Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Baldermaand Levenwekker. Fel baldert Westewind. Zijn malsche buien, In paarse drommen, aan den einder kruien. Hij jaagt ze klettrend over weide en veld En blaast zijn levenwekkend, wild geweld. Hij slaat zijn kracht om dikke boomenbuiken, En schudt het sprokkig hout en giet zijn kruiken Met volle gulpen uit en spoelt en wascht En wekt het leven onder ruigen bast. Hij dretst het water op den open akker, Door kant en struik, dat het verzijgt in 't spint; Hij solt de sluimerende vochten wakker; Hij kneedt het hal en plooit de twijgen lind. [pagina 34] [p. 34] Dan klimt het sap omhoog als uit een bronne, En hevelt naar den top van boom en struik. En 't woud, gekoesterd door de Maartsche zonne, Herbloeit, begoten door de Maartsche kruik. Vorige Volgende