Magnetisch veld(1967)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] De minnares Sinds de dood door uw stilte zijn zwij- gen verbrak onder de dunne brugboog van Varol, waarop de rode bloesemtwijg uit de Japanse tuin van wellust woog, geschiedt het dat een zinloze gedachte mijn nieuwe vezels naar uw warmte richt, mijn vingertoppen trillen van de nacht en zijn sporen zoeken op uw aangezicht. Ik vrees de dood niet meer, ik vrees de doden niet, alleen de tijd die diep de vliezen in uw vlees verkilt, wijl gij mijn minnaar zijt. Als in uw handen eens de spier verdort, die mijn ontblote keel ontspant en die mijn schoot schier verzengt vóór mij uw vuur geheel verteert zal ik nog voort verblijven onder uw schedeldak, uw hartslag- ader zal de snelle tijen blijven voeden van mijn bloed, daar één gedach- te niet verebt en één vervoering niet in tijd vergaat, als niet meer een verwachten maar enkel uw aanwezigheid geschiedt, o Betelgeuze en Rigel van mijn nachten. Vorige Volgende