoot2021gebouwde en zelfs tot in de kelders toe be-22woonbare huyzen, die kostelyk opgemaek-Ga naar voetnoot2223te kayen en oevers, dat geheugen van een'Ga naar voetnoot23 24 dobbele reye schepen die somtyds van de 25 stad af tot ontrent twee mylen of meer van 26 daer, tot aen Hoboken-heyde en d'AbdyeGa naar margenoot26 27 vat St. Bernards toe lagen hunne beurt vanGa naar margenoot26-27Ga naar voetnoot27 28 ontlading aftewachten, waer-van 't spreek-29woord, Ik wenste dat g' op Hoboken heyde 30 laegt, gekomen is; alle deze zaken zegGa naar margenoot29-30 31 ik, zyn daer van een klare proef.Ga naar voetnoot31 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Hier door was Antwerpen de rykste en 2 mogendste stad van de wereld. Het is die,Ga naar voetnoot2 3 waer Kyzer Carel eens door eenen koop-4man is vereert geweest met eene vueringGa naar voetnoot4 5 die hem 't meeste vermaek gedaen heeft, 6 van alle die hem ooit gebeurt waren: te 7 weten van eene zyner schuldbekentenissen 8 van eenige millioenen ten behoeve vanGa naar voetnoot8 9 diën koopman, door hem te zien verbran-10den in een vuer van speceryen. Wat uyt-11werksel moet op 't gemeed van diën goe-Ga naar voetnoot1112den Vorst, die 't Nederland beminde, niet 13 gedaen hebben zoo roerig blykteeken vanGa naar voetnoot13 14 genegendheyd in eenen onderdaen, en zoo 15 verbazende proef van voorspoed van zyneGa naar voetnoot15 16 lieve stad! van die stad, waer van by plagt 17 te zeggen, dat hy-ze voor geen gants De-18nemarken zou gegeven hebben! 19Schoon wy ons dan ter tyd meer steldenGa naar voetnoot19 20 op koopmanschap en stofwerken, onzenGa naar voetnoot20 21 land-bouw was n gtans niet veronacht-22zaemt. Zelfs ik geloove, dat hy niet min-Ga naar voetnoot2223der was als hy heden is. De groote bevolkt-24heyd van steden en borgten had zeker groo-Ga naar voetnoot2425te winning noodig. Ook ik heb over eeni-Ga naar voetnoot2526ge jaren gezien, dat by naer alle de heyden 27 van het voorste der kempen, ontrent Aer-Ga naar margenoot2728schot, Hersselt, Westerloo, Tongerloo, 29 Heyst, Wiekevorst, Zoerle, Noorderwyk, 30 Herentals en zelfs nog leeger, den schynGa naar margenoot27-30Ga naar margenoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 hadden van eertyds opgebroken en bewoont 2 geweest te zyn. Zy lagen nog alle in vier-3kantige blooken, met opgeschote kantenGa naar voetnoot3 4 en met grachten: op sommige waren nogGa naar voetnoot4 5 de bedden en voren van den akker te zien. 6 En hier en daer ziet-me nog de kuylen dieGa naar voetnoot6 7 de boeren eertyds hadden, en somtyds ook 8 heden nog maken voor borreputten: die, teGa naar voetnoot8 9 weten, zoo gegraven zyn, dat-ze langs 10 eenen kant met eene schuynsche openheydGa naar voetnoot10 11 den weg geven tot aen 't water toe. En ikGa naar voetnoot11 12 heb in een' heyde een uer beneden Aer-13schot, blooksgewys doorsneden met grag-Ga naar voetnoot1314ten en kanten, verre van eenige huyzen 15 of bewoonde vlekken, zelfs verre van groo-16te wegen en dicht by eenen zulken kuyl als 17 hier boven, uyt d'oppervlakte van denGa naar margenoot16-17 18 grond, bewasschen met oud heykruyd, zien 19 opgraven scherveren van aerde-potten,Ga naar voetnoot19 20 stukken van eyzer opgeëten door 't roest,Ga naar voetnoot20 21 en nog onverteerde houtkolen: waerschy-Ga naar voetnoot2122nelyk van d'afgebrande huyzen Dit is 23 nogtans in plaetsen die geenen ervaren ak-Ga naar voetnoot2324kerman nog zonder, nog nog met hulpGa naar voetnoot24 25 van naburige akkers zou hopen goed en be-26woonbaer te hebben op eenen tyd van vyf-27tien jaren. Als dus het slegste zoo verzorgt 28 en bewoont geweest is; hoe zeer moeten 29 het d'andere deelen geweest zyn? 30Zoo is ons land zeer langen tyd het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 schoonste geweest in bebouwtheyd, hetGa naar voetnoot1 2 meest bevolkte in steden en ten platten lan-3de, het gesierdste van konsten, handwer-Ga naar voetnoot34ken en koophandel, ende daer door het 5 mogendste en rykste van Europa. Onze Bra-Ga naar voetnoot56bandsche Souverynen, eer zy nog meer 7 hadden als Brakand en Limborg, hebbenGa naar margenoot6-7Ga naar voetnoot7 8 dikwils, zonder hun ergens in te vernou-Ga naar voetnoot89wen, mildelyk een prachtig hof, kastee-10len en buyte-goederen verleent aen erf-Ga naar voetnoot1011princen, kinderen, broeders van Konin-12gen en Koninginnen van Vrankryk en En-13geland. En aldus alle d'andere volkeren, 14 in alles ten achteren, waren domme bedro-Ga naar voetnoot1415gelingen van onze schranderheyd, betael-16den gewillig hunne schatgelden aen onsGa naar voetnoot16 17 vernust, en zoo trokken wy de rykdom-18men van de wereld tot ons. 19Diën goeden schik in zoo veelderhandeGa naar voetnoot19 20 vremde volkeren van andere religiën, an-21dere kleedsels, andere zeden, die toege-Ga naar voetnoot2122vendheyd in zoo vroege tyden, en alle 23 die voorregten die wy aen de vremde ge-Ga naar voetnoot2324doogden, aen die der Hanze-steden, aenGa naar margenoot24 25 die van de Portugiessche, die van d'Engel-26sche natie, de welke alle hunne bezondereGa naar margenoot25-26 27 stichtingen, groote en nog heden overge-28blevene gebouwen, rechtshoven hunner 29 natië, consulaten, enz. hadden, die zoo 30 verschydene politike wezens, die wy ge-Ga naar margenoot30Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1had hebben eer-er van diergelyke nog el-2ders eenigen schyn was, die wy nogtans 3 alle in eenen schoonen eenstemmigen stand 4 hielen, zyn een' klaere proef, dat wy welGa naar voetnoot4 5 de vroegste geweest zyn in het aennemen 6 van eenen geschikten staet, schoone stich-Ga naar margenoot6Ga naar voetnoot67ten, en zeden. 8Het is van ons dat gekomen is den grond,Ga naar voetnoot8 9 het bezonderste en schier het geheel van 10 het waer hedendaegs recht der volkeren:Ga naar voetnoot10 11 die consulaten der vremde in de koopste-Ga naar margenoot1112den, den wissel en wisselrechten, die open-Ga naar margenoot1213baere kooplie-hallen onder den naem van 14 Borzen, de welke overal met naem en we-Ga naar voetnoot1415zen op die van Antwerpen naegemaekt 16 zyn, die zeerechten en schikkingen op deGa naar margenoot14-16Ga naar voetnoot16 17 schipvaert, op het bestier en rechten derGa naar voetnoot17 18 haven en reeden, op het borgen en behoudGa naar voetnoot18 19 der gestrandde, verongelukte schepen, vrak-20ken en zeedriften, op de lootsen, op hetGa naar voetnoot20 21 ontmoet en begroetingen der schepen opGa naar voetnoot21 22 zee, in haven en in stroomen, op het uyt-Ga naar voetnoot2223reeden, toerusten, bewapenen, het geley-24de en verzellen der schepen van of naer 25 vremde landen, en alle voorder gedrag in 26 tyd van oorlog of in vrees van zeeroovers;Ga naar voetnoot26 27 op d'inwendige policie onder 't scheepvolk, 28 op d'aennemingen en verpligtheden derGa naar margenoot27-28 29 zelve in aenzien van hun schip, op d'uyt-Ga naar voetnoot2930rusting, huering, verhuering en bevrag- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1ting der schepen, op de lading en ontla-2ding der zelve. En alle de wetten en schik-Ga naar voetnoot23kingen die d'Engelsche, Fransche en an-4dere op deze zaken hebben, zyn nagemaekt 5 op d'onze, gelyk in zyn werk ook getuygt 6 den heer de Neny.Ga naar margenoot6 7In de dertiende eeuw hadden wy hier 8 onder ons eenige Italiaensche vremdelin-9gen onder benaming van Lombaerden, Ca-Ga naar margenoot910versynen en andere: misschien van die na-Ga naar margenoot9-1011tiën met de welke wy van in Straboos en 12 Augustus tyd al handelden, en die onzeGa naar margenoot11-12Ga naar voetnoot12 13 wollewerken en gezoute vleesch misschien 14 naer Italiën voerden. Wy vinden ook in onz' 15 oude stukken van die eeuw geboden, datGa naar voetnoot15 16 Joden, Lombaerden en Caversynen niet 17 mogten hier blyven, 't en zy zy hun ont-Ga naar voetnoot1718hielen van leening en woeker. Deze oude 19 stukken doen dus zien, dat de Lombaerden,Ga naar voetnoot19-20 20 de zoogenoemde bergen van bermhertig-21heyd, uytgevonden om die woekeraers 22 t' onderplaetsen, alsook hunne benaeming,Ga naar voetnoot22 23 van ons gekomen zyn. 24Het is te gelooven, dat den hedendaeg-25schen schiptimmer en zeevaert den grondGa naar voetnoot25 26 en oorsprong van diën hunnen tegenwoor-27digen stand, die den genen der oude Ro-Ga naar voetnoot2728mynen en Carthageniers zoo zeer overtreft,Ga naar margenoot28 29 aen ons moeten wyten. Want het geneGa naar voetnoot29 30 men van andere volkeren trekt, ontfangtGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 men meest ook met de zelve benamingen 2 door d'uytvinders gegeven. Doch d'andere 3 natiën hebben schier alle een groot deel 4 van hunne zeevaerd - woorden van ons. 5 Zoo hebben, by voorbeeld, de Fransche 6 van ons, alle de namen van winden en ge-7westen, Nord, Zud, Est, Ouest, Nord-8Est, Zud - Est, enz. zy hebben van ons 9 Mast, Mast de Misaine, van Mast, Bazuyn-10Mast; Cale, fond de cale, van Kiel: Stri-11bord, Basbord, van Stuerboord, nederboord:Ga naar voetnoot11 12 Hamac, van Hangmak: Belandre, Bilan-Ga naar voetnoot1213dre, Houcre, Hourque, Chaloupe, Flute, Pa-14quebot, Yacht, van Bylander, Binnelander, 15 Hoeker, Sloep, Fluyt, Pakboot, Jacht, 16 en menige andere te lang om op te halen.Ga naar voetnoot16 17D'uytvinding van't zeekompas word vanGa naar margenoot17 18 sommige aen ons, van sommige aen ande-19re toegeschreven. Het vinden van den mag-20neet is oud, en is zeker aen ons niet: hetGa naar voetnoot20 21 hangen van de naeld kan ook aen andere 22 zyn: maer, den uytvond van dit zekerGa naar voetnoot22 23 maeksel, van diën gestadigen waterpas, enGa naar voetnoot23 24 het waer gebruyk daer-van, is naer alleGa naar voetnoot24 25 waerschynelykheyd van ons. Want het 26 word nog tot den dag van heden toe by al-27le volkeren met de windnamen van onzeGa naar margenoot27 28 tael geteekent. En het is zeker meest hier-29van, dat ook alle natiën onze windnamen 30 geleert hebben, en gebruyken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Het juygwoord van 't zeevolk Hou zee,Ga naar voetnoot1 2 in 't frans Tiens mer, schynt zoo veel te 3 meer van ons te zyn, dat het eertyds onze 4 schippers eygen was altyd zee te houden 5 en nooit voor d'ongestuymigheden te vlug-Ga naar voetnoot56ten, gelyk blykt uyt de volgende getuy-7genis van Guicciardinus: ‘Zy doorvaren, 8 zegt hy, ‘met hunne schepen, welkers 9 getal bynaer oneyndig is, alle gewestenGa naar voetnoot9 10 der wereld: jae zy gaen zoo onbevreest 11 op zee, dat-ze op geenen tyd van't jaer 12 laeten te varen, en door geen' ongestuy-Ga naar voetnoot1213migheyd konnen gedwongen worden ee-14nige andere haven als de hunne in te va-15ren, maer kloek en onbeschroomt veg-16ten tegen de stormen en winden: waer-17door zy dus, nooit aflatende, hunne 18 vaerten altyd spoediger doen als andere 19 volkeren.’Ga naar margenoot7-19 20Het ontdekken van America is volgens 21 Thuanus tom. 1. liv. 1. num. 3. niet aenGa naar margenoot21 22 Colombus alleen toe te schryven. Eenider 23 weet, dat in 1491. diën Genuëesschen waeg-24hals daer niet zonder eenige voorwete,Ga naar voetnoot24 25 blindelings en op woest gevaer naetoe ge-Ga naar voetnoot2526zeylt is: waerschynelyk was hy onder-27rigt wegens die Nederlanders, de welkeGa naar voetnoot27 28 den zelven auteur zegt eerst ontdekt te heb-29ben d'Azorische eylanden onder het geleyGa naar margenoot29Ga naar voetnoot29 30 van zekeren Betencourt Nederlander, die-Ga naar margenoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1ze in bezit genomen en aen de Spaniaerden 2 verkogt heeft, en naer zyne wederkoomstGa naar voetnoot2 3 de maere deed loopen van een ander vast-4land over genen kant die Eylanden.Ga naar voetnoot4 5D'herstelling van de schoone konsten, 6 en voornamentlyk van den griekschen en 7 latynschen letterstand, is zeker voor hetGa naar voetnoot7 8 meeste aen 't Nederland toe te schryven. 9 Waer-in wel den eersten lof toekoomt aen 10 Erasmus van Rotterdam, en waer toe ze-Ga naar margenoot1011ker niet wynig heeft toegebragt diën eer-Ga naar voetnoot1112tyds zoo bloyenden stand van d Universi-Ga naar voetnoot1213teyt van Loven, en daernaer onzen geleer-Ga naar margenoot12-1314den Lipsius en meer andere.Ga naar margenoot14 15Wie heeft de konst der Medecynen 16 weergebragt van haer' Arabische guyche-Ga naar voetnoot1617leryen, als Boerhaven en Vanzwieten?Ga naar margenoot17 18Wat zullen andere natiën in de weten-19schap der rechten weten te stellen tegen 20 Van Espen, Grotius, Voet, Vinnius enGa naar margenoot20 21 meer andere? wie heeft ooit de kerkelyke 22 rechten zulk licht gegeven als den eerst-Ga naar margenoot21-22Ga naar voetnoot2223genoemden? 24Aen wie moet het mensdom dankwe-25ten diën alderheylzaemsten vond der boek-Ga naar voetnoot2526drukkerye, als aen he Nederland? waer-27in naest Haerlem onze Stad van Antwer-Ga naar margenoot2728pen wel den eersten lof toekoomt. 29De koetsmakerye, waer mede Brussel 30 wederom proenkt, die reytuygen in rie-Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1men gehangen, zyn van de Nederlanders. 2 Uyt Cefar en andere oude schryvers zienGa naar margenoot2 3 wy, dat wy hier zoo veelerlye rytuygen 4 hadden, dat-er de Romynen verscheyde 5 van ons hebben naegemaekt. Naer d'onzeGa naar voetnoot5 6 gekent te hebben, heeft Roomen terstond 7 de reykoetsen aenveerd in plaets van deGa naar voetnoot7 8 draegkoetsen: voor de reyze gebruykten 9 zy terstond niet als d'onze. Virgilius zegtGa naar voetnoot9 10 ergens Belgica esseda: Cicero van gelyken,Ga naar margenoot9-10 11 en raed ook in eenen brief iemand voor 12 ryskoets aen het essedum Belgicum. Luca-Ga naar margenoot10-1213nus en andere schryven d'uytvinding van 14 een ander rytuyg onder den naem van Co-15vînus ook toe aen't Nederland: een ander,Ga naar margenoot12-15 16 genoemt Petoritum word in den Nomen-17clator overgezet Nederlandschen wagen, be-Ga naar margenoot16-1718dekten wagen. Cicero zegt dat by de Gal-19len, by ons, eenen voerman Rhedarius ge-20noemd wierd. Dit is ons woord Ryder: en 21 het latyns woord Rheda schynt niet an-Ga naar margenoot18-2122ders te zyn als ons veroudert Reyde 't welk 23 nog, gelyk Wolfgangus Lasius zegt in ee-Ga naar margenoot2324nige deelen van Duytsland een koets be-25teekent. Essedum schynt nog te zyn ons 26 woord Seeze, 't welk zeker zottelyk geschre-Ga naar margenoot2627ven word Chaise. Wy hadden-er ook die 28 dienden voor den oorlog en bewapent wier-29den met mannen of vastgemakte stekendeGa naar voetnoot29 30 en snydende wapens, gelyk den voornoem-31den Covinus.Ga naar margenoot2-31 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Alhoewel het buspoeder van onz' uyt-Ga naar voetnoot12vinding niet en is, maer van Duytsland; 3 zoo schynt evenwel het kanon van ons te 4 wezen. Want op het stadhuys van Door-5nik vindmen nog het proces en vonnis vanGa naar margenoot4-5 6 eenen borger, die, de kracht van 't kanon 7 zyner uytvinding willende op eenen muer 8 beproeven, den zelven buyten verwagting 9 doorschoot en' erachter eenen mensch dood-10de. Het vonnis verklaert hem onschuldig, 11 als niet gekent hebbende de kracht van zyn 12 tuyg. Zyn kanon was vierkantig van saem-13gevoegde platen, en zyne ballen waren 14 teerlingsgewys. Waer van schynt te zynGa naar voetnoot14 15 het spreekwoord Il a tiré tous ses carreaux. 16De bommen, zoomen zegt, zyn uytge-Ga naar voetnoot1617vonden te Venloo, en eerst gebezigt teGa naar margenoot17 18 Bommel, waer van zy schynen den naemGa naar margenoot18 19 te hebben. 20Guicciardinus en andere schryven ons 21 toe niet alleen het maken van die konsti-22ge orloziën van zy nen tyd, maer ook d'uyt-Ga naar voetnoot2223vinding der zelve. Meldende daer nog by, 24 dat-er dan meer van die in Braband alleen 25 waren, als voorders in geheel de wereldGa naar voetnoot25 26 samen.Ga naar margenoot20-26 27Hy schryft ons van gelyken ook toe 28 d'uytvinding van allerlye slag van Orgels 29 en musicale instrumenten, en de Beyaerden.Ga naar margenoot27-29 30 En ook nog hedendags vindmen nergens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 zoo schoone en uytmuntende Orgels nog 2 zoo vele Beyaerden, als hier. 3De hoedemakerye, dit uytvindsel van 4 den wol door het vocht en warmte als ee-5nen wasch te vormen, de hoeden, dieGa naar margenoot3-5 6 eerstelyk nae de drachten van den tydGa naar voetnoot6 7 gants anders waren als heden; die, gelyk-8ze nu zyn, niet alleen een bekwaem hoofd-Ga naar voetnoot89deksel, maer ook een schoon sieraed zyn, 10 die zeker beter staen in wezendheyd opGa naar voetnoot10 11 een mannelyk hoofd, in afbeldsel onderGa naar voetnoot11 12 den arm; is zeker d'uytvinding van de na-Ga naar margenoot3-1213tie die zoo langen tyd het wollewerk al-14leen gehad heeft. Ook het is door Neder-15landers, door de Hollanders, dat zy in 16 d'ander eeuw eerst in China gebragt zyn, 17 en zoo zeer aen den Keyzer behaegden, 18 dat hy zyde dat dit een' koninglyke dracht 19 was. En eene voordere proef dat die vanGa naar margenoot14-19Ga naar voetnoot19 20 ons zyn, is, dat nog tot heden toe hier de 21 hoedemakerye beter is, en meer bloeit als 22 elders. 23Die zoo wonderbare als nutte hulptuy-24gen der konsten, d'Electriciteyt, lonkpy-Ga naar voetnoot2425pen, telescopen, en microscopen, zyn uyt-26vindingen van de Hollanders. 