Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie
(1990)–Wim Hendriks, Jenny Mateboer, P.J. Verkruijsse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 117]
| |||
gecollationeerde exemplaren:
| |||
commentaar:Het grafdicht betrof de twee zoons uit De Brunes eerste huwelijk met Maria de Vroe: ‘Het plag op een bord met vergulde letteren te hangen, by de Wapens van den Raadpensionaris en dier twee zoonen in de Nieuwe kerke; dog in 't jaer 1737 of 1738 is dat al, met veele andere Geslagtwapenen, uit die en andere kerken, weggeruimd.’, aldus De La Ruë. Grafdigt
op de Heeren
Adriaen en Samuel de Brune
Ghy jongh' en dertel' liën,
Komt aen dit Graf bezien,
't Geen dienstigh is te weeten:
Twee broeders, jongh en sterck,
Bedeckt hier dese zerck,
Beyd' in een maendt verbeten.
| |||
literatuur:De La Ruë 1741-01, p. 45-46. |
|