Ik ben ik(1966)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] De maan en de sterren De sterren zijn de schapen, de herder is de maan, ze komen als we slapen door onze droom gegaan. We horen zachtjes blaten, de herder zingt zijn lied, ze gaan niet langs de straten, want straten zijn er niet. De sterren zijn de lichten ontstoken door de maan. ‘Ze schijnen na weer dicht en dan weer veraf te staan. Als hen de wolken doven gaan ze vanzelf weet aan, de sterren hoog daarboven, ontstoken door de maan. De sterren zijn de bloemen, de maan is de tuinier, we horen bijen zoemen al is 't zover van hier. Maar als de sterren schijnen, dan valt de regen niet. Toch zie je géén verkwijnen, en ze verwelken niet. Vorige Volgende