27De windmeulens draeyende kappen te 28 geven is de gene van eenen Vlaming.Ga naar voetnoot28 29Den zoo huyshoudigen uytvond van hetGa naar voetnoot29 30 zouten van den haring; van diën mensmin- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1nenden visch, die hem op zekere tydenGa naar voetnoot1 2 van 't jaer in grooten overvloed koomt ge-3vangen geven, en voor 't grootste deel zou 4 onnut zyn, waer 't dat hy niet kon bewaert 5 worden; wiëns sleet en vertier nog heden-Ga naar voetnoot56daegs voor de leegere Nederlanders eenenGa naar margenoot6 7 zoo kostelyken schat is; dezen uytvond, 8 is van Wilem Beukelens in Vlaenderen:Ga naar margenoot8 9 van wiëns naem waerschynelyk nog den 10 zelven visch, naer dat hy gerookt is, Boeks-Ga naar voetnoot1011hering, als Beukelshering, genoemd word.Ga naar margenoot10-11 12 En aen wie de dankbare nakoomst te Bier-Ga naar voetnoot1213vliet een treffelyke graf stede vereert heeft.Ga naar margenoot12-13Ga naar voetnoot13 14Onze natie heeft niet alleen altyd geest 15 en vinnigheyd doen blyken in al wat uyt-Ga naar voetnoot1516gaet op het waer nut en noodzakelyk; maerGa naar voetnoot16 17 zelfs ook in 't geen de vermaken, heerlyk-Ga naar voetnoot1718heyd en sieraden raekt. Zoo hebben wy 19 eerst van al, gelyk verschyde schryvers 20 getuygen, gaen de proef doen van wilde 21 roofvogels, valken, arenden, sperwers en 22 diergelyke tam te maken, en daer medeGa naar voetnoot22 23 niet alleen vligende, maer ook loopende 24 wild te vangen.Ga naar margenoot18-24 25Zoo is ook van ons gekomen, van den 26 zoo lang onverhouwbaer geachten DiamantGa naar voetnoot26 27 aen 't vermogen der menschelyke handen 28 t' onderwerpen en te temmen, hem te 29 klieven, van eenen twee te maken, zyn 30 vuer te verhelderen, en hem een' gedaenteGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 te geven nae verlangen. Zy zyn nog nietGa naar voetnoot1 2 alle overleden die deelachtig geweest zyn 3 aen dit geheym, als het nog aen Antwer-4pen alleen was, en eenen oneyndigen ryk-5dom aen die stad gaf.Ga naar margenoot25-22.5 6De schilderkonst is wel uytgevonden 7 van oude tyden: doch wy zyn ongetwyf-8felt daer van niet alleen de herstelders,Ga naar voetnoot8 9 maer die de welke ze verbetert en verre 10 gebragt hebben boven 't geen zy ooit in 11 eenigen tyd geweest is. De schilderverwen 12 te mengen met olië, en daer door de schoo-13ne voortbrengsels van die konst duerzaem 14 te maken en schier te vereeuwigen, is d'uyt-15vinding van zekeren Jan Van Eyk van 16 Brugge in 1410. gelyk Georgius VasariusGa naar margenoot15-16Ga naar margenoot16 17 getuygt. Wy hebben hier-in eertyds en 18 nog tot den dag van heden alle andere vol-19keren overtroffen. Den beroemden RubensGa naar margenoot19 20 en hondert andere zullen voor altyd een' 21 eer zyn voor onze natie. Nog hedendaegs 22 hebben wy-er hier, en in verschyde hoven 23 en gewesten van de wereld, die misschien 24 niet of wynig aen onzen AntwerpschenGa naar voetnoot24 25 Apelles moeten wyken.Ga naar margenoot25Ga naar margenoot21-25 26De schildering op glas is volgens Guic-27ciardinus een Nederlandsche uytvinding,Ga naar margenoot26-27 28 en word ook nergens meer gevonden, als 29 hier in onze kerken: zy word nog door ee-30nen uytnemenden konstenaer in 't leven ge-Ga naar margenoot3031houden in deze stad Brussel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Onze beldhouwerye, beldvormerye, beld-2gieterye, plaetsneyderye en plaesterkonst,Ga naar voetnoot2 3 hebben hier van eerst-af, ook tot heden 4 toe neffens de schilderkonst gebloyt en ver-Ga naar voetnoot45maerde namen gemaekt. En nog heden-6daegs zyn er onder ons die aen geene vanGa naar voetnoot6 7 de gántsche wereld en misschien aen geenen 8 Phidias, of Praxiteles moeten wyken: maerGa naar margenoot8 9 die helaes! zoo wel als de schilders onge-Ga naar voetnoot910loond, en zelfs ongekent zyn, by ons eerst.Ga naar margenoot5-10Ga naar voetnoot10 11Een ander, maer het alder heerlykste 12 schilderwerk, die schoone tapyten, waer 13 eertyds Oudenaerde en ten deele BrusselGa naar margenoot13 14 mede bloyden is in deze Nederlanden uyt-15gevonden en tot zyne volmaektheyd ge-Ga naar margenoot14-1516bracht. Men vind van onze tapyten gemaekt 17 van in 1400. Maer, helaes! Lodewyk den 18 XIV. Koning van Vrankryk heeft ons in 19 zyne Oorlogen, en verblyf van zyne troe-20pen te Brussel, dit sierlyk konstwerk ont-Ga naar voetnoot2021leyd, met onze werklieden naer Vrankryk 22 te trekken door geld, beloften en allerley 23 volkomingen: tot zelfs de gene van hetGa naar voetnoot23 24 medenemen van Brouwers om hun in hun-25ne nieuwe stichting binnen Parys hunnen 26 gewoonelyken drank, het bier, niet te la-27ten gebreken. Daer bloeit het nu, en byGa naar margenoot17-27Ga naar voetnoot27 28 ons is het in zyn uyterste: en wy hebbenGa naar voetnoot28 29 in 't geheel nog een fabriek: 't welk zal 30 ophouden, zoo men zegt, met de dood 31 van zynen meester.Ga naar margenoot27-31 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Wat jammer wederom het verlies van 2 een konstwerk door ons geschapen, 't welk 3 hier zoo vele handen deed leven! wat jam-4mer van zoo schoone konst die wel d'eerste 5 is om tempels en palyzen te versieren! 6Guicciardinus, daer hy schryft van onsGa naar voetnoot6 7 vernuft en geestigheyd om alles naetema-Ga naar voetnoot78ken, voegt daer by, dat hier inzynen tyd 9 verschyde stoffen van zeyde, gelyk aen 10 die van den Oosten, gemaekt wierden. D'Eu-Ga naar margenoot6-10Ga naar voetnoot1011ropische zeywerkerye dan, indiën zy onsGa naar voetnoot11 12 niet haren oorsprong schuldig is, moet ons 13 eventwel zeer veel dank weten. 14Een zaek, die misschien hedendaegs zal 15 wonderschynen, is, dat de herstelling vanGa naar voetnoot15 16 't muziek meer aen ons, als aen d'Italia-17nen toe te schryven is. Den zelven Guic-18ciardinus, zelf Italiaen, die hier lang ge-19noeg onder ons gewoont heeft, getuygt 20 hier van alzoo: ‘Deze Nederlanders, zegt 21 hy, zyn waerlyk d' eerste in 't muziek. 22 Konst, die zy op den goeden voet ge-23stelt en tot d' uyterste volmaektheyd ge-Ga naar margenoot22-2324bragt hebben: die hun zoo natuerlyk en 25 als ingeboren is, dat, zoo vrouwen als 26 mans niet alleen met de grootste welge-27valligheyd, maer ook met d'uytnemend-28ste welluydendheyd, en gestemming of 29 harmonie op mate zingen van de natuer, 30 zonder het geleert te hebben.’ Hy geeftGa naar margenoot20-30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 hier-van zoo vaste proef en redens van we-Ga naar voetnoot12tenschap, dat hy met naem, toenaem en 3 geboorteplaets noemd een zeer groot getal 4 van onze voornaemste zangkonstenaers, 5 die, zoo hy zegt, in alle hoven van Chris-6tene Princen aengchaelt, geacht, en onderGa naar voetnoot6 7 verscheyde eertitels de wereld door ver-8spreyd waren.Ga naar margenoot30-25.1-8 9Onze vinnige vrouwen, die zeker in 'tGa naar voetnoot9 10 hier vorens opgehaelde al veel deel gehadGa naar voetnoot10 11 hebben met de mans, hebben ook niet 12 achtergebleven iet van 't hun aen de wereldGa naar voetnoot12 13 te geven, te weten het zoo sierlyk als prach-14tig konstwerk, de kanten. een werk waer-15van nog over niet zeer lange jaren zooGa naar voetnoot15 16 menige duyzende handen binnen ons land 17 leefden, en eene vrouw in staet was man 18 en kinderen op haer spellewerk t'onderhou-Ga naar voetnoot1819den. 't Welk wy nog heden wel schier al-20leen hebben, maer, helaes, verdrukt zit 21 onder het uytheems gebied van de mode.Ga naar voetnoot21 22Tot den dag van heden toe moeten alle 23 natiën ons den lof geven van de beste land-24bouwers te zyn. En zeker geen land in de 25 wereld is zoo verzorgt, bebouwt en tot 26 nut gebragt, als deze onze landstreke,voor-27namentlyk Vlaenderen. Onder onze han-28den zandachtige, dorre gronden zyn vrugt-29baer' akkers. Het schoon Land van WaesGa naar margenoot29 30 't welk heden door d' oordeelryke ryzersGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 voor een wonder van landbouw en bevol-2king bezogt word, de welbevolkte Kem-3pen en verschyde andere deelen van Vlaen-Ga naar margenoot2-34deren en Brabant, moeten schier gants hunGa naar voetnoot4 5 wezen aen onzen arbeyd. Wat vremdelingGa naar voetnoot5 6 zal niet verwonderen, verschyde huyshou-Ga naar voetnoot67dens te vinden, waer man, vrouw, dry, 8 vier, vyf kinderen treffelyk bestaen op dry,Ga naar voetnoot8 9 vier, vyf bunderen land, en daer zulkenGa naar voetnoot9 10 man op d'enkele winsten van zynen akker,Ga naar voetnoot10 11 in staet is acht, tien, twelf duyzent gul-12dens voor uytzet aen zyne kinders te der-Ga naar voetnoot1213ven? waer zal-men gantsche landstreken 14 vinden die zoo bevolkt zyn, dat schier elke 15 dry, vier of vyf bunderen een huyshoudenGa naar voetnoot15 16 hebben? daer gantsche dorpen zyn, die nogGa naar voetnoot16 17 wagen, nog karre, nog ploeg en hebbenGa naar voetnoot17 18 voor den landbouw? waer zelfs een tee-19ken van uyterste bebouwtheyd is, voor 20 karre en ploeg niet te zien bezigen als kor-Ga naar voetnoot2021dewagen en schup? Daer geene poozen ofGa naar voetnoot21 22 schoren en zyn als de vermoytheyd en denGa naar margenoot22Ga naar voetnoot22 23 nacht. Daer hekel, spinnewiel en getouwGa naar voetnoot23 24 niet meer rust laeten in den winter onder 25 't dak, als 't zomerwerk in de locht! daer 26 't veld verzorgt is als eenen hof,en elkenGa naar voetnoot26 27 akker 's jaers twee of drymael vruchten 28 draegt! daer zyssel en pik zoo haest nietGa naar voetnoot28 29 weg en zyn, of ploeg en schup zyn we-30derom daer! | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Dit is het geen ik om d'uytmuntendheyd 2 onzer natie een wynig vast te stellen heb 3 by een gezogt. Maer dat men niet en py-Ga naar voetnoot34ze dat dit het al is. Want ik en twyffeleGa naar voetnoot4 5 niet, of, waer 't zaken my den tyd gebeur-6de, daer waer veel by - te - vinden. MaerGa naar voetnoot5-6 7 eventwel daer is genoeg om te doen zien, 8 dat het Nederland, en zelfs Braband alleen 9 veel meer goeds en nutte uytvonden aenGa naar voetnoot9 10 de wereld heeft gegeven, als alle d' ande-11re hedendaegsche natiën samen. En dat wy 12 ons in vernuft, verstand, werkzaemheyd, 13 vryzugtigheyd, kloekmoedigheyd, en alleGa naar voetnoot13 14 goede hoedanigheden van geest en lichaem 15 ten minsten niet moeten minder achten, 16 als eenige natie ter wereld. 17En waer-van koomt nochtans, dat wy 18 met den mond wyt open staen, als wy ee-19nen Linguet of diergelyke hooren spre-Ga naar margenoot19Ga naar voetnoot1920ken? ons altyd gewillig achter den Frans-21man houden en hem den toon boven ons 22 laten nemen? wy hebben die nederigheyd 23 niet altyd gehad. In Cesars tyden wildenGa naar margenoot23 24 wy niet alleen onder de Gallen of Fransche 25 niet gerekent worden, maer staken zeker 26 ook wel 't hoofd boven hun uyt: die edele 27 en zelfs onootmoedige antwoorden die wyGa naar voetnoot27 28 gaven aen diën Roomschen Hoofdman: 29 die onze twee Nederlanders, twee Vriezen,Ga naar voetnoot29 30 de welke te Roomen eens in de schouw- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1burgtgezeten, eenige vremde lieden in d'eer-2ste rangen merkende, emnaer bevragingGa naar voetnoot2 3 voor antwoord bekomen hebbende dat dit 4 gezanten waren van die volkeren die de 5 meeste verdiensten behaelt hadden op deGa naar voetnoot5 6 Republiek, terstond opstonden en d'eer-7ste plaets namen, zeggende dat hun die 8 plaets toekwam, doen wel zien hoe verre 9 wy dan waren van alle nederigheyd. In denGa naar margenoot29-28.9 10 tyd, dat wy hier zoo verre boven alle vol-11keren uytstaken in luyster van fabriken,Ga naar voetnoot11 12 konsten koophandel en rykdom, en alles 13 arm en klyn zagen onder ons; in den tyd 14 dat het Frans hof hier in Vlaenderen de 15 borgers zag een' koninglyke pracht voe-16ren; dat eenen Hertog van Braband en Lim-17borg volslage hoven gaf aen Fransche enGa naar voetnoot17 18 Engelsche princen; dan waren wy zekerGa naar voetnoot18-19 19 zoo kruypende niet achter de Fransche: en 20 ook d' andere natiën, Engelsche, Spaniaer-21den en Italianen zyn het nog niet nog ooitGa naar voetnoot21 22 geweest Waerom zyn wy het dan? hoe 23 zyn wy het geworden? Terwyl wv reeds 24 in konsten en wetenschappen zoo veel voor 25 hadden, was-het ons gemakkelyk voor teGa naar voetnoot25 26 blyven; en nogtans wy vinden ons achter.Ga naar voetnoot26 27 Waerby koomt dit? hoe zyn wy zoo ge-Ga naar voetnoot2728deyst in konsten en grootmoedigheyd?Ga naar voetnoot28 29Wy moeten deze vernedering van onzen 30 volksaerd, en afneming onzer konsten nietGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 wyten, als aen 't huys van Burgondiën.Ga naar margenoot1 2 Te weten, als dit aen de souveryniteyt 3 dezer landen gekomen is, heeft het hier 4 een groot huysgezin nagesleept. Het steldeGa naar voetnoot4 5 terstond het gants Gouvernement en d'eer-6ste raden in 't Frans. Naer het Hof moestGa naar margenoot4-6Ga naar margenoot5-6 7 zig den edeldom voegen; en nae d' eersteGa naar voetnoot7 8 raeden alle de voornaemste ampten. DusGa naar margenoot8 9 al wat iet was, of iet wilde wezen, sprakGa naar voetnoot9 10 het frans. Door dit wulig{?}en volkryk hof,Ga naar voetnoot10 11 en zoo menige fransche opper-en-onder-12bediendens der Raden{?}die men moest uytGa naar voetnoot12 13 Vrankryk trekken, was deze stad over-Ga naar voetnoot1314stroomt van Fransmans, en nam, zoo veel 15 mogelyk, hunne tael ook aen. Die spraek 16 dus, die de gene was van 't Hof, van 't 17 Gouvernement, van d' eerste Raden, van 18 den edeldom, aenveerd en geëerd door deGa naar voetnoot18 19 hoofdstadt, kon niet misschen het geheelGa naar voetnoot19 20 land door met een'blinde ingenomendheyd 21 boven d' onze in acht te komen.Ga naar voetnoot21 22Middelertyd is die verandering voor-23gevallen by de welke alle natiën hunneGa naar voetnoot23 24 moederlyke tael hebben gaen oeffenen. TeGa naar voetnoot24 25 weten eertyds de tael der konsten in gants 26 Europa wa 't latyn: ten lesten men heeftGa naar voetnoot26 27 gaen merken hoe zeer de konsten leden 28 door die vremde en reeds doode spraek: 29 hoe zeer welsprekendheyd, dichterye, to-Ga naar voetnoot2930neelen en menige andere zaken onmogelyk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 waren buyten de moederlyke tael: elk heeftGa naar voetnoot1 2 de zyne gaen oeffenen en heest seffens 'tGa naar voetnoot2 3 goed er van gevoelt. Wy hier, in plaets 4 van ook d'onze aentedragen, zyn van vremdGa naar voetnoot4 5 gevallen op vremd: of, 't geen erger is; wyGa naar margenoot4-5Ga naar voetnoot5 6 hebben 't kwaed verdobbelt, het frans ge-7nomen by 't latyn. 8Hierdoor dan moest den Fransman in 9 spreken en schryven by ons veel voorheb-Ga naar voetnoot910ben. Dit moesten wy noodzakelyk wel ge-11voelen, ende dus hem niet zonder reden 12 de voorhand geven. Hierdoor dan moetenGa naar voetnoot12 13 wy altyd, zoolang wy het frans houden 14 voor de tael die d' onze wezen moet, ons 15 In redenvoering, gezelschap, en al waer 16 net en sierlyk spreken een voordeel is, on-17der den fransman houden: hier van onzeGa naar margenoot12-17Ga naar voetnoot17 18 vernedering en overttuygtheyd dat wy vanGa naar voetnoot18 19 aerdswegen iets slechter zyn als hy: hier-Ga naar voetnoot1920van dit waer verval en verachternis onzerGa naar voetnoot20 21 konsten: die nog het gemeyn in d' inbel-Ga naar voetnoot2122ding dat wy iet minder zyn, versterkt, en 23 doet volherden.Ga naar voetnoot23 24Maer aleer de meerdere onheylen van 't 25 ongebruyk der moederlyke tael voordersGa naar voetnoot25 26 op te halen; zal het niet buyten plaets zynGa naar voetnoot26 27 eerst vooraf te zien, wat hier de moeder-28lyke tael is, en in wat opzigtigheden totGa naar voetnoot28 29 elkanderen en in wat bezondere omstandig-30heden hun de taelen hier bevinden.Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1De moederlyke tael van 't meeste en 't 2 beste van ons land is de Nederduytsche: enGa naar margenoot2 3 zelfs de fransche, oft, om beter te zeggen, 4 de walsche, begrypt nouwelyks een vier-Ga naar voetnoot45de van onze tegenwoordige Nederlanden:Ga naar margenoot5 6 want het hedendaegs Vlaenderen, zeer 7 wynig of niet uytgenomen, en deprovin-Ga naar voetnoot78ciën van Mechelen en Gelder zyn gantsGa naar margenoot8 9 Nederduytsch: die van Namen en Hene-10gouw, wynig uytgenomen, walsch. Lux-11emborg, Doornik en 't Doorniksche met 12 de voordere wedergegeve landstukken zynGa naar margenoot12 13 by nae zoo veel Duytsch als walsch. Bra-Ga naar voetnoot1314is ontrent dry vierdens Nederduytsch en 15 een vierde walsch. Limborg met zyne toe-16landekens ontrent een derde walsch en tweeGa naar margenoot15-16 17 derdens duytsch. 18Het Luxemburgs Duytsch is wel geen 19 opregt Nederduytsch; maer het is event-20wel nog naeder aen 't ons als aen 't Hoog-Ga naar voetnoot2021duytsch: en ik heb meermaels van d'offi-22cieren der Duytsche troeppen die hier on-23langs, mits d'oneenigheyd over de Schel-Ga naar voetnoot2324de, zyn afgestuert geweest, hooren zeggen,Ga naar margenoot23-24 25 dat hun volk niet kon omgaen met de 26 Duytsche Luxemburgers en hunne nae-27bueren, maer dat-ze nogtans gemakkelyk 28 verstonden en verstaen wierden in Brabant 29 en Vlaenderen: zoo dat die Luxemburgers 30 het Nederduytsch zoo naer hebben, als 'tGa naar margenoot30 31 Hoogduytsch. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Het Limborgs duytsch is veelmeer Ne-2derduytsch als Hoogduytsch: ook alle ge-3rechtshoven van 't Duytsch Limborg enGa naar margenoot3Ga naar voetnoot3 4 plegen niet nis onze tael. Voorts d' andereGa naar voetnoot4 5 Duytsche deelen van ons land spreken goed 6 Nederduytsch. 