Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Winter-lente. I Wintervlinders. De witte pepels vlindren vluchtig Op dartlen, speelschen winteraam; En kringlen, zwinglen licht en luchtig Met honderd duizend voor mijn raam. De vlossen vlokjes ringelzweven In 't luchtruim, dijzig, grauw en kil; Maar al dat wriemelende leven Is doodsch, onhoorbaar, winterstil. Ze zetten zich heel zachtjes neder Op tak en dak, op veld en kant; Bedonzen wit en rein en teeder, Verhennekleeden 't doode land. Vorige Volgende