Tafereel van de belacchende werelt
(1994)–Adriaen van de Venne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina VII]
| |
Deel II | |
[pagina 297]
| |
VerantwoordingDoor de analyse van de resultaten van het analytisch-bibliografisch onderzoek (cf. dl. I, hoofdstuk 2 en 3) beschikt de editeur over de nodige informatie om uit te maken welke staten hem het meest geschikt lijken om te reproduceren en in welk exemplaar hij deze staten samen aantreft. Zijn voorkeur zal in hoge maten worden bepaald door de specifieke drukgeschiedenis van de Belacchende Werelt. In hoofdstuk 2 van deel I werd uiteengezet hoe de aangebrachte wijzigingen vaak dienen te worden geïnterpreteerd als auteurscorrecties waardoor er m.a.w. latere redacties van de oorspronkelijke tekst ontstonden. Bij een aantal andere perscorrecties, vaak gaat het om incidentele varianten, moest men in het midden laten of deze nu naar het eigen goeddunken van een corrector dan wel op initiatief van de de auteur werden aangebracht. Daarnaast liet een aantal varianten zich onmiskenbaar als zetselschade identificeren. Het ligt voor de hand dat de voorkeur van de editeur in de eerste plaats zal uitgaan naar die staten waarvan op goede gronden mag worden aangenomen dat zij de chronologisch laatste auteurscorrecties bevatten en waarvan men (zij het met de nodige slagen om de arm) mag veronderstellen dat zij door de auteur/uitgever en/of een corrector als de meest perfecte eindstaat zouden worden beschouwd. Het hoeft geen betoog dat de editeur bij het maken van zijn keuze een z.g. 'ideal copy' in de betekenis die Bowers daaraan heeft gegeven, voor ogen staatGa naar voetnoot1. Uiteraard ligt hierin een element van subjectieve interpretatie besloten. In hoofdstuk 2 (in het overzicht van de staten) en hoofdstuk 3 (in het variantenoverzicht met commentaar) van deel I werd dan ook aangegeven en toegelicht welke staten door ons als de meest perfecte eindstaten werden beschouwd. Bij de reproduktie van een 'ideal copy' deed zich een tweede moeilijkheid voor: in geen enkel van de door ons gecollationeerde exemplaren bleken de bedoelde staten samen voor te komen. Zelfs wanneer men geen rekening zou houden met die staten waarvan de varianten louter het gevolg zijn van zetselschade, dan nog vindt men niet één exemplaar met alle meest correcte eindstaten samen. De verklaring ligt voor de hand. Om economische redenen werden in het zeventiende-eeuwse drukkersatelier de vellen met oudere en minder correcte staten van een drukvorm niet weggegooid maar zonder enige systematiek vermengd met vellen met de gecorrigeerde staten van andere drukvormen. Voor onze facsimile-editie hebben we niet van één exemplaar gebruik gemaakt maar een 'ideal copy'samengesteld op basis van drukvormen uit verschillende exemplaren. In principe werd voor de reproduktie uitgegaan | |
[pagina 298]
| |
van het exemplaar uit de Leuvense Universiteitsbibliotheek (ex. 50). Niet alleen was het exemplaar gemakkelijk bereikbaar, maar het bevatte ook een behoorlijk aantal drukvormen met de meest perfecte eindstaten. De afdrukken van vormen (en meer in het bijzonder de pagina's met varianten) uit ex. 50 die niet de beoogde eindstaat weergaven, werden vervangen door reprodukties van de bedoelde staten (i.c. de pagina's met varianten) naar andere exemplaren. Verantwoording hierover vindt men in deel I (m.n. in het overzicht van de staten in hoofdstuk 2 en in de variantenoverzichten in hoofdstuk 3). De vervangen pagina's werden onderaan met een asterisk gemerkt. Dat wij voor onze facsimile-editie een ideaal exemplaar hebben gereproduceerd dat (althans tot nog toe) in de werkelijkheid niet werd aangetroffen, mag vreemd lijken, de gevolgde werkwijze biedt beslist een aantal voordelen, zeker wanneer men het alternatief, m.n. de reproduktie van een bestaand gecollationeerd exemplaar (mét minder perfecte eindstaten), overweegt. Het gevaar is immers niet denkbeeldig dat de moderne lezer/gebruiker, gezien de uitgebreidheid en ingewikkelheid van de variantenproblematiek in de Belacchende Werelt, niet altijd de moeite zal nemen om bij elke pagina met varianten de aard van deze varianten te gaan bepalen. Gaandeweg krijgt de tekst van dit exemplaar dan ook de status van standaardtekst; zo de tekst van de ideal copy al enige aanspraak zou mogen maken op deze kwalificatie, de tekst van één van de gecollationeerde exemplaren mag dit beslist niet. De tekst van de ideal copy heeft bovendien ook het voordeel dat in de commentaren bij sommige passages uit de Belacchende Werelt meteen rechtstreeks naar de facsimile-editie kan worden verwezen zonder dat eerst een commentaar m.b.t. de tekstoverlevering dient te worden ingelast. Bovendien mag men het feit dat in onze facsimile-editie een niet bestaand exemplaar werd gereproduceerd, niet overtrekken. Uiteindelijk werden alle gereproduceerde drukvormen in die vorm ook werkelijk in de gecollationeerde exemplaren aangetroffen. Alleen de in de facsimile-editie gepresenteerde combinatie van drukvormen vonden we tot nog toe niet in een bestaand exemplaar terug. In de facsimile-editie werd een regel- en versnummering aangebracht. |
|