7Schoon onze Walen hunne kinderen op-8brengen, leeren lezen en schryven in 't 9 fransch; hunne moederlyke, hunne lands-10tael, gaet nogtans zoo verre van 't fransch 11 af, dat de ware fransche hun geensints enGa naar voetnoot11 12 verstaen. De Luykenaers, die schier bin-13nen ons land gezeten zyn, maken somtydsGa naar margenoot12-13 14 dichten en liedekens in hun wals: dog ee-15nen fransman zal dit zoo min verstaen, 16 zelfs minder, als het spaensch oft italiaens: 17 zoo dat het wals zoo min frans is, als het 18 spaens. Het is daerenboven een' zeer lee-19lyke tael, en, gelyk Guicciardinus zegt, 20 Sermo corruptus valde, & perabsurdus.Ga naar margenoot19-20 21Deze stad Brussel heeft het Nederduytsch 22 en het frans. Het Nederduyts is d' oude 23 moederlyke tael. Het frans is ons toege-Ga naar voetnoot2324bragt, gelyk gezeyd is, als het huys vanGa naar voetnoot24 25 Burgondiën aen de souveryniteyt dezer lan-26den gekomen is, als het hier een geheel 27 frans Hof, fransche raden en een frans Gou-28vernement gevestigt heeft. Waerschynelyk 29 zullen die eerste fransche huysgenoten van 30 't Hof, hier aengekomen in een vremd land, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 vremde tael en zeden, zig bezonderlyk ge-2tracht hebben te plaetsen ontrent elkande-Ga naar voetnoot23ren in de naebuerte van 't hof buyten d'ou-Ga naar voetnoot34de stad en buyten de binnevesten, waer de 5 wooning dan minder dier zal geweest zyn,Ga naar voetnoot5 6 en waer misschien de stallen waren van een 7 zeer prachtig, wulig, dobbel en drydob-Ga naar voetnoot78bel hof: te weten daerontrent binnen den 9 omtrek tusschen den grooten en klynen 10 Zavel, de buytevesten en de Hoogstraet.Ga naar margenoot4-10 11 Want het is inderdaed binnen deze palenGa naar voetnoot11 12 alleen, dat het Brussels frans eenen schyn 13 van moederlyke tael heeft: zoo nogtans 14 dat het daer niet d'eenige tael is. Want 15 wel ontrent de helligt der huysgezinnen zynGa naar voetnoot15 16 daer nog Nederduytsch, en vele van d'an-17dere helligt hebben byde de taelen samen. 18 Dit gewest kan nae gissing op de kaert, enGa naar voetnoot18 19 andersints, ontrent een vyfde of zesde 20 van Brussel maken, zonder de voorsteden:Ga naar voetnoot20 21 dus zou ontrent een vyfde of zesde van Brus-22sel half frans zyn: zoo nogtans dat dit 23 half vyfde of zesde, of dit tiende of twelf-24de deel nog zeer gemengelt is met Neder-Ga naar voetnoot2425duytsch: zoo dat dus maer een achtiende 26 of twintigste deel van Brussel voor frans 27 te rekenen is: het welk, met een ander po-28litiek te volgen als dat van heden, welGa naar voetnoot28 29 haest verdwenen waer. Daer zyn inderdaed 30 nog wel andere fransche huyzen in d' an- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1dete gewesten van Brussel en vele die deGa naar voetnoot1 2 twee talen samen hebben en de fransche 3 voor d' eerste houden: maer het en is omGa naar voetnoot3 4 zulke huyzen niet, dat de stad ten deele 5 frans te rekenen is; want dan waer-z' ookGa naar voetnoot5 6 ten deele Engelsch en Hoogduytsch: en 7 Londen, Berlyn, en Amsterdam waren 8 ook eensdeels fransche steden. Ook is hetGa naar voetnoot8 9 waer, dat de dry vierdens van deze stad 10 het frans min of meer konnen spreken, 11 en het meest willen spreken: maer daerom 12 is zy zoo min frans te rekenen als Honga-13riën latyns, waer schier al, ten minsten 14 al wat lezen en schryven kan, boven de 15 moederlyke tael ook latyn spreekt. Hier by 16 nog in acht genomen, dat het frans hier te 17 Brussel maer een' vremde ingeëntte en reeds 18 verbasterde spraek is; dat het NederduytsGa naar voetnoot18 19 d'oorspronkelyke moederlyke tael is; dat 20 ook tot den dag van heden toe alle zaken 21 van justicie en policie in 't nederduyts al-22leen verhandelt worden; volgt, dat - men 23 Brussel niet moet aenzien dan als een en-Ga naar voetnoot2324kel Nederduytsche stad. 25Aldus gezien zynde wat deelen onzer 26 Nederlanden Duyts en welke Wals zyn;Ga naar voetnoot26 27 laet ons nu zien voor wat deel geheel onsGa naar voetnoot27 28 land Nederduyts en Walsch is. Het aen-29deel 't welk elke van onze provinciën geeft 30 in de gemeyne lands lasten moet ontrentGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 evenredig zyn aen elkers macht en bevolkt-2heyd. In eene somme van twee-en-veer-3tig - duyzent guldens draegt Vlaenderen 4 zestien, Brabant twelf en d' andere samen 5 veertien duyzent: de verdeelingen tusschen 6 d'andere wete ik zoo wel niet: maer Lim-7borg met d'andere landekens van Over-8maze moet wel ontrent een vierde bedra-9gen van Brabant: dus dat het in d'overige 10 veertien zou dry geven. Alzoo dus Vlaen-Ga naar margenoot9-1011deren gants Nederduyts is, Brabant voor 12 dry vierdens en Limborg voor twee der-13dens; zoo koomt hier van de twee - en-14veertig reeds zeven-en-twintig voor't Ne-15derduyts en vier voor't Wals. Den over-Ga naar margenoot10-1516schot van elf geloove op wynignae te mo-Ga naar margenoot15-1617gen gehalft worden tusschen byde de tae-Ga naar voetnoot1718len: want Luxemborg met Doornik, Door-19niksche en andere weergegeve landstukken 20 zyn ontrent half en half: dus blyft nog 21 Mechelen en Gelder tegen Henegouw en 22 Namen: deze leste wegen zeker iet door tenGa naar voetnoot22 23 voordeele van het Walsch; maer genomen 24 dat deze overtreffing wel zoo veel bedrageGa naar voetnoot24 25 als twee van de twee-en-veertig, en dat d'o-26verige elf, aldus gemindert op negen, gehalft 27 worden tusschen de twee taelen; zoo koomt-28er nog eens vier en een half voor't vlaems 29 en zes en een half voor't wals: zoo dat het 30 Duyts dus is als 31½ en 't Wals als 10½ en-Ga naar margenoot25-30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1de dat-er vervolgens nog geen vierde van 2 ons Nederland Wals is. 3En om met eenen oogflag te zien 't be-Ga naar voetnoot34drag van 't Wals tegen 't Vlaems; het 5 Wals is op de minstbevolkte landstrekenGa naar voetnoot5-6 6 binnewaerts het land-in gelegen: 't Vlaems 7 is versterkt op de beste geweften, langs ge-Ga naar voetnoot78heel de zeekusten, op de bezonderste oe-Ga naar voetnoot89vers van de Schelde, de Leye, den Rupel 10 en op de vaerten, waer alles grielt van volk,Ga naar voetnoot10 11 ryk en gelukkig is. Het Vlaems heeft in 12 te brengen de schoonste steden van voor-13naemen rang, Brussel, Gend, Antwerpen, 14 Loven, Mechelen, Brugge, Ipren, Aelst,Ga naar voetnoot14 15 Kortryk, Ostende, Ruremonde, en hetGa naar margenoot15 16 land van Waes 't welk niet als een' grooteGa naar voetnoot16 17 stad is: waer het Wals niet tegen te stel-Ga naar voetnoot1718len heeft, als Bergen, Namen en Doornik, 19 die met dry en samen nog geen Brussel nogGa naar voetnoot19 20 geen Gend alleen en maken. En wie de gele-Ga naar voetnoot2021gendheden der Vlaemsche en Walscheland-22streken kent en de bevolking en weelde 23 der zelve overweerweegt, zal zeker beley-Ga naar voetnoot2324den, dat in myn' opneming het frans nietGa naar voetnoot24 25 te kort gedeylt en is.Ga naar voetnoot25 26Dit zyn tot hier toe de verstrekthedenGa naar voetnoot26 27 van beyde de taelen: laet ons nu elkers 28 zwang, geachtheyd en ongeachtheyd op-Ga naar voetnoot2829halen. In de vereenigde provinciën is het 30 Nederduyts wel niet veronachtzaemt gelyk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 hier; maer het is eventwel ook niet zeer 2 bevoordeelt nog wegens den staet, nogGa naar voetnoot2 3 wegens t volk, 't zy in 't gemeyn, 't zyGa naar voetnoot3 4 in 't bezonder. De vaderlandsche kon-5sten zyn-er wynig of niet voorgestaen:Ga naar voetnoot5 6 hunne gemeyne schryfwyze is hard, on-Ga naar voetnoot67aengenaem, ongesierd, en smaekt nog naeGa naar voetnoot7 8 d'ander' eeuw. Hunne toneelen en gedich-Ga naar margenoot4-89ten zyn 't zelve: die van Kats, Vondel enGa naar voetnoot9 10 de hedendaegsche niet uytgenomen. Zy 11 geven ook door hunne vremde toneelen, 12 vremde taelmeesters, scholen, nieuwsblad-13schryvers en andersints te veel toe aenGa naar voetnoot13 14 vremde talen. Hunne letterkonstschryversGa naar voetnoot14 15 zyn nog vol grove gebreken, en hunne 16 spelwyze is nog verre van hare volmaekt-17heyd. Zoo hebben zy by voorbeld, daerGa naar voetnoot17 18 d' A en d' U lang zyn, die twee vocalen 19 gaen verdobbelen, als in Paal, Huur, daerGa naar voetnoot19 20 wy, gelyk ook Vondel en Kats, die voca-21len bedieden lang te zyn met-er een' EGa naar voetnoot21 22 achter te voegen: en zoo schryven wy Pael, 23 Huer. Inderdaed onze tael vereyscht opGa naar voetnoot23-25 24 vele plaetsen de langheyd der vocalen of 25 stemletters te doen merken, om, by voor-26beld, zak, vel, stil, stof, wullen, succus,Ga naar voetnoot26 27 pellis, tranquillus, pulvis, laneus, t' onder-28schyden van zaek, veel, stiel, stoof, wue-Ga naar voetnoot2829len, causa, multus, vivendi conditio, hypo-30caustum, tumnltuari. Ik belyde dat het veelGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 beter waer eenen algemeynen regel zon-Ga naar voetnoot12der uytneming te maken, te weten vanGa naar voetnoot2 3 de langheyd van alle de stemletters of vo-4calen uyt te drukken met-ze te verdobbe-5len, als d'eene te weten d' A, I en U langGa naar voetnoot5 6 te maken met-er een' E achter te stellen, 7 en d'andere, te weten, d' E en O met-ze 8 te verdobbelen. Maer de Hollanders, in 9 het aennemen van deze nieuwigheyd, heb-Ga naar voetnoot910ben niet gaen eenen algemynen regel aen-11veerden, en alle de vocalen lang maken 12 met-ze te verdobbelen: maer hebben al-13leenelyk de verdobbeling voortgestrekt totGa naar voetnoot13 14 d' A en d' U, en zy hebben de verlenging 15 van d' I nog gelaeten op den ouden voet, 16 en doen die nog lang klinken met-er een' 17 E achter te voegen. Waerom hebben zy 18 d' I alleen uyt hunne verandering gelae-19ten? misschien voor d' Y die van sommi-Ga naar voetnoot1920ge dobbele I genoemd word. Maer heden 21 is zoo in druk, als in schrift overal d' Y 22 genoeg onderschyden van twee II. WaerGa naar voetnoot22 23 het zaken de Hollanders hunnen nieuwen 24 regel algemeyn gemakt hadden; ik zouGa naar voetnoot24 25 hun geerne gevolgt hebben; maer zoo lang 26 eene verbeternis niet zeer merkelyk is,Ga naar voetnoot26 27 oordeele best te zyn, het oud te houden,Ga naar voetnoot27 28 tot dat-er eens eene doorslaende betering 29 beraemt zy.Ga naar voetnoot29 30Maer de Nederduytsche tael is hier wel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 anders mishandelt by ons, en voor al in 2 Brussel: zy is in deze stad niet alleen veron-3achtzaemt, maer ook veracht: men spreekt-4er schier niet als de straet-tael: nouwelyksGa naar voetnoot4 5 eenen geleerden die-ze middelmatig weet:Ga naar voetnoot5 6 't gemyn meynt dat-ze gebrekkig is en ver-Ga naar voetnoot67acht-ze zonder kennen: geenen BrusselerGa naar voetnoot7 8 ost hy zal beleyden, dat hy nooit sermoonGa naar voetnoot8 9 kan schoon vinden in 't vlaems, maer dat 10 dit moet in 't frans en van eenen Fransman 11 zyn; daer zyn-er die vemeyd zyn vlaemsGa naar voetnoot11 12 te spreken in gezelschap oft op de straet: 13 andere, die 't alwillens kwalyk sprekenGa naar voetnoot13 14 om in 't fans te schynen opgebragt te zyn:Ga naar voetnoot14 15 die g'in d'herbergen en kaffehuyzen hert-Ga naar voetnoot1516nekkig zult hooren frans hakkelen, zonder 17 eens in hunne belemmernis naer 't vlaemsGa naar voetnoot17 18 te willen keeren. Onze joeffrouwen zal-19men nooit met eenen vlaemschen kerkboek 20 zien: en gebeurde dit, het sehaemrood zou 21 haest daer zyn. De Romynen ten tyde van 22 Juvenalis waren in de zelve belachelyk-Ga naar margenoot22Ga naar voetnoot2223heyd ten aenzien van 't grieks, gelyk wy 24 ten aenzien van ons frans: waer op den 25 zelven schryver aldus spotde,Ga naar voetnoot25 26Nam quid rancidius, quam quod se non pu-27tat ulla 28Formosam, nisi quae de Tuscâ Graecula facta 29 est? 30De Sulmonensi mera Cecropis? omnia gracè: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Cum sit turpe magis nostris nescire Latinè. 2Hoc sermone pavent, hoc iram, gaudia, curas, 3Hoc cuncta effunaunt animi secreta: quid 4 ultra? 5Concumbunt gracè.Ga naar margenoot26-40.5 6Het geen ik zoo, aen ons toegepast over-Ga naar voetnoot67zette. 8Wat zotter, dan dat haer geen' een' agtGa naar voetnoot8 9 schoon te wezen, 10Dan die van vlaemse myt een heele franse zy,Ga naar voetnoot10 11 Van eene Kempeners een' ware Parisiene!Ga naar voetnoot11 12Al frans: al is 't meer schand in onz' taelGa naar voetnoot12 13 bot te zyn. 14In die tal schroomen-zy, vertoornen, zyn-Ga naar voetnoot1415ze blyde. 16In die tael storten z'uyt hun' zorg jes enGa naar voetnoot16 17 gehym, 18Wat nog? men ........ in 't frans ...Ga naar margenoot18 19Nooit is onze tael eenig aendagt verleent 20 van't hooggezag. Nog hoogschool van Lo-Ga naar voetnoot2021ven nog onze Brusselsche Academi' hebbenGa naar margenoot20-21 22 haer ooit meer gedaen, als niet verworpen.Ga naar margenoot22 23 onze schryfwys' is nog niet gevestigt, en-Ga naar voetnoot2324de en heeft nog die beschaving wegens een'Ga naar voetnoot24 25 openbare hand, die de fransche geproeft 26 heeft, niet ondergaen: en de HollandersGa naar margenoot24-26 27 zyn hier in wynig regelvaster als wy. DaerGa naar margenoot26-27 28 koomt by ons niet uyt in 't vlaems, alsGa naar voetnoot28 29 slegtigheden: en was 't iet goeds; 't waerGa naar voetnoot29 30 ongelezen. Onze tael is gebannen uyt de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 toneelen: zy moet achterstaen in d'aenzi-Ga naar voetnoot12nelykste raden: het meeste van onze lied-3jens, om niet te zeggen alle, bynaer alleGa naar voetnoot3 4 onze nieuwsbladeren en andere dagelyks-Ga naar voetnoot45heden van de pers, zyn frans: en 't zyn de 6 Fransche alleen die daer van d'eer en 't nut 7 bekomen: het zyn zy die hier meest de se-8cretarissen en Pedagogen zyn der groote,Ga naar voetnoot8 9 onze journalisten, onze gazettiers.Ga naar margenoot9 10In deze Fransdolheyd wulen wy nogGa naar voetnoot10 11 tot den dag van heden: jae nu nog meer 12 als ooit, en men ziet in onze tegenwoor-13dige staetsomstandig heden de schoonste za-14ken miskleed of ontsierd door onze gebrek-15kigheden in die tael: ja men ziet-er som-16mige, terwyl het hun vry staet de moe-17derlyke tael te gebruyken, zoo onverdrae-18gelyk frans schryven, dat zy daer toe schy-19nen gedoemt geweest te zyn by wyze van 20 schandboet. Maer laet ons nu voorts be-Ga naar voetnoot2021wyzen, hoe zeer het Frans ons nadeelig is. 22Voor eerst het is onmogelyk een' vrem-23de tael wel, eygentlyk en naer haren geestGa naar voetnoot23 24 te leeren spreken. De Romynen herkennenGa naar voetnoot24 25 op zoo vele plaetsen d'onmogelykheyd 26 voor hun van t grieks wel te leeren, datGa naar voetnoot26 27 ik hier niet noodig acht een ander beroep 28 van schryver daer op te doen als 't volgen-29de: Aulus Gellius spot ergens met eenenGa naar margenoot29 30 Romyn die eenig werk in 't Grieks ge- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1maekt had en daer in voegde een' verschoo-Ga naar voetnoot12ning van zyne taelgebreken op diën datGa naar voetnoot2 3 hy geenen Griek en was. Gellius vraegt hemGa naar voetnoot3 4 wie hem gedwongen had te doen 't welk 5 hy voor eenen Romyn onmogelyk wist. EnGa naar margenoot29-42.5Ga naar voetnoot5 6 by ons, wat vremdeling hebben wy ooit 7 onze tael hooren spreken, die wy niet ter-8stond voor vremd en kenden? van gelyken 9 ons volk, naer al lang in fransche landenGa naar voetnoot9 10 verkeert te hebben, word nog aen de spraek 11 gekent: ook elke tael heeft hare bezonder-12heden in uytspraek, klanken, letters, uyt-13drukkingen en spreuken: die eygendom-Ga naar voetnoot1314men en schier ingeborentheden der moe-15derlyke tael zullen eenigelyk in alle an-Ga naar voetnoot1516dere talen byblyven: zoo hooren wy de 17 Hoogduytsche 't frans anders spreken als 18 d'Engelsche: en zoo geven wy nederduyt-19sche klanken en nederduytsche uytdruk-20kingen in fransche woorden. 