Magnetisch veld(1967)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] voor Ria [pagina 5] [p. 5] Strand met Chagall Mijn wervelmerg vertilt de sporen van de infrarode toren op de horizon. Ik wankel op de drempel van het horen: magnesium ruist als een bron. Door wie, waarvoor ben ik gevangen? God, wie gij zijt, laat mij dit uur naar blaadren op de sneeuw verlangen. naar sneeuw op dit verlaten uur. De hoge bloei van dolle kervels heeft nauwlijks nog een eigen tint, de tunnel door de dode wervels versplintert tot een labyrint. Hoe zal ik door de nacht geraken: een zwavelstrand waar Marc Chagall versteend staat tot een blauwe baken, maar op de golven groen als gal geen schip en ik hier in de duinen van nevels, melk en chlorofiel. Waar zijn de mispelbruine kruinen, waarin één genster uit het wiel de brand ontstak, zodat mijn asters verteerden tot wat sneeuw van as? O vuur o sneeuw altijd, o rasters, ragrasters van wat zichtbaar was, nu spiegelbeeld in splinters glas. Vorige Volgende