| |
| |
| |
| |
G8 v: XXIV. Vanden eenighen voghel Phenix.
- | Phenix: de feniksvogel, een Oosterse (Arabische) vogel die zich volgens de oude mythe om de vijf eeuwen op een nest van geurig hout verbrandde, en verjongd uit zijn as verrees. Het verhaal van de vogel Feniks stamt uit de Alexandrijnse Bestiaria (1e of 2e eeuw na Chr.), maar is in zijn oorsprong zeker veel ouder. In de Romeinse keizertijd was de vogel een symbool van de keizer, in de vroeg-christelijke periode het symbool van de onsterfelijkheid, en bij de humanisten was het het beeld van de wedergeboorte, de onsterfelijke glorie, en daarna het beeld van de vorst. De vogel stond ook voor de wijze en geleerde, die door zijn grote faam onsterfelijke roem verworven heeft. [Sterck 1927 p. 762, 123; Meertens 1983, p. 66] |
- | Begheven: in de steek laten, verlaten [WNT 2/1, 1380, 4 b] |
- | 2 Sonder weerga: zonder partner, zonder evenbeeld [WNT 25, 104, 1 en 109, 3 b] |
- | 3 Dees: deze; Vol-leeft: volledig hebben uitgeleefd |
- | 4 Yver: ijverig; Vergaren: verzamelen |
- | 5 Vermolsemt: vermolmd, rot [WNT 20/1, 1477, s.l. Vermolsemen] |
- | 7 Bereyt: voorbereid |
- | 8 Sich...herbaren: zichzelf opnieuw baren, zich vernieuwen [WNT 6, 588, III] [zie ook r. 7] |
- | 9 Vooren: tevoren |
- | 10 Wesen: uiterlijk [WNT 25, II, 2200, 9] |
- | 11 Eyndich: uiteindelijk |
- | 13 Hier met: hiermee; Bethoont: toont |
- | 14 Eenicheyt: enigheid, uniciteit. Dit verwijst terug naar r. 2 (nimmer voet hy jongh). Eeuwicheyt kon ook, maar zo staat het niet gedrukt. |
- | 15 Bereyt: (voor)bereidt |
- | 15-16 Alsoo oock naer ons doot... ten Hemel in-ghetoghen: Zo ook houdt God voor ons (na onze dood) de eeuwigheid voor onze ziel (op het ogenblik dat ze naar de hemel wordt toegehaald) klaar. |
| |
Verklaring
- | 1 Recht: terecht |
- | 3 Lost: verlost |
| |
| |
| |
Ephes. IIII.
- | EPHES. IIII.: Brief aan de christenen van Efeze 4, 3-4 |
- | 1 Doen: als, wanneer; Ongheduerich: onrustig, tot onophoudelijke afwisseling geneigd [WNT 10, 1589, I, 1] |
| |
G9 r: S.S. Patres.
- | Ontlijft: sterft |
- | S.S. Patres: Sancti Patres, de kerkvaders (Heilige Vaders of Apostolische Vaders). Nauta verwijst naar verschillende andere bronnen over de Feniks, o.a. Lacantius’ verhandeling en Maerlants NNaturen Bloeme III (1323). [Sterck 1927 p. 762, 123; Nauta 1934, p. 30] |
- | 2 Houdt: hout; Verghadert: vergaart, verzamelt |
- | 3-4 Hem selven: zichzelf |
- | 8 Aen ’t selve: aan het zelfde (kruis) |
- | 10 Onlijdelick: niet aan lijden onderworpen, boven het lijden verheven [WNT 10, 1719, 2; Meertes 1983, p. 66]; Verheerlickt: de goddelijke volmaaktheid, hemelse gelukzaligheid en glans van de hoogste goddelijke luister deelachtig [WNT 19, 2439, 1] |
- | Een Salich LIICK: een zalig lijk (dood lichaam), zie G9 v: Een goet Leven maeckt een salich sterven. |
| |
G9 v: XXIV. Eenighen Voghel Phenix.
- | 3 Houtet: houd het (voor waar): enclisis |
- | 5 Zat: beu |
- | 8 Uytghejaecht: weggejaagd |
- | 10 Op ’t lest: op het laatst |
- | 11 Koemt: komt |
- | Verwint: overwint |
- | Stof: as |
| |
|
|