21Om overtuygt te zyn, dat wy 't frans 22 nooit wel konnen leeren, dat men maer 23 in zig zelven vrage waerom by ons en on-24ze duytsche naburen alle d'autheurs van 25 fransche nieuwsbladeren, gazetten en jour-26nalen Fransmans zyn en niet eenen Neder-27duyts: dat-men maer eens pyze waeromGa naar voetnoot27 28 wy niet eenen franschen pred cant en heb-Ga naar voetnoot2829ben, en waerom wy alle, die wy-er noo-30dig hebben ontbieden uyt Vrankryk. Waer- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1om gaen onze Brusselers die wy hier opGa naar voetnoot1 2 den Theater hebben niet naer Vrankryk, 3 gelyk-er van daer hier komen? waerom 4 plegen zy ook die gewoonte niet van te 5 gaen van toneel nae toneel? waerom gaenGa naar voetnoot5 6 zy niet naer dat ryk, waer zulke begaeft-7heden wel beter geloont worden als hier? 8 waerom gaen-ze niet, als-ze hier nog on-Ga naar voetnoot89lust uytstaen? niet anders, als om dat z'inGa naar voetnoot9 10 Vrankryk om de vremdheyd hunner uyt-11spraek alleen zouden uytgeschuyffelt wor-Ga naar voetnoot1112den. Het is my meer als eens gebeurt in 13 het toneel neffens Fransmans gezeten te 14 zyn en hun den grootsten lof te hooren ge-15ven aen onze Brusselsche acteurs: maer de 16 loving eyndigt altyd met te jammeren overGa naar voetnoot16 17 d' uytspraek. Indiën die menschen zoo 18 voortgedaen van de natuer en konst, ge-Ga naar voetnoot1819lyk den overleden Bultos, die-er zoo lan-Ga naar margenoot1920ge jaren in was, met eene dagelyksche 21 oeffening niet en konnen geraken tot dieGa naar voetnoot21 22 eyge fransche uytspraek; aen wie zal hetGa naar voetnoot22 23 mogelyk zyn? Den onlangs overleden heer 24 des Roches, die van joengs af het fransGa naar margenoot24Ga naar voetnoot24 25 gehandelt, en het zoo lange jaren als tael-Ga naar voetnoot2526meester geleert en in verschyde schriften 27 geoeffent heeft, beleyd op verschyde plaet-Ga naar voetnoot2728sen, en voornamentlyk in de voorrede van 29 zyne onlangs uytgegeve Histoire ancienne 30 des Pays-Bas zyne gebrekkigheyd in de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 fransche tael, en ontschuldigt zig op diën,Ga naar voetnoot1 2 dat het zyne moederlyke niet en is. HetGa naar margenoot28-44.2 3 werk van den Heer De Neny, die hier inGa naar margenoot3 4 't frans was opgebracht, mishaegt zeer deGa naar voetnoot4 5 fransche ooren. Den Heer Paquot in 't wals 6 opgebracht en geboren, naer zoo lang enGa naar voetnoot6 7 zoo dapper gewerkt te hebben in den fran-8schen en latynschen letterstaet, bekentGa naar voetnoot8 9 opentlyk in 't voorberigt van zyne Memo-10riën op de Nederlandsche schryvers, datGa naar margenoot5-10 11 geene van onze Nederlanders, zelfs ook 12 niet onze Walen naer de netheyd en ey-Ga naar voetnoot1213genschap der fransche tael mogen trach-Ga naar voetnoot1314ten. Den Heer Linguet in zyne nieuwelyksGa naar margenoot8-14 15 hernome jaerboeken en bewimpelt de ge-Ga naar margenoot14-15Ga naar voetnoot1516brekkigheden van 't frans niet die hy vind 17 in Zyne Majesteyts tegenwoordig plakaert 18 van lichting van 2,400,000. guldens: wy 19 meynden nogtans dat een frans Gouver-Ga naar voetnoot1920nement ten minsten er nu heden eenige had 21 die goed frans wisten. Ik ken-er twee, dieGa naar voetnoot21 22 hier somtyds fransche werkskens uytge-23ven, maer eerst alles doen schaven en ver-24beteren door eenen Fransman. Zekeren 25 geleerden Heer, Lidmaet van onze Brusse-26sche Academi' in 't frans opgebragt, had 27 over wynige jaren eene lofrede, die voor-Ga naar voetnoot2728gestelt was door een' fransche Academi' op-29gestelt: maer hy heest onnut gevonden van-Ga naar voetnoot2930ze in Vrankryk in te geven: om dat hem,Ga naar margenoot24-30Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 zoo hy daer-in zelf zegt, altyd de welspre-Ga naar voetnoot12kendheyd en eygenschap der tael moestGa naar voetnoot2 3 ontbreken, en heeft-ze dus hier in druk ge-4geven. Onze hedendaegsche en nieuwelyks 5 uytgegeve fransche schriften van de Sta-6ten en leden der provinciën, steden en be-Ga naar margenoot5-67zondere lieden, die van de Walen nietGa naar voetnoot7 8 uytgenomen, hebben deze taelgebreken: 9 zelfs, gelyk gemerkt is, sommige tot be-10lachelykheyd toe. Onlangs zekeren Frans-11man vroeg hier een' Officiaelsplaets in de 12 Financie: daer wird hem ronduyt geant-Ga naar margenoot11-12Ga naar voetnoot1213woord, dat-men geene Fransche meer aen-Ga naar voetnoot1314veerdde, om dat-ze d'onze te zeer overtref-15fen, en dus nyd en twist veroorzaken. Ik 16 twyffele niet of die reden is waer; maer 17 het is ook wel waer dat eenen Fransman op 18 een Nederduyts, op een Hollands comp-Ga naar voetnoot1819toir noh wel verder zal onderblyven. HetGa naar voetnoot19 20 is maer de vremdheyd der tael en d'onmo-21gelykheyd van daer in iet te worden, dieGa naar voetnoot21 22 daer-van d'oorzaek is. 23Hier blykt dan wat verdooltheyd het isGa naar voetnoot23 24 onze kinders op te brengen in 't frans. Dat-Ga naar voetnoot2425ze dit is eene tael geven die-ze nooit wel 26 zullen weten, nooit net nog eygentlyk spre-Ga naar voetnoot2627ken: dat-ze dit is moetwillig doen slegt ter 28 tael zyn: dat-ze dit is van alle hoop vanGa naar voetnoot28 29 welsprekendheyd en van vele konsten af-30sluyten: dat-ze dit is eene moederlyke tael | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 geven door de welke het onmogelyk word 2 een' andere middelmatig te leeren. Want 3 daegelyks zien wy, hoe zeer een' fransche 4 tong haer minder voegt naer andere talenGa naar voetnoot4 5 als eene Nederdnytsche, en schier nietsGa naar voetnoot5 6 aenneemt van vremde klanken, daer wyGa naar voetnoot6 7 nog andere talen middelmatig leeren.Ga naar margenoot7 8En al konden wy't frans nog eenigsints 9 leeren, er - in welsprekende te worden, is 10 zeker onmogelyk: men heeft in 't Grieks 11 geenen Demosthenes en in 't Latyn geenen 12 Cicero meer gezien naer dat byde die ta-Ga naar voetnoot1213len geene moederlyke meer en zyn Nie-Ga naar voetnoot1314mand zal in een vremde spraek die onleer-Ga naar voetnoot1415bare fynigheden, de welke zelfs de letter-Ga naar voetnoot1516konstschryvers ontvlieden, die eygenheydGa naar voetnoot16 17 van woorden en spreuken, die vaerdige 18 uytdrukking, die oprechte uytspraek, die 19 rykheyd en vloedigheyd betreffen, diënGa naar voetnoot19 20 onvermeydden toon en onbelemmerdeGa naar voetnoot20 21 frankheyd voeren, die tot welsprekend-22heyd noodig zyn. 23Moeten wy de welsprekendheyd versa-Ga naar voetnoot23-2424ken; alle onze konsten zyn gekrenkt, de 25 voornaemste en noodzakelykste eerst: het 26 is deze die moet het zap en smaek gevenGa naar voetnoot26 27 aen alle schrift. Wat zyn stukken van ze-Ga naar voetnoot2728dekonde, dichterye, historie, staetkonde, 29 natuerkonde en diergelyke zonder welspre-30kendheyd? het zyn nogtans deze weten- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1schappen, die den mensch naest raken,Ga naar voetnoot1 2 die rechtsweegs op hem afgaen: die alsGa naar voetnoot2 3 behelzen den Catechismus der borgerlykeGa naar voetnoot3 4 wysheyd; die de menschelyke reden hareGa naar voetnoot4 5 gangen leeren, en zoo de vervoegzaemheydGa naar voetnoot5 6 bevoorderen: 't zy n deze die toegepast zynGa naar voetnoot6 7 aen de meeste menigte, die eenigelyk ra-Ga naar voetnoot78ken: 't zyn deze die meest geene vorigeGa naar voetnoot8 9 konsten of veelvoudige kennis en vereys-Ga naar voetnoot910schen: die niemand afkeeren om hunneGa naar voetnoot10 11 moyelykheyd, maer eenigelyk, bezonder 12 de joengheyd aentrekken door hunne be-Ga naar voetnoot1213haeglykheyd: 't zyn deze die onder 't ge-Ga naar voetnoot1314myn moeten brengen eene betere, redely-15kere manier van pyzen en goeden smaekGa naar voetnoot15 16 over alles, en zoo hunnen invloed hebben 17 op alle konsten tot handwerken, ambach-18ten, koophandel en landbouw toe: 't is van 19 deze, dat den wasdom der konsten moetGa naar voetnoot19 20 beginnen: hy is-er ook van begonst, bezon-Ga naar voetnoot2021der van de dichtkonst, by Joden, Griken 22 en Romynen. 23En wat raekt de dichtkonst in 't bezon-Ga naar voetnoot2324der; hier voor is-er zeker in een' vremde 25 tael geen plaets: want niet is-er vizer,Ga naar voetnoot25 26 niet is-er nouwspeuriger als deze. In eenGa naar voetnoot26 27 alderzappigste rym een 't minste woordje 28 verandert of verplaetst, af of by gedaenGa naar voetnoot28 29 verdoost alle natuerlykheyd en smaek, al 30 is 't dat nog het rym zyne maten houd. EnGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 't geen welgezyd is in in redevoering ofGa naar voetnoot1 2 histori zal tegen 't hoofdspringen in gedicht,Ga naar voetnoot2 3 zonder dat men zal weten waerom. Deze 4 fyne verschilligheden zal niemand in een'Ga naar voetnoot4 5 vremde tael gevoelen.Ga naar voetnoot5 6Alwaer 't dat ons frans onze konstenGa naar voetnoot6 7 niet en krenkte; het is ons eventwel scha-Ga naar voetnoot78delyk, door diën dat het wederom al ee-Ga naar voetnoot89ne tael meer is: want het vlaems en latyn 10 konnen wy niet derven; nemen wy nog 11 't frans by; dit is nog een' tael die wy moe-12ten weten voor tot de konsten te komen.Ga naar voetnoot12 13 Doch hoe meer spraken wy ons noodza-Ga naar voetnoot13-1414ken voor te leeren; hoe meer wy ons deGa naar voetnoot14-15 15 konsten verwyderen. Wat tyd wonnen de 16 Griken die geene tael als 't Grieks en had-Ga naar voetnoot1617den! wat ontlasting van 't geheugen, van 18 de memorie, geene duyzende vremde woor-19den te moeten onthouden! zou die nood-20zakelykheyd van 't Grieks by de Romy-Ga naar margenoot19-2021nen niet ten deele d'oorzaek zyn van hun-22ne minderheyd ten aenzien der Grieken? 23 Gelukkig de Fransche, die reeds zoo verre 24 zyn, dat-ze recht uyt d'Abéscholen hunGa naar margenoot24Ga naar voetnoot24 25 konnen begeven tot die konsten, daer hun-26nen geest op valt! noch gelukkiger, waer 'tGa naar voetnoot26 27 dat-ze hunnen Bybel, hunne scholen der 28 rechten, godsgeleertheyd, medecynen in 29 't frans hadden! 30Door ons frans schynen wy van die mid-Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1delbare geleertheyd en borgerlyke wys-2heyd af geheel het gemeyn, onze bestge-Ga naar voetnoot23moedde en weetgirige borgers, ambachts-4lieden, akkermans, en onze vrouwen: die 5 't frans teenemael niet, of ten minsten zooGa naar voetnoot5 6 verre niet en weten, dat-ze 't met vermaekGa naar voetnoot6 7 of zonder moyelykheyd konnen lezen: dieGa naar voetnoot7 8 daer door als gedoemt schynen tot een' ge-Ga naar voetnoot89zogte onwetendheyd. 10Hier door ontketenen wy de konsten: dieGa naar margenoot10 11 altyd aen een hangen, en d'een' d'andere 12 volgen, helpen, volmaken. Zoo beletten 13 wy den invloed van die der penn' op die 14 van de hand. Het zyn nogtans die van deGa naar margenoot13-14 15 penn' die moeten voorgaen. De Joden had-16den hunnen beroemden tempel niet voorGa naar voetnoot16 17 David en Salomon: Grikenland was wild 18 voor Homerus: te Roomen die konstige 19 stukken van beldhouwerye, schildering, 20 bouwkonst en andere waren-er nog niet 21 voor Cicero en Virgilius: die levende en som-22tyds boven natuer gedrevene beldingen vanGa naar voetnoot22 23 den dichter verzien, ontwekken, voeden,Ga naar margenoot23 24 verheffen eenen leerzamen geest. wie zou 25 zeggen dat de gedichten van Homerus noo-Ga naar margenoot2526dig geweest zyn tot het maken van diën 27 Dondergod, die door zyn statig gezigt zy-28nen konstenaer, Phidias, zelf vervaerde!Ga naar margenoot24-28Ga naar voetnoot28 29 waer op gevraegt zynde hoe hy zoo god-30delyk stuk had konnen uytvoeren; ant-Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1woordde hy dat hy aen 't werk altyd in 't 2 hoofd had deze rymkens van Homerus, die 3 ik alzoo in overzetting geve. 4Dan gaf den grooten god met zwertgewang-Ga naar voetnoot45brouwd' oogen 6Den toewink van gedoog met zyn onsterflykGa naar voetnoot6 7 hoofd. 8Zyn godlyk hair bewoog: men zag de hemels 9 boogen, 10Eenwillig met den god, van eygen wil berooft.Ga naar voetnoot10 11Iliad. 1. vers. 528. 12Zoo schynt ook onzen Antwerpschen Apel-13les bedrift geweest te zyn door den geestGa naar margenoot12-13Ga naar voetnoot13 14 van Virgilius, als den Hertog van MantuaGa naar margenoot14 15 hem onder het schilderen van 't gevecht 16 van Turnus en Eneas hoorde ophalen ditGa naar margenoot15-16 17 en volgende rymen van d'Eneis. 18Ille etiam patriis agmen ciet Ocnus ab oris. 19Lib. 10.Ga naar margenoot19 20Om iet groots van onze geleerde te ver-Ga naar voetnoot2021wachten, zoo lang den staet der talen zooGa naar voetnoot21 22 blyft, gelyk hy nu is, dat is te vergeefs: 23 d'onze, zeker de grootste verstanden eerst 24 van al, zullen in 't frans laten te schry-Ga naar voetnoot2425ven, niet alleen om dat-ze deez' opgehael-26de onmogelykheyd herkennen; maer ookGa naar margenoot25-26Ga naar voetnoot26 27 om d'uytgeputheyd van de konsten in die 28 tael: om dat - ze voorsteeds hun moetenGa naar voetnoot28 28 tael: om dat - ze voorsteeds hun moetenGa naar margenoot27-28 29 gaen vernedert houden onder zoo talry-Ga naar voetnoot2930ke menigte van schryvers. En die hun we-Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1tens en willens tot zulke vernedering zul-2len begeven; dit zullen zeker d'edelste enGa naar voetnoot2 3 grootste verstanden niet zyn: want het zyn 4 deze, die-men tot nogtoe altyd heeft zienGa naar voetnoot4 5 vallen op die soort van schriften, die 't al-6dermeest welsprekendheyd vereysschen, 7 staetkonst, dichterye, philosophie, enz. 8 Maer het zyn ook deze, die wel eerst zul-9len zien hoe onmogelyk de welsprekend-10heyd is in een' vremde spraek, en wat d'ey-Ga naar voetnoot10-1111gelingen van een' tael voor hebben voor 12 de vremde. En een groot verstand, een groot 13 gemoed is niet te vreden met iet minder,Ga naar voetnoot13 14 maer wilt in zyne soort het eerste zyn, 15 nog en zal zig licht begeven daer het een'Ga naar voetnoot15 16 menigte moet boven hem zien. Mogt-meGa naar voetnoot16 17 dan nog iet in 't frans verwachten; menGa naar voetnoot17 18 moet niet groots verwachten: en kwam-erGa naar voetnoot18 19 dog iet groots; wat jammer! hoe veel groo-Ga naar voetnoot1920ter waer 't geweest in de moederlyke tael! 21Niemand dan van d'onze zal zig lichte-Ga naar voetnoot2122lyk vermeten eenig aentreffelyk schriftGa naar voetnoot22 23 van die voornaemste en noodigste soort in 24 't frans t'ondernemen: zal ik my dan be-25geven tot ons Nederduyts? een' tael die 26 veracht is? die-me schaemt te spreken? daerGa naar voetnoot26 27 ik weet dat-me van myn werk zal zeggen, 28 het is maer vlaems, en het ongelezen ne-Ga naar voetnoot2829dersinyten? zekerlyk neen. Wy zullen dus 30 nog in d'een nog in d'andere tael schryven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Droeven staet van onze konsten, wy 2 hebben geen' tael om ze t'oeffenen: enGa naar voetnoot2 3 verwonderen wy ons nog, terwylen zoo ve-4le Fransche, Engelsche, Hoogduytsche ver-5standen uytschynen, geenen eenen verhe-6ven geest binnen onze palen te zien opryzen!Ga naar voetnoot6 7Een merkelyk nadeel is ons nog die 8 vremde tael op de theaters. De toneelen 9 hebben hun goed en hun kwaed. Het goed 10 't welk zy inhebben, is wel voornament-11lyk dit, dat zy wonder dienstig zyn voor 12 de konsten. Dichters, muzikanten, schil-Ga naar voetnoot1213ders hebben hier de bekwaemste oeffening 14 en de nouwste proef van hunne deugd hierGa naar voetnoot14 15 heeftmen 't alderkragtigste aenwekzel vanGa naar voetnoot15 16 al waer maer ang in steekt eenen arbydGa naar voetnoot16 17 van wynige maenden heeft terstond zynen 18 loon en eenen loon voornamentlyk van eer: 19 ende dat doorgaens op een' wyze die niet 20 dan d'aldergevoeligste kan wezen aen al-21wie-ze geschied en aen alwie-er door moet 22 aengewakkert worden: en zonder twyffel 23 in Vrankryk diën luyster der konsten moetGa naar voetnoot23 24 zeer veel aen de toneelen. by ons, door 25 die vremdheyd van tael is-er geene plaets 26 voor onze dichters of zangkonstenaers. 27Voeg hier nog by dat onze theaters omGa naar voetnoot27 28 die vremde tael ons nog te slegter zyn. 29 want die stukken die wy hebben, zyn al-30le oorsprongelyk Fransche; alle toegepastGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 aen den franschen volksaerd, niet aen den 2 onzen. doch, zulken aerd, zulke zeden,Ga naar voetnoot2 3 hertstogten, werken en gedagten. En watGa naar voetnoot3 4 verschil van den Fransman tot den Neder-Ga naar voetnoot45lander! 6Maer, waer 't dat onze tael op de tonee-Ga naar voetnoot67len was; dit alleen, dat het onze tael is, 8 waer aen vaderlandsche gemoederen een'Ga naar voetnoot8 9 behaeglykheyd te meer: men zou somtyds 10 eens iet vaderlands zien, onze bezondere 11 fouten overgehaelt, en onze deugden enGa naar voetnoot11 12 groote daden opgeluystert. 13En waer 't dat-er eenige verandering be-Ga naar voetnoot1314geert wierd; misschien waer die wel zoo teGa naar voetnoot14 15 doen, dat - men de toneelen hun meeste 16 kwaed zou benemen 't geen zy anders me-17debrengen. Men kon zorgen daer op zoo 18 welgezedigde menschen te hebben als mo-Ga naar voetnoot1819gelyk waer. En d'inboorlingen onder hunGa naar voetnoot19 20 volk, onder d'oogen van hunne ouders, 21 bloedverwanten en vrienden, zouden ze-22ker zediger leven en minder oorzaek geven 23 aen het kwaed 't geen Rousseau van hunGa naar margenoot23 24 ducht, als die de welke buy ten hun land by 25 den vremden zyn. En het waer ook ee-26ne behagelykheyd te meer de deugden en 27 grootheyd verbeld te zien door deugdzameGa naar voetnoot27 28 lieden: ten minsten en was-er niet som-29tyds d'onbehaeglykheyd van uyt den 30 mond van eenen Sardanapalus, een' Mes-Ga naar margenoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1salien, eenen Vatinius de redens te hoorenGa naar margenoot30-54.1Ga naar margenoot1Ga naar voetnoot1 2 van eenen Cato of Lucrees. Voorts kon-Ga naar margenoot23men zorgen daer niets te laten verbelden alsGa naar voetnoot3 4 al wat zedig is, en zoo veel vaderlands 5 als mogelyk waer.Ga naar voetnoot5 6Daerenboven de toneelen van eene na-7tie zyn 't eerste, ten minsten 't aenzienelyk-8ste proefstuk van hare konsten, en 't duy-Ga naar voetnoot89delykste bewys van haren voortgang in de 10 goede gustie en konsten. Die natie dan dieGa naar voetnoot10 11 hier-in versaekt iet van 't haer te voren teGa naar voetnoot11 12 brengen, en zoo uytschy nelyke zaken gantsGa naar voetnoot12 13 van den vremden trekt, schynt haer opent-Ga naar voetnoot1314lyk ten onderen te geven aen de vremde:Ga naar voetnoot14 15 hier door dan voeden wy zeker sterk die 16 groote en nergens anders gekende vremds-17gezindheyd die wy onder ons gevoelen: 18 hier door gemisschen wy diën fynen toet-Ga naar voetnoot1819steen onzer konsten. 