Het huis ten einde(1971)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] Van de stilte Ik zoek de stilte waarin niets meer leeft van wat haar heeft verwekt, een stilte die niet is verwekt omdat ik daar mijn dood kan zien herkenbaar zijn. Maar zij is nergens. Zij is godgelijk. De baaierd reeds was woordgeluid want immer wacht geluid op lucht. Ik vang niet aan. Ik eindig niet. Daartussen is dood in de tijd, uitgemergelde toevlucht van de geest die onwerkelijk is. Altijd is stilte geluid. De hemel is geluid. De hel is geluid zonder het ruisen van het bloed als in de sneeuwwind de dakrand trilt en een deur morsetekens geeft. Maar de hel is nergens meer sinds mijn geboorte. Bidden is zonder geluid om stilte smeken. Bid om mijn dood, voor u de stilte die zonder weerklank zonder weerschijn is al was het maar een ogenblik een eeuwigheid. Vorige Volgende