Vonnis over Yvonne(1980)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] 27. Het is lente weer en mijn paard staat stil. Ik heb het door de tijd gedreven, roerloze ruiter, teugelloos. Ik wil een levensles uit deze rit verzinnen door Yvonne weg te voeren uit die tijd, neen over deze tijd, van tijd tot tijd tot heden. Maar de woorden ontvluchten mij die zich verbergen in een rozentuin met incalelies langs de paden. Zij is voorgoed ontlast van enige gelijkenis, van elke die mij niet verwarren kan. Nog enkel woorden kunnen haar herkennen. Maar gedachtenis heb ik geledigd in de zuivere rivier der enigheid. Ik heb voldaan. De dood is mij voorbijgegaan. Toch weet ik dat hij wacht voorbij de mispel, de katalpa en de moerbeiboom tot die vervulling mij ontnomen wordt. Door wie? Door mij. Vorige Volgende