20Uyt alle dit opgehaelde zien wy dus watGa naar voetnoot20 21 nadeel onze konsten, door die frans ver-Ga naar voetnoot2122waentheyd leyden. Maer het zyn niet deGa naar voetnoot22 23 konsten alleen die hier door leyden; het is 24 daer door ook dat voor deze leste opgistin-25gen onzen vrydomsgeest zoo was verval-Ga naar margenoot24-2526len: want liefde tot het vaderland en kon-27sten gaen schier altyd samen: zy geven 28 veel aen elkanderen: men heeft het zoo 29 gezien by de Grieken en Romynen En in-30derdaed als 't vaderlandschap buyten 't ge- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1val is van gedurig getergt te zyn; moet hetGa naar voetnoot30-55.1Ga naar voetnoot1 2 door de konsten verlicht en gevoed wor-3den of het verslapt, gelyk wy zelfs on-Ga naar voetnoot34langs hier en in Holland geproeft hebben.Ga naar margenoot4Ga naar voetnoot4 5 En van gelyken de konsten zonder vader-6landerschap zyn veel minder en verliezen 7 veel: want zal de vaderlands liefde niet 8 grooter, beter, redelyker en gesierder zyn,Ga naar voetnoot8 9 waer-ze verlicht en gedreven is door de 10 konsten? waer welsprekendheyd, gedich-11ten, toneelen, schildering, belden, opschrif-12ten, enz. niet ophouden van-ze op te wek-13ken en overal te raken? zullen ook welspre-14kendheyd, toneelen, gedigten, redekunst, 15 histori' en diergelyke niet grooter, edelder, 16 ryker zyn waer-ze begeest zyn wegens 'tGa naar voetnoot16 17 vaderland? 18En zoo zeer is onze fransgezindheyd niet 19 samenstandig met een' ware vaderlands lief-Ga naar voetnoot1920de, dat zy zelfs daer-van eenen inbreuk is.Ga naar voetnoot20 21 Daer verschillige mogendheden in onder-Ga naar voetnoot2122handeling treden, elke denkt- er haer' eer en 23 weerdigheyd aengelegen, dat het verdrag in 24 hare tael verleden zy. Valerius MaximusGa naar margenoot24Ga naar voetnoot24 25 in het capittel van de gebruyken der Room-26sche staetsbediende zegt, dat die, al warenGa naar voetnoot26 27 zy doorgaens in 't Grieks wel hervaren,Ga naar voetnoot27 28 nooit anders als in 't latyn aen de Griken 29 antwoord gaven: en dat zy die niet alleenGa naar margenoot29 30 binnen Roomen maer ook in Grikenland | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 en Asia deden door taelmans spreken in 'tGa naar voetnoot1 2 latyn: dat ook de vremde talen gebannen 3 waeren uyt alle de Rechtshoven van 't 4 Rooms gebied. De redenen van die oudeGa naar voetnoot4 5 plegen bedied hy te wezen, om zoo te be-Ga naar voetnoot56waren de hoogweerdigheyd van 't RoomsGa naar voetnoot6 7 volk en van hunne ampten: om buyten 8 raek te zyn van de kracht en vloedendheydGa naar voetnoot8 9 der Grieksche sprack: om de latynsche tael 10 met meer achtbaerheyd te verbreyden on-11der alle volkeren: op dat-er niets RoomsGa naar voetnoot11-12 12 ergens-in onder t vremd en waer.Ga naar margenoot24-56.12 13Zoo eerden zy de moederlyke tael, schoon 14 zy daer van de minderheyd tegen de Griek-Ga naar voetnoot1415sche wel zagen: de hunne nog ongeschaeftGa naar voetnoot15 16 en ongeregelt; de Grieksche vol allen schikGa naar voetnoot16 17 en sierlykheyd: de hunne hard en onaen-18genaem, zoo zy zelfs belyden; de Griek-Ga naar voetnoot1819sche zoet en vloedende, ee gelyk ValeriusGa naar margenoot19Ga naar voetnoot19 20 en Seneca zeggen, Lingua volubilis: de hun-Ga naar margenoot2021ne arm en onverzien van schriften en ge-Ga naar voetnoot2122leerdheyd; de Grieksche overvloedig in al-23le konst en wetenschap: 't latyn de tael 24 van boeren en soldaten; het Grieks de spraek 25 der konsten, de spraek van een geëert en 26 aldergesierdste volk; 't latyn de tael vanGa naar voetnoot26 27 een klyn latium; het Grieks verbreyd doorGa naar margenoot27Ga naar voetnoot27 28 rykbevolkte landen in Asia en Europa en 29 in Italiën zelf: met wat oogen zouden zul-30ke vaderlanders hebben zien invoeren een' | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 tael niet alleen vremd, maer ook onvol-2maekter als d'eyge?Ga naar margenoot1-2Ga naar voetnoot2 3De vaderlands liefde nochtans in een volk 4 is een onschatbaer goed. Alles is grooter, 5 edelmoediger, deugdzamer, wyzer: alles 6 is iveriger en vinniger voor bezonder enGa naar voetnoot6 7 gemeyn goed. Aenzie maer d'oude Romy-Ga naar voetnoot78nen: zoo haest zy hun vaderland in de 9 macht der Keyzers zagen, en alles boo-Ga naar voetnoot9-1010gen voor de mogendheyd van Eenen; ge-Ga naar voetnoot1011leerdheyd en konsten bleven nog; maer die 12 republieksche grootheyd, die ingenomend-Ga naar voetnoot1213heyd tot een gemeyn goed, was-er niet 14 meer. Men zag geenen Brutus meer onmee-Ga naar margenoot1415doogende als de wet zelf rechter zitten,Ga naar voetnoot15 16 straffende met de dood 's landsverraderye 17 in zyn' eyge zonen: men zag geene Curtii,Ga naar margenoot17 18 geene Decii hun leven offeren voor 't ge-Ga naar margenoot1819meyn: geenen Scipio, den grouwel vanGa naar margenoot19Ga naar voetnoot19 20 Carthago, overwinner van Hannibal enGa naar margenoot20 21 Antiochus, in vrywillig ballingschap gaenGa naar margenoot21 22 op dat zyne grootheyd aen 't vaderland 23 niets zou te duchten geven voor de rust 24 en mogendheyd door hem bezorgt: geenenGa naar voetnoot24 25 Regulus met verbeurte van zyn lyf raedenGa naar margenoot25Ga naar voetnoot25 26 het gemeyn goed, en op verbintenis van 27 zynen eed uyt d'armen van vrouw en kin-28deren keeren tot zyne beulen: men zag gee-Ga naar voetnoot2829ne Consuls, die, die de wet gaeven aen Ko-Ga naar margenoot29Ga naar voetnoot2930ningen, tot het purper geroepen uyt het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 veld, en, naer op hunnen keer den staetGa naar voetnoot1 2 verzorgt te hebben, weerkeeren tot de 3 ploeg: men zag geenen alderdeugdzaem-4sten Cato meer verschynen, om wiëns te-5gen woordigheyd alleen heel een Rooms 6 volk vermeyd stond de schaemlooze bloem-Ga naar voetnoot67feest aen den Raed te vragen. In de plaetsGa naar margenoot3-7 8 van die grootheyd en verheventheyd 9 kwam daer nae de nederige eyge-min,Ga naar voetnoot9 10 baetzugt, verwaendheyd, lafhertige on-11derworpentheyd, en vleyerye. 12Het is zonder twyffel een goed voor 13 eenigelyk wel ter tael en ter sprack te zyn,Ga naar voetnoot13 14 en zyne redens vaerdig en onbelemmert teGa naar voetnoot14 15 voeren Doch hier toe is een' zekere frank-16heyd noodig maer, gelyk by ons gezien 17 en geplogen is, wanneer zullen wy frankGa naar voetnoot17 18 zyn in die vremde tael? en aldus dan, ge-19lyk gemerkt is, stellen wy ons in gezel-20schap, in gespreek, enz moetwillig ach-Ga naar voetnoot2021ter den Fransman. Ook hy, die hier zyneGa naar voetnoot21 22 spraek, zyne drachten, kleedsels, tonce-Ga naar voetnoot2223len vind; die ons in alle dit herkent zyneGa naar voetnoot23 24 leerlingen, zyne apen en nederige groot-25achters, beld zig seffens in, dat er nietGa naar voetnoot25 26 schoon, niet groot, niet goed en is, of 'tGa naar voetnoot26 27 moet van Vrankryk zyn, en neemt niet 28 zonder reden den toon boven zyn' slegte 29 naeboetzers: en zoo moeten wy by hem inGa naar voetnoot29 30 gezelschap den rang houden van min ge-Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1schaefde lieden. En waerlyk 't is een schand, 2 ons hier-in altyd gestelt te zien om te boo-Ga naar voetnoot23gen onder 't vremd: jae het zyn wy alleen 4 van alle d'Europische volkeren, die gelykGa naar voetnoot4 5 de barbaren, gelyk dwalende gevolktens,Ga naar voetnoot5 6 zonder staet of wetten, onze tael schamenGa naar voetnoot6 7 en verwerpen, die in ons eyge land ver-Ga naar voetnoot78meydelyk spreken met den vremden. 9Voor het vaderlanderschap eener natie is 10 zeer dienstig zoo veel eygen en bezonder 11 te hebben als mogelyk is: want waer 'tGa naar voetnoot11 12 dat de gantsche wereld overal de zelve tael, 13 staet, zeden, wetten, godsdienst, kleed-14sels, plegten en gebruyken had; menGa naar voetnoot14 15 kende geen vaderlanderschap: maer nu in 16 de verschydendheyd, allen goeden vader-Ga naar voetnoot1617lander mint al wat vaderlands is om geen' 18 andere reden als om dat het vaderlands is: 19 en zelfs hoe meer een' zaek uytwendigs 20 heeft, gelyk de tael, dragten, toneelen,Ga naar voetnoot20 21 godsdienst, zekere plechten; hoe meer zyGa naar voetnoot21 22 de gemoederen van 't volk zal aentrekken. 23 Men heeft in de Tartersche overwelding vanGa naar margenoot23 24 China een' menigte van Chinezen zien lie-25ver hun land verlaten als de vaderlandsche 26 dragt vad lang hair: het volk van Alexan-Ga naar voetnoot2627der in Asia begon hem meer te haten om 't 28 aennemen van vremd kleedsel, als om zyn' 29 ware onverdragelykheden: eenider weet,Ga naar voetnoot29 30 wat Peeter den grooten gekost heeft denGa naar margenoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 invoer van onze kleeding in Rusland. wy 2 weten ook dat het gebrek van onze tael teGa naar voetnoot2-3 3 weten, en Spaensche zeden in Philip denGa naar voetnoot3 4 tweeden niet wynig by ons den afkeer van 5 hem vermeerdert hebben. Waerom werken 6 wy dan om zoo bekwamen band van va-Ga naar voetnoot67derlanderschap, de moederlyke tael, te 8 bannen?Ga naar voetnoot8 9En zeker die zaken van zoo groote uyt-Ga naar voetnoot910schynendheyd, die zoo veel uytwendigs 11 hebben, tael, drachten, toneelen vremd 12 te hebben, kan niet anders op 't volk ver-Ga naar voetnoot1213wekken, als een' klynachting van al watGa naar voetnoot13 14 't ons is, en grootachting van al wat vremdGa naar voetnoot14 15 en uytheemsch is: en zonder twyffel hierGa naar voetnoot15 16 van die vremdsgezindheyd; hier van die 17 gedreventheyd om alles te willen van el-Ga naar voetnoot1718ders, schoon 't inlands tweemael beter zy.Ga naar voetnoot18 19 Zoo ontieveren wy onze konsten, weten-Ga naar voetnoot1920schappen en ambachten: zoo doen wy nog 21 voort te niet gaen die dierbaer' overblyf-22sels van onz' oude konst-en-stof-werken,Ga naar voetnoot22 23 en vremde slegtigheden in weerde zyn. ZooGa naar voetnoot23 24 staet voornamentlyk Vrankryk den ban-Ga naar voetnoot2425winkel te blyven van onze sieraden: zoo 26 staet het onze vrouwen bedwelmt te hou-Ga naar margenoot2627den op die eydele wekelykheden, die nietGa naar voetnoot27 28 en behagen als door de nieuwheyd, maerGa naar voetnoot28 29 nogtans konnen dueren om de verander-Ga naar voetnoot2930lykheyd 't is die allengskens ingeworteldeGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 vremdsgezindheyd, die die den Nederlan-Ga naar voetnoot12der nog meer doet zyn zelven miskennenGa naar voetnoot2 3 en een klyn gevoelen hebben van zyn ey-Ga naar voetnoot34gen: 't geen hem klynmoedig maekt, en 5 belet te derren 't geen een ander dert.Ga naar voetnoot5 6Hiervan die verandering in onze zeden, 7 waervan den Heer des Roches in zyn' 8 oudsche historie van ons land in deze woor-9den klaegt: ‘Den Nederlandschen volks-10aerd,’ zegt hy, ‘is voornamentlyk 11 d'oprechtheyd en goede trouw. maer, 12 helaes, het bedrog en loozen handel zynGa naar voetnoot12 13 hier reeds ing{?}open sedert twintig ja-14ren: en eeniegelyk weet, dat het niet 15 en is, als aen 't aennememen van uyt-Ga naar voetnoot1516heemschezeden, dat wy die verandering 17 moeten wyten.’ dit zyn zyne woorden.Ga naar margenoot7-17 18Werkzamen schryver! gy eerde de goe-19de zeden, het Nedrlandsch eenvoud en op-Ga naar margenoot19Ga naar voetnoot1920rechtigheyd! jae! laet ons die vremde wan-Ga naar voetnoot2021deugd betreuren, en onze gelukkige voor-Ga naar voetnoot2122ledentheden weerverlangen. jae nu heden, 23 terwyl de religie onzer voorouders door 't 24 heylzaem licht der reden ons hier in plaets 25 van een Auto da fé en godsdienstige moor-Ga naar margenoot2526den van onnoozele ongeloovige en gewaen-27de tooveraers, in plaets van galgen, ra-Ga naar voetnoot2728ders, vuer en stank der blakende onplicht,Ga naar voetnoot28 29 niet meer kan geven als mensminnendeGa naar voetnoot29 30 vertoogen, tempels en netgespoelde stra- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1ten, bestroeit met bloemen en jeugdigGa naar voetnoot1 2 groen, doorwaeyt met geurige lochien,Ga naar voetnoot2 3 galmende met den lof van God en met eenGa naar voetnoot3 4 oud ge{?}chal 't geen eertyds onze kloekeGa naar margenoot1-4 5 vaders volgde in hunne krygstogten en 6 triomfen; nu heden roep-ik met U, goe-7den man! Moribus nostris en met onzenGa naar margenoot6-7 8 ouden Lipsuis, Moribus antiquis!Ga naar margenoot8Ga naar margenoot7-8 9Maer, goed willigen vaderlander; gy zaegt,Ga naar margenoot9 10 dat onzen landsgeest ontaerdde: gy zaegt, 11 dat dit kwam van ontleende zeden: waerom 12 gingt gy niet wat veerder zien? waeromGa naar voetnoot12 13 speurde gy niet nae, van waer die vremd-14heyd kwam? Had gy dat gedaen; gy had ge-15zien, dat een volk gebracht op den voet van 16 drachten, kleedsels, tael, toneelen, lied-17jes, en al wat 't meest uytwendigs heeft 18 te trekken van den vremden, niet kan 19 misschen ook de zeden te trekken van diën 20 vremden. En zoo zoud gy gezien hebben,Ga naar margenoot14-20 21 dat het meeste van 't verderf daer gy vanGa naar voetnoot21 22 klaegt, koomt uyt d'onacht van uw' eyge 23 tael, die gy looft, en zegt ryk en overvloe-24dig te zyn, maer altyd stelt aehter die deGa naar voetnoot24 25 welke gy voor eenen Nederduytsch onvol-Ga naar voetnoot2526leerbaer en onmogelyk herkende: die gyGa naar voetnoot26 27 nooit begonst te schryven zonder een' 28 schaemlooze voorbicht van uwe gebrek-Ga naar margenoot28Ga naar voetnoot2829kigheyd. Maer peysde gy niet, dat gy dusGa naar voetnoot29 30 u in 't geval stelde van den Romeyn die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 kwaed Grieks schreef by Gellius? van ee-Ga naar margenoot12nen onbeschaemden manken die wilt dan-3sen, of valsstemmigen die wilt zingen?Ga naar voetnoot3 4 Redelyke lieden zullen wel vergeven aen 5 den eenen als hy danst en den anderen 6 als hy zingt, indiën zy dit gedwongen 7 doen: doch niemand zal zynen lach hou-Ga naar voetnoot78den. Maer als-me den manken ziet willensGa naar voetnoot8 9 dansen en den stemloozen willens zingen; 10 als-me-z-er ziet op uytzyn; dan heeft-meGa naar voetnoot10 11 recht van te lachen, spotten en verach-Ga naar voetnoot1112ten. En, alwillens doen 't geen-me voor-Ga naar voetnoot1213steeds weet te zullen kwalyk doen, wat 14 is dit anders als den Bouffon spelen?Ga naar voetnoot14 15Voorders door diën afkeer van onz' ey-16ge tael verachten wy die heylige nalaetselsGa naar voetnoot16 17 van onze voorouders, die grondwetten van 18 den staet, die hoogweerdige verbonden 19 tusschen het Volk en den Vorst: de wetten 20 op de muntzaeken, jacht, visscherye, lee-21nen, lasten, erfverkryg by doode handen:Ga naar margenoot19-21Ga naar margenoot21 22 die instellingen, onderrichtingen en plyt-Ga naar voetnoot2223wyzen der Raeden en gerechtschappen:Ga naar voetnoot23 24 die oude stukkeu, die, gelyk gezeyd is,Ga naar voetnoot24 25 de gondvestingen zyn van de tegenwoor-Ga naar voetnoot2526dige zeevaert-wissel-en-krygsrechten: wel-Ga naar margenoot2627ke alle oorsproenglyk zyn in 't Nederduyts.Ga naar voetnoot27 28 Wy werken dus, om die zoo kostbare wet-Ga naar voetnoot28-64.129stellingen, die d'uyterste proef van genoeg-30zaemheyd in d'aldergrootste voorlede be- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1volktheyd ondergaen hebben, die ons ook 2 heden overal in steden en op t plat land 3 eenen schik en regeitucht bezorgen, dieGa naar voetnoot3 4 alle ryz{?}gers bekennen nergens anders te 5 vinden; wy werken, zegg' ik, om die dier-6bare nalaet{?}els niet meer te verstaen en in 7 eenen eeuwigen nacht te verdoempelen.Ga naar voetnoot7 8Maer, zal-me zeggen, om 't kwaed teGa naar voetnoot8 9 meyden van 't ongebruyk der moederlykeGa naar voetnoot9 10 tael; wy zullen het Frans hier de moeder-11lyke tael maken: wy zullen het doen de 12 tael worden van ons Nederland. Ik ant-13woorde vooreerst, dat deze verplantte tael 14 altyd den aerd van haren nieuwen grond, 15 den Nederduytschen aftrek, geheel neder-Ga naar voetnoot1516duytsche woorden, en nederduytsche uyt-17drukkingen zou behouden: gelyk men reeds 18 in een deel van Brussel begonst ziet: en ditGa naar voetnoot18 19 zou wederom een ander wals worden. DochGa naar voetnoot19 20 met het walsch hadden wy wederom nietGa naar voetnoot20 21 met allen: want de Walen zyn niet naeder 22 aen de fransche welsprekendheyd en ey-Ga naar voetnoot2223genschap der tael, als wy, gelyk wy da-Ga naar voetnoot2324gelyks ondervinden in onze rechtshoven, 25 en blykt uyt de hier voor opgehaelde ge-26tuygenissen van den Heer Paquot en ande-27re: en gelyk voorders aen eenen goedenGa naar margenoot25-27Ga naar voetnoot27 28 Fransgeleerden klaer zal blyken indiën hyGa naar voetnoot28 29 de verzameling van de stukken die onze te-30genwoordige staetszaken aengaen wilt in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 de hand nemen en de vertooningen vanGa naar voetnoot1 2 onze Walsche provincien overwegen. 3Maer, om d'onderstelling van die onbe-4wuste verfranssing kort te maken; dat on-5ze taelbanners maer eens aenmerken, datGa naar voetnoot5 6 zy die nooit verder zouden brengen als om 7 te maken, dat den stedeling niet meer konGa naar margenoot5-7 8 spreken met zyn' omgezetene landzaten,Ga naar voetnoot8 9 met diën die hem dagelyks met zyne win-Ga naar voetnoot910ningen koomt pyzen, met zynen huer-11ling, met zynen akkerman: om te maken 12 dat den eenen gebuer den anderen niet ver-13stae, dat men onder 't zelve dak, in den 14 zelven heerd taelmans noodig heb. MaerGa naar voetnoot14 15 Godt bewaer ons van de middels die de ta-16len doen veranderen of ooit verandert heb-17ben! dit zyn sterftens, uytlandingen, vyand-Ga naar voetnoot1718lyke overstroomingen, geweldenaryen en 19 diergelyke jonstjes van het lot der volkeren.Ga naar voetnoot19 20En d'ongelukkige ondervinding leert, dat 21 wy niets van de fransche tael te verwach-22ten hebben: want zy is hier al over de d{?