Johan de Brune de Oude (1588-1658). Descriptieve auteursbibliografie
(1990)–Wim Hendriks, Jenny Mateboer, P.J. Verkruijsse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1007: titelpagina (ex. 10)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1007J. de Brune. Aan den Hoogh-gheleerden Heer Constantin Huygens. Op het uyt-gheven van syn Costelick Mal, ende Haegsche Voor-hout.
In [uitgave 1623, *1r]: ΚΕΡΚΥΡΑΙΑ ΜΑΣΤΙΞ, Satyra. Dat is, 't Costelick Mal. Aen De Heere Iacob Cats, Raedt ende Pensionaris der Stadt Dordrecht. Door den hoogh-gheleerden Heer Constantin Hvygens. Tweede Drvck. Hier kan by-ghevoecht werden de Zeeusche-Nachtegael, ende Tafereel van Sinne-Mall. [drukkersmerk: Pictoribus Atque Poetis. T'Is Al Goet Wat Cunste Doet. Poesis. Pictura.] Tot Middelburgh, [lijn] Gedruckt by Ian Pieterss. vande Venne, Cunst ende Boeckdrucker, woonende op den houck van de nieuwe Beurse in de Schildery-winckel, Anno 1623. Met Previlegie.
Of in [uitgave 1625, Q2r]: Otiorvm Lib. IV. [lijn] Der Ledige Vren van Constantin Hvygens Vierde Boeck. daer in 'tKostelick Mall ende 'tVoorhovt: Met weinigh meer. Alles van den Zeewschen Druck, ende midsdien onoversien, onverbetert. In [franse titel]: Constantini Hugenii Equitis Otia. Versus inopes rerum, nugæque canoræ. [fleuron] Constanter. [fleuron]. [titelpagina:] Constantini Hvgenii Equitis Otiorvm Libri Sex. Poëmata varij sermonis, stili, argumenti. Hagæ-Comitis, Typis Arnoldi Meuris. [lijn] M D CXXV.
2e dr.; 1e dr.: 1006; titeluitg. van 2e dr.: 1010; 3e dr.: 1019; 4e dr.: 1025; 5e dr.: 1026; 6e dr.: 1029; edities: 1071, 1074, 1075, 1076
4o: *3r-v. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitgaven:Er zijn twee uitgaven, een van Vande Venne in Middelburg van 1623 en een in het vierde deel van Huygens' Otia uit 1625. Het voorwerk van de eerste uitgave met daarin het gedicht van De Brune is in de tweede soms niet opgenomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gecollationeerde exemplaren:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet-gecollationeerde exemplaren:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
variantenoverzicht:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
commentaar:Exemplaar 7 heeft de titelbladen van beide uitgaven van 1623 en 1625. Zie voor verdere commentaar 1006. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
literatuur:M.A. Schenkeveld-Van der Dussen. ‘Huygens en de Zeeusche Nachtegael’, in: NTg 62 (1969), 126-127. |
|