Borms en Jerome Leuridan voerden er het woord. Het is één van de weinige keren in mijn leven geweest dat ik Borms persoonlijk heb gezien, al staat in mijn babyboek, het fotoalbum over mijn jeugdjaren met commentaar van moeder, een grote foto van August Borms. Ze werd genomen in het begin van de jaren dertig en Borms schreef er zelf een tekst bij waarin hij zegt dat ik als kleine baby op zijn arm gezeten heb en waarin hij de wens uitspreekt dat ik een groot Vlaming mag worden.
Ik geloof dat het begin van vaders collaboratieactiviteiten in ieder geval vóór de volksvergadering in de Nederlandse Schouwburg moet worden gedateerd. Een van zijn eerste collaboratiedaden heeft hij gesteld met medewerking van zijn vriend Jan De Boevé. Samen met deze oud-activist en met de assistentie van een mij niet nader bekende Duitse instantie, waarschijnlijk Stadtkommandant Siffer, of de Propagandastaffel (Dr. Petsch), die ik in de zomer van 1940 ook vaker hoorde noemen, heeft vader zich met de hulp van de Duitsers meester gemaakt van twee instellingen in het Gentse: de Gentse Radiodistributie enerzijds en de Ecole des Hautes Etudes anderzijds.
De Gentse Radiodistributie was gevestigd in een groot gebouw in de Stoppelbergstraat, een zijstraat van de Veldstraat, vlakbij de Korenmarkt. Deze instelling moet vader en wellicht ook de Duitsers een interessant propaganda-instrument hebben toegeschenen, aangezien radiodistributie op dat ogenblik vrij verspreid was en er bij het begin van de oorlog bovendien veel radio's ontbraken, door opeisingen, vernielingen en dergelijke meer, zodat de mensen zeer op radiodistributie gesteld waren.
Hoe deze machtsgreep van vader en van De Boevé precies is verlopen weet ik niet. Ik herinner mij wel dat ik na korte tijd een bezoek kon brengen aan de Radiodistributie, waar op de bovenste verdieping de directie huisde en waar vader en De Boevé ieder een groot bureau betrokken. Vader vertelde toen dat de Radiodistributie in feite bezit was van de