}yGa naar voetnoot22 23 hondert jeren gevestigt: en over ontrentGa naar voetnoot23 24 twee hondert dertig jaren was-ze zoo ver-25re, dat-er nouwelyks eenen man, zelfs 26 geene vrouwe van tref gevonden wierd, ge-Ga naar voetnoot2627lyk Guicciardinus zegt, die geen frans en 28 sprak: waerom diën schryver ook ergens 29 oordeelt dat hier in 't kort alles zou frans 30 geworden zyn. Ook die tael is hier overGa naar margenoot23-30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 de dry hondert jaren de tael van 't Hof, 2 van 't Gouvernement, van de Raeden, en,Ga naar voetnoot2 3 't geen volgt, van den edeldom en van al 4 wat iet wilt wezen. Zy is schier de gemy-Ga naar voetnoot45ne tael van Europa: zy is als op haren 6 aenzinelyksten autaer ter uytsluyting vanGa naar voetnoot6 7 d'onze geplaetst op den theater: en, 't geenGa naar voetnoot7 8 al is, zy is hier geacht met een' blinde in-9genomendheyd. En is zy met alle dat voor-10deel nu verder als in den tyd van Guicciar-11dinus, over 200. jaren? is zy nu meer on-Ga naar margenoot10-11Ga naar voetnoot1112ze tael geworden als-ze dan was?Ga naar voetnoot12 13Waer 't zaken vast besloten was voor-Ga naar voetnoot1314taen het frans onze moederlyke tael te 15 maken, wat zouden onze verfransers al meer 16 konnen doen voor die tael boven de hier 17 opgehaelde voordeelen die zy reeds geno-Ga naar voetnoot1718ten heeft? zullen wy nog gelyk aen Ier-19land is gebeurd, alle onze oude charters,Ga naar margenoot18-19 20 wetten, boeken, schriften verbranden en 21 geen een' vlaemsche letter overlaten? zul-22len zy ons onze moederlyke tael verbie-23den te spreken of te ichryven? zullen zy 24 de vlaemsche scholen verbleden en niet ge-Ga naar voetnoot2425doogen dan fransche? Dit zyn nogtans de 26 naefte middels die-er nog voor 't frans teGa naar voetnoot26 27 beproeven zyn. Maer hoe krachtig zy ook 28 schynen; zy zouden nogtans boven d'on-Ga naar voetnoot2829mogelyk hekd van-z'in 't werk te leggen,Ga naar voetnoot29 30 nog niet genoegzaem zyn, niet alleen om | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 het Nederduyts te verjagen, maer ook niet 2 om het frans te doen een waer en oprecht 3 frans wezen. Ook, schoon alle die middelsGa naar voetnoot3 4 sedert zoo langen tyd schier in hunn' uyter-5ste strengheyd tegen d'Iersche tael gekruyktGa naar voetnoot5 6 zyn; is d'Engelsche nog verre van de moe-7derlyke te worden in Ierland. En zoo moye-Ga naar margenoot3-78lyk is het een volk te doen gants veran-9deren van tael, dat-me nooit stad, land-Ga naar voetnoot910schap, vlekke zig ziet ontmaken van hareGa naar voetnoot10 11 straet-tael, of patois. Zoo houden de Wal-12sche gewesten, Normandiën, Bretaniën, 13 Provence, Languedoc hunne bezondere 14 zey - taelen, schoon-er by hun niets ge-Ga naar voetnoot1415geschreven word, niets in achting is, als 16 frans: zoo houd Luyk zyne leelyke tael, 17 schoon zy die, gelyk Guicciardinus zegt, 18 van over 200. jaren al schaefden en ver-Ga naar voetnoot1819berbeterden.Ga naar margenoot16-19 20Ten zy wy dan door onze domme frans-21verwaentheyd by den alfranswillenden 22 Fransman die alles schat nae 't frans, wil-Ga naar voetnoot2223len blyven den naem verdienen van Gros-Ga naar voetnoot2324siers Flamands; 't en zy wy moetwillig on-25ze konsten, ambachten, wetenschappen 26 willen gekrenkt houden; 't en zy wy bot-Ga naar voetnoot2627telyk willen versaeken alle eer en achting 28 onzer natie; 't en zy wy wel veel minder 29 vaderlands liefde dragen als wy onlangsGa naar margenoot29 30 schynen getoont te hebben; wy moeten 31 het frans verlaten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 108]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Maer laet het ons gewillig doen: want, 2 alles in acht genomen, het is ons oneyn-3dig beter: niet alleen om dat het de moe-4derlyke tael is, maer ook om zyn' eyge 5 hoedanigheden, gelyk hier naer zal blyken.Ga naar voetnoot5 6De Duytsche is een' oude oorsprongly-Ga naar voetnoot67ke tael. Het is die, de welke hier gebragtGa naar margenoot6-7Ga naar voetnoot7 8 is van voor Cesars tyden, door die Duyt-Ga naar margenoot89sche, onze voorouders, die de Gallen of 10 Walen verjaegt en zig hier nedergeslagenGa naar voetnoot10 11 hebben, en die zelve spraek, die ten ty-12de der Romynen hier en in Duytsland de 13 moederlyke tael was en met lichte ver chil-14ligheden nog is. Uyt den zelven Cesar, Ci-15cero, Quintilianus, Plinius en andere zienGa naar margenoot14-15 16 wy dat de Gallen Rostrum, Anserem, Cre-17tam testaceam, Picem, Asserem, Aurigam, 18 Jurisdictionem in hunne tael noemden Bec-19cus, Gansa, Merga, Becha, Planca, Rhe-20darius en Ambactus en gelyk wy in onze 21 tael zeggen, Bek, Ganze, Mergel, Pek, 22 Plank, Ryder, Ambacht, als Hulster-am-23bacht, Axel-ambacht, enz. Het is die zel-Ga naar margenoot22-2324ve, de welke met eene verbastering van't 25 Latyn in Spaniën het Spaens, in Italiën 26 het Italiaens en in Vrankryk het Frans ge-27maekt heeft: die den grond is van 't En-Ga naar margenoot23-2728gels: en het Zweedsch en Deensch voor 29 echte zusters kent. Hier tegen is de Fran-30sche en andere van Europa een Latyns- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1duyts basterdkind nog geen 700. jaren oud. 2De Duytsche tael is verdeylt in Hoog-3duytsch en Nederduytsch: waer van d'ee-4ne niet meer de moeder tael of ouder is, 5 als d'andere: gelyk by de Grieken d'eene 6 der vier dialecten niet meer oorspongelykGa naar voetnoot6 7 is als d'andere. Het Nederduyts is d'onze. 8 nochtans in het spreken nemen wy wel 9 somtyds volgens de Fransche benaeming 10 van Allemanden Flamand het woord Duytsch 11 voor Hoogduytsch, en Vlaemsch voor Ne-12derduytsch. 13Ons Nederduytsch verstrekt zig over dryGa naar voetnoot13 14 vierdens van onzen tegenwoordigen staet, 15 geheel den Hollandsehen, een groot deelGa naar voetnoot15 16 van 't Luyks en eenige voordere deelenGa naar margenoot15-16Ga naar voetnoot16 17 van 't Keyzerryk en van de Landstreke be-18neden de vereenigde Nederlanden: in zul-Ga naar margenoot17-1819ker voegen dat Oostwaerts en Noordwaerts 20 het land-in niet mogelyk is te zeggen op 21 wat plaets het Hoogduytsch schyd van 'tGa naar voetnoot21-22 22 Nederduytsch. En Guicciardinus acht Ne-23derduytsch de gantsche groote Landstreek 24 van Gravelingen af tot Dantzig, en Pom-25meren toe. Inderdaed de spraken der kus-Ga naar margenoot22-25Ga naar margenoot24-2526ten en bezonderlyk die der Hanze-steden,Ga naar margenoot26 27 Hamburg, Lubeck, Dantzig, Embden enz. 28 zyn meer Nederduytsch als Hoogduytsch: 29 en zelfs wy spreken met hun zeer gemak-Ga naar voetnoot2930kelyk, daer-ze eenen OpperhoogduytschGa naar voetnoot30 31 bynae niet en verstaet.Ga naar voetnoot31 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Onze tael heeft veel gemeyns met die 2 de welke van alle talen der wereld de beste, 3 de gesierdste, de woord-en-konstrykste is,Ga naar voetnoot3 4 de Griekfche: zonder dat nogtans ergens-Ga naar margenoot1-45uyt t'oordeelen is, dat d'onze joenger zyGa naar voetnoot5 6 als die. voor eerst, wy hebben dry genera 7 gelyk de Griken: wy hebben de articuliGa naar voetnoot7 8 den, de, het; zy ho, he, to, te, ton, ten, 9 enz. hun woord mellein koomt in gebruyk 10 en beteekening overeen met 't ons zullen:Ga naar voetnoot10 11 hunnen comparativus gaet uyt in eros, den 12 onzen in er: hunnen superlativus in tatos 13 of stos, ste, stes, sten, enz. den onzen in 14 ste, sten: Nieuw, neos; Nieuwer, neote-15ros; Nieuwsten, neotatos: Goet, agathos; 16 Beter, belteros; Besten, beltistos. De griek-17sche infinitivi gaen-uyt in ein, d'onze in 18 en: gelyk Leichein, lekken: zy gebruyken 19 hunne infinitivi ontrent gelyk wy. zoo zeg-Ga naar voetnoot1920gen zy to zeëin, eis to zeëin, enz. daer wyGa naar voetnoot20 21 zeggen Het zieden, te zieden, om te zie-22den, met te zieden, van te zieden. zy ver-23dobbelen d'eerste sillaeb van hunne prete-Ga naar voetnoot2324rita; wy zetten voor d'onze de sillaeb ge: 25 gelyk legein, Zeggen; lelecha, Gezeyd; 26 plattein, Plakken; peplaka, Geplakt; ge-27laein, lachen; gegelaka of gegelaken, Ge-28lachen. In rymen of versen nemen zy, ge-Ga naar voetnoot2829lyk wy, alleenelyk opzigt op vernederenGa naar voetnoot29 30 of verheffen der sillaben, en niet, gelykGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 de Latynsche, op kortheyd of langheyd. 2 Ook hebben wy vele woorden zoo veel als 3 gemeyn met de Grieken, gelyk in den vol-4genden lyst te zien is. Ego, ik: moi, my: 5 emon, myn: allos, heter, ander: holos, heel, 6 al: diploos, dobbel: polu, veel, vol: neos, 7 nea, nieuw: nun, nu: hen, heni, hena, 8 een, eenen: duo, twee: treis, tria, dry: 9 hex, zes: hephta, zeven: okto, acht: ennea, 10 negen: malista, meest: apo, af: huper, op, 11 over: pro, voor: amsi, om: meta, met: 12 ekeinos, dengenen: sun, samen: sumpektos, 13 saemgepakt: brachunein, breken, korten: 14 ther, dier: kephale, kop, kopf: okkos, oog: 15 chole, galle: titthos, tette, mamme: he-Ga naar voetnoot1516par, lever: odontes, tanden: nephroi, nie-17ren: ker, kardia, hert, hart: gonu, knie: 18 poes, podes, voet, voeten, poot, pooten: 19 stomachos, maeg: asthma, aessem: peter,Ga naar voetnoot19 20 pater, vader: meter, mater, moeder: thu-21gater, dochter: logoi, leugens, logens: 22 logostrepein, logestreepen, gelyk in den 23 charter van Grimben ingevoegt in den al-24gemeynen costuemboek van Brabant en el-Ga naar margenoot22-2425ders: nux, nuctos, nucte, nacht: te hole 26 nucti, den heelen nacht: aster, astera, ster-27ren: onoma, naem: thura, deur: oinos, 28 wyn: bolos, klot, kloot, bol: schia, schae, 29 schaduwe: geranos, kraen: pur, vuer: leon, 30 leeuw: karabos, krabbe, kreft: men of man,Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 maend: mene of mana, maen: platus, plat, 2 wyt: platupoes, platvoet: malakos, malsch: 3 kosmios, kuysch: skafe, schip, schiff: ela-4te, latte, sperre: moros, moord, dood:Ga naar voetnoot4 5 mus, muys: nefele, nevel: neottia, nest: 6 skomma, schimp, schamp: flegma, fluyme:Ga naar voetnoot6 7 ostron, oester: oön, ey: poterion, pot: eru-8thros, rood: jeme of fama, faem: sakkos, 9 zak: aischune, schaemte: anaisc{?}os, on-10be chaemd: aisschos, aischros, eysschelyk,Ga naar voetnoot10 11 afg{?}ysselyk: stigma, steck: esticha, estichen, 12 gesteken: lakkos, laek, gragt, poel: helos,Ga naar voetnoot12 13 poel, waer van Helle, toehellen, afhel-14len: klimax, leeder, waer van klimmen,Ga naar voetnoot14 15 stulos, styl: schidzein, schyden: austeros, 16 stuer: sigaëin, zwygen: eluza, gelost: lusis, 17 lossing: staëin, staen: kumbon, kumbion, 18 komme: kolobion, kolder: rakos, rok: ren-19chein, ronchos, roenken, geroenk: stufein,Ga naar voetnoot19 20 stoppen, styven: octar, uyder: amelgein,Ga naar voetnoot20 21 melken: plattein, plakken: peplaka, ge-22plakt: trapein, trappen: eoös, oostsch: kop-23tein, kappen: edein, eten: leichein, lek-24ken: lineos, lynen, lynwaedt: mezos, mid-25den: metreëin, meten: amaëin, maeiën: 26 mignuëin, mengen: eleëinos, ellendig: gar-27garidzein, gorgelen: stenein, stenen: zelo-28zos, jaloes: hora, uer: notios, nat: notis, 29 nat, nattigheyd: hudromula, watermeu-30len: skopein, schouwen, zien: episkopien, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 beschouwen: zeëin, zieden, ziën: axioein, 2 achten: damaëin, tammen: koilas, koilos,Ga naar voetnoot2 3 kuyl, dal, hol, diep: bradzein, branden: 4 spoede, spoed: spoedein, spoeden: tumbos, 5 tombe: fradzein, prazelen, praten: lastein,Ga naar voetnoot5 6 lasteren: neïdein, neyden, beneyden: thar-7rein, darren, derren: glenos, glans: era,Ga naar voetnoot7 8 eerd, aerde: en veel meer andere hier te 9 lang om op te haelen, en wytloopiger op-Ga naar voetnoot910gezamelt door van Leeuwen en Wolfgan-11gus Lasius.Ga naar margenoot10-11 12Een' zaek, waer-in onze tael seffens byGa naar voetnoot12 13 de min diepzinnige een kwade oog heeft,Ga naar margenoot13Ga naar voetnoot13 14 is d'ongeregeltheyd in de spel wyze. MaerGa naar voetnoot14 15 dit is een gebrek meer van ongesiertheydGa naar voetnoot15 16 als van ondeugd, meer in schyn als in we-Ga naar voetnoot1617zen. want schoon den eenen verschilliglykGa naar voetnoot17 18 spelt van den anderen; wy verwekken geene 19 dobbelzinnigheyd, en beduyden altyd de 20 zelve klanken door verschillige letters. En, 21 ingevalle men maer ons Nederduytsch wiltGa naar voetnoot21 22 aendragen; dit gebrek zal gouw gebetertGa naar voetnoot22 23 zyn. En wat is het te verwonderen dat ee-24ne tael, die tot hier toe altyd veracht ge-25bleven is, en die om die verachtheyd nog 26 niets groots, 't welk eens de spelwyze door 27 zyn' uytmuntendheyd vestigen kon, voorGa naar voetnoot27 28 den dag gebragt heeft, iet ongesierds be-29houden heeft? De Latynsche is onder de 30 schaef der letterkondige geweest tot naerGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 den tyd van Cicero toe: en men ziet uytGa naar margenoot1 2 Suetonius de Claris grammaticis en andere,Ga naar margenoot2 3 dat die tael onder hunne handen wel mer-4kelyke verandering ondergaen heeft. En 5 wat scnavingen heeft de Fransche niet ge-Ga naar voetnoot56leden? zeker meer dan d'onze ooit zou 7 noodig hebben. 8En laet de Fransche hier-in geregelderGa naar voetnoot8 9 zyn als d'onze: in die geregeltheyd zelf 10 schuylt een kwaed 't welk nog erger is als 11 onz' ongeregeldheyd: te weten d'overvloe-12digheyd van uytnemingen. by ons zyn deGa naar voetnoot12 13 letteren behalven alleenelyk de E altyd 14 van den zelven klank en kragt, zelfs ook 15 de diftongen of dobbelstemmige by de fran-16sche zyn de regels der spelwyze alleen al 17 ontrent zoo groot als onze gantsche letter-Ga naar voetnoot1718konst. en dat-men eens alleenelyk hunne 19 letters overwege; zy hebben-er wynige 20 die niet verschillig in verschillige woordenGa naar voetnoot20 21 moeten uytgesproken worden. De letter 22 A somtyds als een E, gelyk in païs: de 23 C somtyds als K, somtyds als S, somtyds 24 als G, gelyk in cause, ceder, second: de E 25 somtyds als onze E, somtyds als A, en 26 andere klanken: en is verschillig in alle 27 deze woorden, ainé, prêtre, le, mentir: de 28 G klinkt somtyds als d'onze, somtyds als 29 zi, gelyk in gant, gener, en nog anders 30 in digne: de H somtyds verzwegen, som- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1tyds niet, als in honneur, honte: de I som-2tyds als een' ware I, somtyds als E, ge-3lyk in finir, fin: de L somtyds enkel, som-4tyds als oft-er een' I by was, als in ville, 5 brillant: de M en de N, somtyds als by 6 ons, somtyds door den neus vergalmt,Ga naar voetnoot6 7 en somtyds d'eerste als de tweede, gelykGa naar margenoot7 8 in mine, nom, non, condamne{?}: de S som-9tyds als by ons, somtyds als eene Z, als 10 in seve, devise: de T somtyds als d'onze, 11 somtyds als een S, gelyk in toi, ration: 12 de U somtyds in haren waren klank, som-13tyds als eu, gelyk in une, un: de X som-14tyds als ks, somtyds als een S allen, alsGa naar voetnoot14 15 in vexer, Bruxelles: voeg-er dan nog eens 16 by hunne zoo menige diftongen, en dieGa naar voetnoot16 17 vocalen die-ze met meer letteren schry-18ven: wat regels zyn er nit noodig om dieGa naar voetnoot18 19 alleen te leeren wel uytspreken en t'onder-20schyden! by voorbeld wat regels en uyt-Ga naar voetnoot2021nemingen zyn - er al niet noodig voor de 22 lezing der volgende woorden: haïr, air, 23 païs, abbaïe, vaillant, lien, lient, lioient, 24 reine, veille, obeïr, nier, hier, sieur, cieux, 25 yeux, judicieux, bout, août, François, volks-26naem, François, mansnaem, enz. voeg-27er nog voorders by de menigte van regels 28 op het verzwygen van vele letters en dier-Ga naar voetnoot2829gelyke, als by voorbeld dat-men Anglois, 30 août, paon, taisoient, vent, moet uytspre- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1ken Anglé, oe, pan, tezé, van en duy-2zent diergelyke. zoo dat die lichte ongere-Ga naar voetnoot23geldheyd onzer spelwyze een ongelykbaerGa naar voetnoot3 4 minder kwaed is als die overregeldheyd derGa naar voetnoot4 5 fransche. des te meer, daer die menigte van 6 uytnemingen een onbeterbaer gebrek is, enGa naar voetnoot6 7 onze ongeregeldheyd gemakkelyk weg te 8 nemen is, gelyk ik hier naer voorstelle.Ga naar voetnoot8 9Daerenboven onze tael is in haer eygenGa naar voetnoot9 10 zoo geregelt, zoo eenstemmig in hare dee-11len, zoo eenvoudig, dat ik, naer alles welGa naar voetnoot11 12 overwogen te hebben, my laet' voorstaen, 13 dat zy zoo wynige uytnemingen verschaft 14 en zoo luttel' regels noodig heeft, dat on-15ze gantsche letterkonst niet half zoo grootGa naar voetnoot15 16 is of moet wezen, als de Grieksche, La-17tynsche, Engelsche, Fransche. Die van't 18 Hoogduyts om hare veranderingen van vo-19calen en diftongen in de substantiva en ver-20ba, en andere diergelyke bezonderheden, 21 die wy niet en hebben, is ook veel groo-Ga naar voetnoot2122ter als d'onze. 23Daer zyn-er die hun laten voorstaen,Ga naar voetnoot23 24 dat-er in 't Nederduyts niets zoo welluy-25dende is, als in't Frans: andere, als-ze ee-26nig schrift van nieuwere tyden lezen, springt 27 terstond tegen 't hoofd de vremdheyd die-28ze vinden in zommige woorden; maer dit 29 zyn die, de welke geen vlaems en kennenGa naar voetnoot29 30 of gewoon zyn, als de straet-tael, de taelGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 van hunne dienstboden, van de mindersoortGa naar voetnoot1 2 van 't volk, van straetliedjes, slechte boe-3ken, slegte plytstukken en diergelyke: die 4 niet en weten of in aendagt nemen, dat wy 5 inderdaed in onze tael noch niet schoonsGa naar voetnoot5 6 en hebben, en dat - ze zelfs nog van nie-Ga naar voetnoot67mand gesierdelyk gebruykt word: de wel-Ga naar voetnoot78ke niet en denken, dat de spraek der wel-9opgebrachtte en geleerde lieden zoo wel in 10 onze tael als in alle andere verschilt van 11 die van 't straetvolk. en men ziet uyt ee-12nige streken van Plautus en Terentius, datGa naar margenoot12Ga naar voetnoot12 13 de Romynen ook eene lingua vernacula, 14 slavetael, straettael, boeretael hadden. OokGa naar voetnoot14-15 15 alle taelen moeten lomper zyn in lompere 16 monden: en die sierlyke uytspraek moet we-Ga naar voetnoot1617gens de geleerdheyd komen. Den dichtry-Ga naar voetnoot1718ken Gellert heeft den overleden FrederikGa naar margenoot18 19 van Pruyssen doen verwondert staen overGa naar margenoot19 20 de gevoegzaemheyd der Duytsche tael, dieGa naar voetnoot20 21 nogtans veel harder is als d'onze. Ook ee-22ne tael in de welke men nog niet gewoon 23 is iet anders te hooren als slegtigheden,Ga naar voetnoot23 24 moet daerom alleen mishagen: en tot hier 25 toe hebben wy nog geene spraek van ge-Ga naar voetnoot2526leerdere lieden: want wy hebben-ze nog 27 niet geoeffent of geschaeft. Hoe is het dus 28 te verwonderen dat d'ooren van 't gemynGa naar voetnoot28 29 voorkomen zyn tegen onze tael!Ga naar voetnoot29 30En, indiën men - ze in haer eygen be-Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1schouwt; zy moet in welluydendheyd aenGa naar voetnoot1 2 geen' andere wyken. want gelyk zy niet 3 gegrond is op een' vremde; zoo heeft zyGa naar voetnoot3 4 nog veel van die oorsprongelyke natuerlyk-Ga naar voetnoot45heyd van als men met de stem, gelyk metGa naar voetnoot5 6 gewys en teekens, de zaken niet alleen be-Ga naar voetnoot67diet, maer als naeged{?