Magnetisch veld(1967)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] De harp Dit is de harp uit het Oud-Testament, die talmende tonen van zijden snaren: zij roept ons distinto terug. Gij kent dit niet: je hebt het nooit ervaren. Een wervelwind heeft mij opgetild, laat me schichtig over je neer en onder mijn gewicht slaan wild je armen om me toe: verweer misschien of overgave toch. Je wijkt noch nadert. Gaan je heupen deinen? Je mond als voor een beet gereikt omsluit in gensterlicht de mijne. Dan welkt een enorme rode roos boven je hoofd aan mijn hand ontsprongen. Een weerklank herhaalt zich eindeloos, een vuurspiraal is losgesprongen die onze lichamen samenbindt in hun werveling. Wij storten neer in een vloed die zich barstend ontbindt, tezamen een eiland, niets anders meer. Niets anders nog is boven of onder, is in het water. Snaar na snaar breekt met een ijlende toon, maar zonder te schaden het wederzijdse gebaar der herkenning. Dan gilt een kind in een grot met smeltende stalagmieten en we horen de regen traag de wind verdrijven naar de tijd der trilobieten. Vorige Volgende