Het huis ten einde(1971)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Van de jachthoren De jachthoren klimt op een kyrië naar de nacht van zwarte lavendel. Het paard hinnikt alle schaduwen toe waaruit de koeien weg willen komen. De mythische maan verstuift monotoon toxinen over het bos. Maar nog kan ik de ringen van de wesp ontcijferen en de blauwe hoeve ontleden. De nachtelijke jachthoren is geen wild op het spoor wel het licht op de weg maar glijdt in een afscheid af. De zwarte kaarsen zijn gedoofd. Mijn dood is nog altijd onderweg steeds in het bereik van mijn bereidzijn sinds ik uit een droom werd gewekt voor ik was ingeslapen. Een ei van licht danst op een duistere waterstraal. De jachthoren zwijgt. Vorige Volgende