}en heeft. zoo merkt-Ga naar voetnoot78men de grootheyd, kragt, gewigtigheyd 9 en grouwel gemakkelyk in deze, Groot,Ga naar voetnoot9 10 zwaer, grof, plomp, klomp, stroom, kragt, 11 sterk, straf, magt, mogendheyd, storm,Ga naar voetnoot11 12 zwert, donker, vermoorden, moordenaer,Ga naar voetnoot12 13 grouwel, grouwzaem, schroom, schrik, af-14grond, duysternis: de lichtheyd en gouwig-Ga naar voetnoot1415heyd in deze, licht, blikscm, vlugt, vlam-16me, iederen, vleugel, flidderen, wispelen,Ga naar voetnoot16 17 slibberen, huppelen, worstelen, spertelen, snel.Ga naar voetnoot17 18 wie ziet het beteekende niet naegedaen in 19 vink, koekoek, gedruys, bersten, perssen,Ga naar voetnoot19 20 vringen, huylen, fluyten, schuyffelen, hey-Ga naar voetnoot2021gen, plakken, kryssen, kryten, krochen,Ga naar voetnoot21 22 zuchten, klinken, schetteren, bliksem, don-23der, daveren, gedruys, dringen? wat is-er 24 vleyiger als onze Diminutiva, Een zoentje,Ga naar voetnoot24 25 liefsle kindje, hertje, mondje, mondjen, mon-26deke, mondeken, lipjes, lipjens, lipkens, 27 lippekens, enzoovoorts? Met dan naederGa naar voetnoot27 28 te zyn aen de natuer, moet dus onze taelGa naar voetnoot28 29 haer beter voegen tot allerley uytdruk-Ga naar voetnoot2930kingen en nouwe verbeldingen, ende dusGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 beter zyn tot het verwekken der gevoelig-2heden, als de fransche, die niets van de 3 versche natuer, maer alles veronteygent enGa naar voetnoot3 4 verandert van andere taelen heeft: waer 5 door dus d'onze veel bekwamer waer voorGa naar voetnoot5 6 welsprekendheyd, dichterye, toneelen, en 7 bezonderlyk heldedichten en treurspelen. 8In vergelyking van d'onze met de Hoog-9duytsche, is d'onze veel zoeter. voor eerst 10 de Hoogduytsche heeft veele diftongen of 11 dobbelstemmige, die zeker harder en zwaer-12der zyn als d'enkelstemmige of vocalen: 13 d'onze heeft-er zeer wynig: en die zyn dan 14 nog zagt en wynig verschillig van enkel-Ga naar voetnoot1415stemmige, daer in tegendeel de hoogduyt-Ga naar voetnoot1516sche dobbelstemmige overal zeer hard uyt-Ga naar voetnoot1617gedrukt worden. Ten tweeden de Hoog-18duytsche heeft ook veel meer consonanten 19 of stemlooze letters als d'onze, die hunne 20 tael zeer hard maken. by voorbeld zy zeg-21gen sanft, tzwisschen, funf, tzehen, tzwant-22zich, funftzich, tzu, durch, vernunft, du 23 zetstest, du thatest, euern, schwester, du 24 schwemst, kopf, pferd, sturtzen, daer wyGa naar voetnoot24 25 zeggen zagt, tussen, vyf, tien, twintig, 26 vyftig, te, door, vernuft, gy zetde, gy 27 deed, uwen, zuster, gy zwemt, kop, peerd, 28 storten. en men moet maer de twee taelen 29 hooren spreken om te gevoelen hoe veel 30 d'onze zoeter is. 31de kortheyd of langheyd eener tael kan | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 wynig doen tot haere deugd of ondeugd.Ga naar voetnoot1 2 De grieksche is lang, en misschien wel de 3 langste van die de welke wy heden ken-4nen: nogtans zy laet daerom niet de besteGa naar voetnoot4-5 5 van alle te zyn. Of d'onze langer is als 6 de fransche of latynsche is niet wel vastGa naar voetnoot6 7 te stellen. Nochtans als men-ze neffens deGa naar voetnoot7 8 fransche by vertaeling gedrukt ziet, ge-Ga naar voetnoot89meynelyk loopt den druk van d'onze ver-10der. maer dit schynt meest te komen vanGa naar voetnoot10 11 diën dat wy vele van onze vocalen uyt-12drukken niet met eene, maer met twee let-13ters: te weten altyd dan, als deze vocalen 14 lang zyn. zoo schryven wy dus de lange a, 15 i, u, met aa, ii, uu, of met ae, ie oft ue, 16 en de lange e en o, met - ze te verdobbe-Ga naar voetnoot1617len, ee, oo, het welk een' menigte letters 18 meer geeft. Daer en boven onze tael word 19 tot nog toe altyd miskent, mishandelt en 20 met veel overtolligheyd geschreven. Ik heb 21 dikwils menige latynsche Hexametra vanGa naar margenoot21 22 13. 14. 15. 16. of 17. sillaben overgezet in 23 evenveel van onze gemeyne rymen van 12.Ga naar voetnoot23 24 en 13. sillaben, zonder iet gevoeligs vanGa naar voetnoot24 25 d'uytdrukkingen van 't latyn te verliezen. 26 Zoo ziet-men hier voor de zes en een halfGa naar margenoot26 27 verssen van Juvenalis Nam quid rancidiusGa naar margenoot27 28 &c. overgezet in gelyke zes en een half 29 vlaemse. en indiën men daer de sillaben en 30 ook de letters wilt tellen, zoo nogtans dat- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1men de twee letters der lange vocalen maer 2 voor eene letter rekene; daer zullen-er van 3 elks minder zyn in't vlaems, als in't latyn. 4Onze tael is zonder twyffel veel ryker 5 als de fransche. en alwie-ze byde wel kent,Ga naar voetnoot5 6 zal dit beleyden: en den Heer Des Roches 7 in zyn lest uytgegeve werk betuygt hetGa naar margenoot7 8 duydelyk Ook als wy eene fransche verta-9ling zien van Tacitus, van Cesar, CiceroGa naar margenoot9 10 en andere, verwonderen wy terstond, datGa naar voetnoot10 11 het frans zoo groote omgangen moet ge-Ga naar voetnoot1112bruyken, daer wy zoo nauw het latyn kon-Ga naar voetnoot1213nen naedoen. Wy verwonderen ons seffensGa naar voetnoot13 14 dat - men in 't frans niet en kan zeggen,Ga naar voetnoot14 15 wiëns zoon zyt gy, de plank staet, de plank 16 ligt daer, en menige andere. En eene groo-17te rykheyd onzer tael koomt, uyt diën zy,Ga naar voetnoot17 18 gelyk de grieksche, zoo gevoegzaem is omGa naar voetnoot18 19 van meer woorden een te maeken. hier doorGa naar voetnoot19 20 konnen wy alle de grieksche konstwoorden 21 naedoen, en somtyds die te boven gaenGa naar voetnoot21 22 met d'eygenheyd van het beteekende nog 23 naeder te treffen. men kan hier - van ver-Ga naar voetnoot2324bazende staeltjes zien in de Hollandsche ver-25talingen van Lucretius, Descartes en an-Ga naar margenoot2526dere. men kan dit nog naeder beproeven 27 met overzettingen te doen uyt het grieks. 28 wy zullen, by voorbeld, zeer gemakke-29lyk naedoen Homerus in zyne Batracho-Ga naar margenoot2930myomachia in zyne gemaekte vors-en-Ga naar margenoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1muyze-namen limnocharis, venlust: phy-Ga naar voetnoot12signatus, blaeskaek: hydromedusa, water-3heerschap: psicharpax, morzelvatter: trox-Ga naar voetnoot34a{?}a, broodslokker: lychomyle, lekkemeu-Ga naar voetnoot45len: pternotrocta, hespeknager: leichopinax, 6 schotellekker: tyroglyphus, kaesholler: 7 embasichitros, potkruyper: troglodytes, 8 spleetsnapper: teutloeus, beetzak: polyphe-9mus, raeskeel: crambophagus, kooleter: 10 limnisius, poelgaft; hydrocharis, waterlust: 11 borborocoetes, slyktuymelaer: prassophagos, 12 porreyeter: cnissodioctes, geurvolger: pelo-Ga naar voetnoot1213bates, moortreder: sitophagus, spysnutter:Ga naar voetnoot13 14 prassoeus, koolgroen: artepibulus, brood-15jager: meridarpax, brokvatter. de welke 16 ik zoo overzette zonder uytzoeking, ofGa naar voetnoot16 17 achterlaeting, maer zoo gelyk-ze den boekGa naar voetnoot17 18 voorgeeft. het welk zeker het frans nog 19 latyn niet zullen naedoen. 20Om dus de Fransche de minderheyd van 21 hunne tael seffens te doen zien, dat-menGa naar voetnoot21 22 hun maer eens eenige van zulke als de voor-Ga naar voetnoot2223gaende saemvoegsels doe overzetten; hoeGa naar voetnoot23 24 verre zullen - z'achterblyven! Dan, dat-25men maer neme een vlaems woord 't welk 26 eerst te voren koomt, en dat-men er-vanGa naar voetnoot26 27 beginne saemvoegsels te maken met - er 28 naer te voegen onze volgende woorddeelt-Ga naar voetnoot2829jens, heyd, schap, dom, te, sel, nisse, inge, 30 ig, achtig, achtigheyd, zaem, zaemheyd, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 baer, baerheyd, ryk, rykheyd, lyk, lykheyd, 2 loos, loosheyd; of wel met - er deze voor 3 te stellen on, ont, be, ge, ver, over, door, 4 onder, op, af, neder, weder, her, tegen, 5 toe, aen, achter, naer, mede, saem, uyt, 6 in, binnen, buyten, mis, wan, en dierge-Ga naar voetnoot67lyke: en men zal bevinden dat de fransche 8 niet de helligt zullen overzetten zonderGa naar voetnoot8 9 meerdere woorden, zelfs somtyds ook niet 10 met geenerley omspreuken. By voorbeldGa naar voetnoot10 11 dat-men neme de woorden van het hier 12 voor ingevoegt rym Dan sprak den grootenGa naar margenoot+ 13 god enz. waer ik vinde sprak, groot, godt, 14 zwert, wang, oog dat-men dus hier van 15 make en den Fransman voorstelle overto-16zetten spraek, aenspraek, afspraek, gespreek, 17 wanspraek, spraekloos, spraekloosheyd, 18 spraekryk, spraekrykheyd, spraekbaer, on-19spreekbaer, spreekbaerheyd, onspreekbaer-20heyd, sprekelyk, on. sprekelykeyd, on{?}ge-Ga naar voetnoot2021spreekzaem, on. gespreekzaemheyd, on. 22 misspreken, mispreking, uytsprekelyk, on. 23 uytsprekelykheyd, on. herspreken, herspre-Ga naar margenoot+24king, tegespreken, tegespraek, tegespreking, 25 toespreken, toespraek, toespreking, tussche-Ga naar voetnoot2526spreken, tusschespraek, tusschespreking, voor-27spreken, voorspraek, voorspreking, bespre-28ken, bespreking, besproken, besprokentheyd, 29 onbesproken, onbesprokendheyd, bespreek-30baer, on. bespreekbaerheyd, on. bespreke- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1lyk, on. besprekelykheyd, on. Het zelve 2 gelyk met bespreken zal-men ontrent doen 3 met verspreken, onderspreken, enz. Groot,Ga naar voetnoot3 4 grootheyd, grootte, wangrootte, wangroot-5heyd, vergrooten, vergrootsel, vergrooting, 6 vergrootbaer, on. vergrootbaerheyd, on. over-7grooten, overgrooting, overgrootbaer, on.Ga naar margenoot+ 8 overgrootbaerheyd, on. begrooten, begroo-Ga naar voetnoot89ting, begrootbaer, enz. Godt, godheyd, go-10dendom, wangod, afgod, afgodendom, god-11delyk, on. goddelykheyd, on. goddeloos, 12 goddeloosheyd, vergoden vergoding, ont-13goden, ontgoding. Zwert, zwertsel, zwert-Ga naar voetnoot1314heyd, zwertachtig, zwertachtigheyd, zwer-15ten, herzwerten, verzwerten, ontzwerten, 16 zwerting, her. ver. ont. be. zwertbaer, 17 zwertbaerheyd, enz. enz. Wang, wangryk, 18 wangloos, wangloosheyd, ontwangen, ont-19wangt, ontwangtheyd, ontwanging. Oog, 20 oogryk, oogloos, oogloosheyd, oogrykheyd, 21 ontoogen, ontooging, ontoogtheyd, beoo-Ga naar voetnoot2122gen, beooging. Ik zie by voorbeld eenen steen; 23 ik maek-er-van steenachtig, steenachtigheyd, 24 versteenen, ontsteenen, versteening, ontstee-25ning, versteent, onversteent, versteentheyd, 26 onversteentheyd, ontsteentheyd, versteenbaer, 27 ontsteenbaer, versteenbaerheyd, ontsteenbaer-28heyd, onversteenbaer, onversteenbaerheyd, 29 steenryk, steenloos, steenrykheyd, steenloos-30heyd, gesteent, hersteent, doorsteent, onder- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1steent, gesteenigt, oversteent, oversteensel, enz. 2Die minderheyd of onrykheyd der fran-3sche tael noodzaekt hun van de griekscheGa naar voetnoot3 4 te leenen alle hare konstwoorden en meni-5ge andere zoo moeten zy by voorbeld daer-6van nemen labyrinthe, atmosphere, arith-7métique, théologie, peripneumonie, epide-8mie, epizootie, en duyzent andere, die wy 9 alle nadrukkelyk overzetten Doolhof, damp-Ga naar voetnoot910kring, rehenkonst, godsgeleertheyd, long-11ontsteking, volkziekte, dierziekte zoo moe-Ga naar margenoot+12ten zy die woorden onthouden als even 13 zoo veel' op hun eygenstaende bronwoor-Ga naar voetnoot1314den, die niets met andere gemeyns heb-Ga naar voetnoot1415ben: 't welk het geheugen overlast, de tael 16 moyelyker maekt, en hun, om aen gee-Ga naar voetnoot1617ne misslagen onderworpen te zyn, nood-18zaekt ook het grieks te konnen en dus zienGa naar voetnoot18 19 wy dat-z'er ook dikwils nevenslaen: endeGa naar voetnoot19 20 zoo hebben zy in de twee lest opgegeveGa naar voetnoot20 21 woorden nog niet getroffen de bekende vee-22ziekte en nog minder de hoorneveeziekte.Ga naar margenoot+ 23Wy hebben voorts uyt onze tael nogGa naar voetnoot23 24 dit voordeel, dat wy alle de voortbreng-25sels der Hoogduytsche ta{?}l, indiën wy wil-26len, voor ons hebben: zelfs zoo, dat d'o-27verzetting niet of wynig zal minder heb-Ga naar voetnoot2728ben als d'oorsprongelyke stukken. want de 29 Hoogduytsche is zoo zeer de zelve met 30 d'onze, dat-ze van malkanderen maer met | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 een zeer klyn verchil van uytipraek, en 2 eenige niet wyt verschillige, maer nabu-Ga naar voetnoot23rige, letters verschyden zyn: gelyk te zien 4 is uyt dit volgende gezang van Gesner, waerGa naar margenoot+ 5 zelfs de maeten behouden zyn.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22Maer, zal-men zeggen, het frans is wel 23 beter verzien in alle slag van konsten, enGa naar voetnoot23 24 't vlaems zou wynig. Dit is waer: en waer'tGa naar voetnoot24 25 dat de tael maer alleen moest dienen om 26 de konsten te zoeken en naetevolgen; ikGa naar voetnoot26 27 zou de fransche voorstellen maer wy heb-28ben de tael ook, en wel bezonderlyk, noo-29dig om de konsten t'oeffenen. doch hier-toe 30 kan ons 't frans niet dienen, gelyk bewe-31zen is. Voor de navolging hebben wy de 32 Grieksche die beter is, en de Latynsche die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 wy niet en konnen derven. Laet ons dus 2 zoo veel als mogelyk is vermeyden ons 3 andere taelen, als d'onze en 't latyn, nood-4zakelyk te maken. want dan hebben wy 5 nog al eene te veel.Ga naar margenoot+ 6En laet d'onze min verzien zyn van al-Ga naar voetnoot67len voorraed van konsten; laet ons geene 8 Ciceroos, geene Virgilii, geene VoltairesGa naar margenoot+ 9 voor ons zien; wy hebben ons dan van 10 hunne grootte geen' schaduwe te duchten,Ga naar voetnoot10 11 en zien ons nog hunne plaetsen open: zy 12 hebben ons die beste bronnen van Vader-13landsche stoffen niet uytgeput: wy hebben 14 zoo veel te verscher, vlakker en min be-Ga naar voetnoot1415trede veld voor onze werkingen: en zynGa naar voetnoot15 16 in andere taelen voorbereyd en geoeffent 17 om van alle die stof die d'onze geeft, ge-18bruyk te konnen maken jae, my dunkt,Ga naar voetnoot18 19 dat eenen zulken toestand, waer alles als 20 gereed en bedrift staet om in die nieuweGa naar voetnoot20 21 renbaen der konsten toe te varen, veel meerGa naar voetnoot21 22 te verlangen als te beklagen is. De proef 23 hier-van is de Hoogduytsche tael. het is 24 nouwelyks vyftien of twintig jaeren dat-25ze geoeffent is: zy heeft nogtans van nu 26 af al menige schoone werken, en proenktGa naar voetnoot26 27 al by overzetting in alle vremde taelen.Ga naar voetnoot27 28 Daerenboven, gelyk bewezen is, al wat 29 die tael heeft is terstond voor ons. Het ge-Ga naar voetnoot2930brek dus van voorige konsten moet onsGa naar voetnoot30 31 niet deeren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Ook, zal-men zeggen, het frans zal wel 2 eenen grooteren theater geven aen onzeGa naar voetnoot2 3 konsten: het frans is bekend geheel de we-4reld door, en ons land is klyn. Maer, voor 5 eerst, is hier-in het lot van onze tael erger 6 als dat van d'Engelsche, Hoogduytsche, 7 Italiaensche en andere, die alle niet zoo 8 gemyn zyn als de fransche, en in hunneGa naar voetnoot8 9 landen nogtans de taelen der konsten zyn? 10 is het erger als eertyds dat der LatynscheGa naar voetnoot10 11 die, terwyl het grieks de tael was van ge-12heel d'onwilde wereld, niet heeft gelatenGa naar voetnoot12 13 op te komen? ten tweeden, is de verstrekt-Ga naar voetnoot1314heyd onzer tael zoo klyn? is 't gants Ne-15derland, en al wat-er ten oosten en ten 16 noorden aenpaelt klynigheyd? is de tael 17 reeds door onze Bataefsche broeders nietGa naar margenoot17 18 verbryd op welbevolkte landstreken in de 19 dry andere deelen der wereld? Daerenbo-Ga naar margenoot1920ven waer 't zaken zy, zoo by de Hollan-Ga naar voetnoot2021ders als hier, zoo slegt niet behandelt, 22 maer geëert en geoeffent was op zulken 23 voet als zy 't kon wezen; die leegere terGa naar voetnoot23 24 zee gezetene Duytsche, en andere onze nae-Ga naar margenoot23-2425buren, zouden liever d'onze aentrekkenGa naar voetnoot25 26 als de Hoogduytsche. zoo dat zy geene kly-27ne verbreydheyd heeft, en nog grootere 28 zal hebben als wy willen. 