Het huis ten einde(1971)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Van de Kol Nidrei De boordevolle purperen orchidee in de voorlaatste woning regelt mijn bloeddruk niet meer. Gij verkiest de gele dwergkrysanten: een rilling van gouden punten over uw huid. Waarom heeft een god ons verlaten die als een gletsjer geduldig wacht op het geslacht dat god moet worden omdat het geen goden meer schept uit spoken van roet en rook als gieren geen duisternis meer vinden te verslinden? Ik kon geen god verzinnen die mij mijn dood kon schenken. Een spiegel werd voor de mond van mijn moeder gehouden toen zij ding geworden was. Voor u zal mijn afwezigheid geen einde vinden. Voor mij de laatste blik op god die zich verwijdert van de mens en reeds een overzijde van de melkweg heeft bereikt. Nu fluister ik mijn dood mijn leven toe dat hij bezit, - terwijl Max Bruch de cello van zijn Kol Nidrei nog tijdig uit het dreigend drijfzand tilt. Dat is het wat ik horen zal. Vorige Volgende