Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Juli-nachten. I. Er hangen zware sterrentrossen neder. Er hangen zware sterrentrossen neder Aan d'ombocht van 't doorschijnend kristallijn Der groote hemelstulp. De gulden veder Van eene vlammenvlerke moet het zijn Die daar den dampkring titst! Dat sterren rijzen, Dat kan toch niet! Maar dat een engel, die Neerduikelt door het ruim, met maagdlijk ijzen Ontvluchte uit ons onreine luchten, zie! Dat is het wel. Hij, Gods gezwinde bode, Al tuimlend voort van ster tot ster, genaakt Ons, maar is snel den smetkring weer ontvloden En flitst dat lichtspoor, waar hij even raakt. Vorige Volgende