29En mag eenen goeden vaderlander wel 30 peyzen, myn land is my te klyn, het is | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 my de moyte niet weerd? En de tael van'tGa naar voetnoot1 2 Nederland, de tael der oude Belgen, de tael 3 van den Vrydom kan die verachtbaer zyn?Ga naar margenoot3Ga naar voetnoot3 4Jae het is de Tael van den Vrydom. 5 het is ze van alle tyden geweest, het is-ze 6 nog tot den dag van heden! Zy is, 't geen 7 aen geen' andere gebeurt, verstrekt op zooGa naar voetnoot7 8 menige verschyde staeten, den onzen, den 9 Hollandschen, den Luykschen, Hamburg, 10 Lubeck, Dantzig, Aken en andere, dieGa naar margenoot8-10 11 ider hun verschillig lot, hunne verschilli-Ga naar voetnoot1112ge wisselvalligheden hebben ondergaen: en 13 nogtans nergens kent zy slavernye of vol-Ga naar voetnoot1314mogendheyd van Eenen. Jae! 't is de Tael 15 van den Vrydom! die 'k nooit met onze 16 fransverwaende zal schamen; die 'k myGa naar margenoot15-16 17 altyd zal eer achten te spreken en door 18 myn frans te doen doorschynen. 19En waerom zou onze tael moeten wy-20ken voor 't frans? waerom eene veel bete-21re stellen achter een' slechtere? waerom de 22 tael van 't grootste deel, van 't beste van 'tGa naar voetnoot22 23 voornaemste van onzen Staet slagofferenGa naar voetnoot23 24 aen die van een klyn vierde van 't land,Ga naar margenoot24 25 aen een hoekje leelyk basterdfrans? 26Ik en wil niet zeggen, dat onze walenGa naar voetnoot26 27 het frans moeten verlaten. neen: dat-ze 't 28 oeffenen zoo zeer en met zoo veel hoop van 29 vrucht, als hunne tegenspoedige taelom-Ga naar voetnoot2930standigheden gedoogen: maer dat wy ook 31 d'onze eeren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Laet ons dus zeer geerne verlaeten dieGa naar voetnoot1 2 vremde spraek die ons zoo schadelyk is,Ga naar voetnoot2 3 en d'onze omhelzen. laet ons eyndelyk 4 hier-in eens naevolgen die gelukkige voor-Ga naar voetnoot45gangen van schier alle volkeren van Euro-6pa, Vrankryk, Engeland, Italiën, Spa-7niën, Duytsland. Alle deze hebben hunne 8 tael de tael der konsten gemaekt: Zweden 9 heeft onlangs nog zeer merkelyke schik-10kingen gedaen voor de zyne, en RuslandGa naar voetnoot10 11 ook niet lang te voren. Den overleden Ko-12ning van Pruyssen h{?}d de Duytsche onbe-13kwaem geacht voor de konsten en het frans 14 zeer aengetrokken: maer voor zyne dood 15 begon hy daer van weer te komen: en zy' 16 nen opvolger heeft reeds het ingegreffentGa naar voetnoot16 17 frans van zynen voorzaet wysselyk onder-Ga naar voetnoot1718plaetst met het Duyts. Laet dus ons, dieGa naar margenoot8-18 19 in zoo vele zaeken d'eerste geweest hebben,Ga naar voetnoot19 20 hier-in eens de leste zyn. Laet ons begin-Ga naar voetnoot2021nen met goeden moet; en wy zullen d'an-22dere wel achterhaelen: zelfs ik derr'hopen,Ga naar voetnoot22 23 dat dit ons Nederlands vernuft nog eens alGa naar voetnoot23 24 zal overtreffen. 25't En zy dus myne gevaderlanders ver-Ga naar voetnoot2526smoort zyn in d'uyterste domheyd; wy 27 zullen 't Frans verlaten en de Nederduyt-28sche tael haer' eer en achting wedergeven. 29 Laet-ons dus onderzoeken door wat mid-30delen dit alderbest te doen waer.Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Vooreerst, wy zyn, gelyk gemeld is,Ga naar margenoot1 2 wat regelloos in onze manier van schryven: 3 en de Hollanders zyn hier-in ook geensints 4 onverbeterbaer, nog gevestigt. Zoo dat by-Ga naar voetnoot45nae zoo veel verschillige spelwyzen, alsGa naar voetnoot5 6 schryvers gevonden worden. Al is 't dat 7 deze omstandigheden uyt hun eygen welGa naar voetnoot7 8 zoo kwaed niet zyn; zy stellen eventwel 9 onze tael voor, als een' ongeregelde enGa naar voetnoot9 10 gebrekkelyke. 11Ook is by ons d'opvoeding der joeng-Ga naar voetnoot1112heyd tot nog toe gebrekkig en veronacht-13zaemt in haer' eerste beginsels, te wetenGa naar voetnoot13 14 in de Nederduytsche scholen, waer-men 15 leert lezen en schryven. Men gebruykt-er, 16 voornamentlyk op 't plat land, boeken met 17 wat te gotieke letters en zeer gotieke ge-Ga naar margenoot17Ga naar voetnoot1718dagten, gebrekkig in de tael, vol gevroen-Ga naar voetnoot1819ge zinnen, sommige vol enkele grofgeesti-Ga naar voetnoot1920ge verdigtsels zonder iet zedigs, zommige 21 vol onnoozelheden en aldertastbaerste leu-22gens, niet als fabels, maer als waerheyd 23 voorgegeven: waer door de tael misleert,Ga naar margenoot15-23Ga naar voetnoot23 24 d'uytdrukking belemmert, de menschely-25ke reden gestut, 't joeng oordeel verwertGa naar voetnoot25 26 word, en d'alderdweerste wangeloovigheGa naar voetnoot26 27 den byblyven tot in d'oude dagen toe. 28Den eersten middel zy dan, dat - menGa naar voetnoot28 29 make eene nieuwe verbeterde letterkonst,Ga naar voetnoot29 30 met voornamentlyk de regels van de spel- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1wyze, en nieuwe boeken voor de Vlaem-2sche scholen. De letterkonst behoorde te 3 bevatten 't geen in de Latynsche scholenGa naar margenoot3 4 begrepen is in de figuren, grammatica en 5 syntaxis, met het deel van de profodia ra-Ga naar margenoot4-5Ga naar margenoot56kende alleen de rymkonst en niet de dicht-7konst. De schoolboeken behoorden te be-Ga naar margenoot6-78helzen, al wat naer order en voortgangGa naar voetnoot8 9 der Leerlingen een' goede opvoeding kan 10 vereysschen, en zoo wel Hollandsche, als 11 Vlaemsche stukken. waer-in ik ook niet 12 zou laeten ontbreken iet van onze Neder-Ga naar voetnoot1213landsche historie, onze bezonderste stand-Ga naar voetnoot1314wetten, de Brabandsche blyde-inkomst enGa naar margenoot14 15 andere diergelyke. 16Dat-men voorts in de Latynsche scho-17len zoo groote zorg doe hebben voor de 18 moederlyke tael, als voor 't Latyn. 19Dat-men ook de Rhetorica of welspre-20kendheyd doe leeren alleen in de moeder-21lyke tael. want (boven d'onmogelykheyd)Ga naar margenoot21 22 een vremde en zelfs doode tael zoo wel te 23 weten dat-men op welsprekendheyd magGa naar voetnoot23 24 denken, is zeker geene zaek die in de kly-25ne scholen te verhopen is. En joengheydGa naar voetnoot25 26 de welsprekendheyd te willen leeren in een' 27 tael waer-in-ze nog teenemael nieuwelin-Ga naar voetnoot2728gen zyn, en daer-ze nog meer te worste-Ga naar voetnoot2829len hebben met de tael zelf, als met sier-30lykheyd, order, of gedachten, is oessenenGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 in 't loopen, die nog slegts kan gaen, enGa naar voetnoot1 2 vereysschen het welspreken eer-me nog kanGa naar voetnoot2 3 spreken. Daerenboven, die welsprekend is 4 in d'een' tael is 't daerom niet in d'ander': 5 en wat kan ons de welsprekendheyd in 't 6 Latyn zoo dienstig wezen? 7Dat-men ook in de Latynsche scholen 8 de Nederduytsche en Latynsche rymkonst 9 samen leere. de rymkonst, zeg ik, niet de 10 digtkonst de konst van rymen, niet van 11 dichten te maken want, is 't dat van deGa naar voetnoot11 12 dichtkonst iet leerbaer is, en niet al van deGa naar voetnoot12 13 natuer moet zyn; 't is eventwel te voor-14tydig die te leeren in de klyn' scholen: ge-15lykmisschien ook wel de welsprekendheyd.Ga naar voetnoot15 16Onder d'alderkrachtigste middels waerGa naar voetnoot16 17 zonder twyffel dezen, te weten het Neder-Ga naar voetnoot1718duyts op de theaters te brengen. Dit waer 19 de tael haer' eer en achting wedergeven:Ga naar voetnoot20 20 dit waer-ze stellen op haer' alderaenzine-21lykste plaets; dit waer-ze in de gemoede-22ren van 't volk doen voor iet vaderlandsGa naar voetnoot22 23 van 't eerste belang herkennen, Dit zou-zeGa naar voetnoot23 24 noodzakelyk maken aen 't groot eerst enGa naar voetnoot24 25 vervolgens aen 't gemyn: dit alleen zou-Ga naar voetnoot2526ze doen geacht en geoeffent zyn. Dan zou-27den wy eens hoop hebben van nut te trek-28ken uyt een' zaek die altyd, gelyk twee 29 voorname schryvers van deez' eeuw getuy-Ga naar margenoot28-2930gen, neadeelig is, 't en zy daer eenen geest 31 van Vaderlanderschap heerscht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Een zulke verandering kon aen welden-2kende gemoederen niet dan zeer aengenaem 3 wezen. Die-er zouden tegen zyn mogt-meGa naar voetnoot3 4 met reden niet aendragen dan als onrede-Ga naar voetnoot45lyke of kwalyk bedagte lieden, als die deGa naar voetnoot5 6 welke zulk groot belang van Vaderland 7 en konsten niet en kennen of ter kwaderGa naar voetnoot7 8 trouw verachten. 9Voorr ed van toneelstukken te bekomen, 10 en waer geen' zaek van groote moyte. wantGa naar voetnoot10 11 daer en is geen frans stuk 't geen-me nietGa naar voetnoot11 12 en zal overzetten met zeer wynig verlies 13 zyner deugd, en dikwils (mits de beter-Ga naar voetnoot1314heyd onzer tael) met teenemael geen ver-Ga naar voetnoot1415lies. Ook een groot deel van die vertalin-16gen, maer die nogtans veel verbetering 17 noodig hebben, is er reeds gedaen: en menGa naar margenoot+ 18 kon ze voorts gedaen krygen met voorge-Ga naar voetnoot1819stelde pryskens. En deze pryskens zelf wa-Ga naar voetnoot1920ren geen' klyn' stof voor d'aenmoeding der 21 konsten. D er zyn voorts in 't Hoogduyts 22 eenige nieuwe stukken van groote verdien-23ste: die alle, zoo wy willen, d'onze zyn.Ga naar margenoot+ 24 Daer is voorts nog veel voorraed te vin-25den by de Hollanders de welke, waer 'tGa naar voetnoot25 26 zaken ook hunne toneelen bragten op den 27 voet der fransche, en hun meer stelden opGa naar voetnoot27 28 zangstukken, ende dus alle de Nederland-29sche theaters malkanderen konden verzien;Ga naar voetnoot29 30 niet waer-er bekwamer om - haerenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 hoogsten luyster te kreygen en d'aldernut-2ste te doen wezen aen staet, konsten, en 3 wetenschappen. 4Voorders het Vaderlanderschap, willen 5 wy het wederom niet gants laeten verflou-Ga naar voetnoot56wen oft onderdompelen gelyk het onlangsGa naar margenoot+ 7 nog geweest is, moet gevoed en onder-8houden worden. Daerom dan, daer moes-9ten ook eenige belooningen en aenmoe-Ga naar voetnoot910ding zyn voor onze vaderlandsche kon-11sten. bezonderlyk voor die, die 't vader-Ga naar voetnoot1112landerschap voeden. des te meer, daer men 13 tot hier toe voor zulke soort van ieverig-Ga naar voetnoot1314heden geene belooning, zelfs geen' ont-Ga naar voetnoot1415lasting, maer wel iet erger had te verwach-Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1516ten. En op zulken voet het openbaer goedGa naar voetnoot16 17 te konnen bewerken, en gedoogt eenidersGa naar voetnoot17 18 lot niet. En wat Holland raekt; daer en is 'tGa naar voetnoot18 19 niet beter als hier. want al wat-er voor t Va-20derland is blyft daer ook ongeloont, ende 21 dus belast. Ook zoo by hun, als by ons voorGa naar voetnoot21 22 deze wederzeydsche opgistingen kende-menGa naar margenoot+ 23 nouwelyks den naem van Vaderland. 24Vervolgens moesten zoo hier als daer de 25 Staten der provinciën, die het land welGa naar margenoot+ 26 naeder raken als een Gouvernement of Stad-27houder, uyt's lands middelen een k'ynGa naar margenoot+ 28 deel schikken tot belooning en aenmoedingGa naar voetnoot28 29 van Vaderlandschap en vaderland che kon-30sten. ende dus elke, naer haer vermogen,Ga naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 haere klyne vereeringen doen zonder aen-Ga naar voetnoot12zien van staet of provincie, oft het Hol-3landsche oft van onze onderdanen zyn. Zy 4 zouden konnen eenige geleerde mannen 5 nemen oft eenig genootschap oprechten omGa naar voetnoot5 6 hun in deze zaek als raed te konnen die-Ga naar voetnoot67nen en daer zouden-er zeker geen' ontbre-8ken, die, als opregte Vaderlanders, voor't 9 openbaer goed hun hier toe zonder loonGa naar voetnoot9-10 10 zouden verledigen. Die mannen konden ook 11 dienen om ten deele de hier voren opgege-12ve middels uyt te werken. Door hun kon-Ga naar voetnoot1213den ook jaerlyks voorgestelt worden ee-14nige prysjes voot zekere overzettingen,Ga naar voetnoot14 15 als van stukken van welsprekendheyd, van 16 redekonde, staetkonde, toneelstukken enGa naar voetnoot16 17 diergelyke. en zulke prysuytgevingen zou-Ga naar voetnoot1718den wel meer uytwerksel doen als de he-Ga naar voetnoot1819daegs geplogene vragen onzer Academie.Ga naar margenoot+ 20 voor zulke beantwoordingis-er geene machtGa naar voetnoot20 21 van boeken of gantsche bibliotheken noo-22dig: hier van is het meeste van 't volk niet 23 afgesloten: maer staen eeniegelyk ter hand,Ga naar voetnoot23 24 arm en ryk, buyten en in steden: hier toe 25 word ook niet vereyscht eene veelvoudige 26 wetenschap, maer eenige g'oeffentheyd en 27 voorts natuer. 't zyn deze die best zullen 28 dienen om ware begaeftheyd die de tegen-Ga naar voetnoot2829spoedige fortuen zoo dikwils in 't duyster 30 houd, t'ontdekken.Ga naar margenoot+ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1Haud facile emergunt, quorum virtutibus ob-2stat 3 Res augusta domi. Juven.Ga naar margenoot+ 4Hier door kon-me voorts nog vinden deGa naar voetnoot4 5 gene die-me tot vertaelingen van noodige 6 schoone stukken kon te werk stellen. 7Dat-me dus terstond ook zorge eenige 8 nette overzettingen te hebben van voornae-9me Grieksche, Latynsche, Fransche werken. 10Men ziet zonder twyffel, dat ik hier ook 11 wel bezonderlyk zal vereysschen van bin-Ga naar voetnoot1112nen de Nederduytsche gewesten op te hou-13den van de fransche tael te bevoorderenGa naar voetnoot13 14 in de klyne scholen. Deze zullen hier door 15 niets verliezen. want het is waerschyne-16lyk, dat het meest dit ingevroenge Frans-Ga naar voetnoot1617dom is, 't welk alle de nieuwe Koningly-18ke studien heeft doen vallen of kwynen. ikGa naar margenoot+ 19 zou zelfs verder gaen, en alle openbare 20 fransche scholen verbiden, ende dus die taelGa naar voetnoot20 21 gelyk 't Grieks laeten aen de liefhebbers. 22Dit zyn de middels die my tot hier toe 23 zyn ingevallen. kan-me niet met alle samenGa naar voetnoot23 24 beginnen;men kan met eenige. kan-me niet 25 met de beste; men kan met de gereedste.Ga naar voetnoot25 26 En 't zal schier genoeg zyn te doen zien,Ga naar voetnoot26 27 dat ook onze tael geacht gaet zyn. Mis-Ga naar margenoot+28schien zouden-er ook wel bezondere liedenGa naar voetnoot28 29 gevonden worden, die door iever voor 'tGa naar voetnoot29 30 Vaderland zulke ondernemingen, die niet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 alle last en schade zouden zyn, by maet-Ga naar voetnoot1Ga naar voetnoot1-22schap of companie zouden handhaven. En, 3 waer't dat-er maer eenige zoo goede Va-Ga naar voetnoot34derlanders waren, die de gene, die iets 5 zullen ondernemen voor de moederlyke 6 tael, alleenelyk maer en zouden onthef-7fen van die boet die-er heden staet op hun-Ga naar voetnoot78nen goeden iever, van de bekostingen vanGa naar voetnoot8 9 drukpers en andere; ik en twyffele niet, 10 oft de natie zou allengskens iet schoons in 11 haere tael gaen zien, allengskens daer-in 12 meer behaegen krygen, en klaerziende wor-13den op d'onheylen uyt de fransche tael.Ga naar voetnoot13 14Men ziet hier voor, dat ik de vereenig-15de Nederlanden aenzie als deel te maken 16 van ons land, en hun met ons als een ee-Ga naar voetnoot1617nig volkdom achte. Zeker wat raetk onzenGa naar voetnoot17 18 Vaderlandschen letterstaet; dezen moetGa naar voetnoot18 19 zonder twyssel niet geschyden zyn van den 20 hunnen. want mits hier van de moederly-Ga naar voetnoot2021ke tael den grondsteen is, en onze tael de 22 zelve is met de hunne; zoo moet ook ons 23 letterdom gants een en 't zelve zyn. EnGa naar voetnoot23 24 het is zeker een gemyn goed wederzydsGa naar voetnoot24 25 tot bevoordering der zelve tael en zelve 26 konsten te werken. Ook het zal my zoo 27 aengenaem zyn aen hun in 't bezonder,Ga naar voetnoot27 28 als aen ons te konnen dienstig zyn. 29Voorders, wy zyn inderdaed het zelve 30 volk, 't zelve in tael, imborst, zeden enGa naar voetnoot30 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 gebruyken Daerom, laet ons gezament-2lyke Nederlanders, schoon wy van staet 3 geschyden zyn, ons ten minsten in de Ne-4derlandsche konsten aenzien als gevader-Ga naar voetnoot45landers en gebroeders. Laet-ons gezamen-Ga naar voetnoot56der-hand ons gevoegzaem NederduytschGa naar voetnoot6 7 handhaven, eeren en versieren: en dat 8 eyndelyk de Tael van den Vrydom ook 9 eens de tael der konsten zy. En 't is aenGa naar voetnoot9 10 U, Staeten der provinciën, Vaders van't 11 vaderland, eerst vooral, hier-in uw' vori-12ge onaendragendheyd te verbereren, uwenGa naar voetnoot12 13 goedkeur te doen blyken, middelen vanGa naar voetnoot13 14 aenmoeding in-te-spannen en uyt-te-ry-Ga naar voetnoot1415ken zonder aenzien van staet of provin-16ciën. Begin-maer, doe-maer ict, hoe wy-Ga naar voetnoot1617nig het ook zy. doe-maer zien dat Gy ver-Ga naar voetnoot1718langt ook onze tael geëert te zien: en zy 19 zal 't wezen. |
|