VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren

verantwoording

gebruikt exemplaar

eigen exemplaar dbnl

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren van Adriaen van de Venne uit 1632, in het proefschrift van Lucie Roobrouck uit 2001. Het proefschrift bestaat uit een Studie, Transcriptie, Editie en Bijlagen. De Studie is in deze digitale uitgave niet opgenomen. Deze digitale uitgave is gebaseerd op een door de editeur aangeleverd bestand.

 

redactionele ingrepen

Transcriptie, p. A1r: de kop ‘Transcriptie’ is tussen vierkante haken toegevoegd.

Editie, p. 1: de kop ‘Editie’ is tussen vierkante haken toegevoegd.

Bijlagen: in het origineel heeft een aantal woorden een gegolfde of gestippelde onderstreping, dit is in deze digitale uitgave niet weer te geven. De woorden met stippeltjes zijn hier in superscript weergegeven, en de woorden met gegolfde onderstreping zijn in subscript weergegeven.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (Transcriptie: π2, IV; Editie: π2, 66; Bijlagen: p. 38) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

Transcriptie

[pagina π1]

Katholieke Universiteit Leuven

Faculteit Letteren

 

Het Vvoudt van vvonderlicke Sinne-Fabulen der dieren van Adriaen van de Venne (Rotterdam, 1632) historisch gesitueerd en stilistisch geanalyseerd.

II. Transcriptie

Verhandeling ter verkrijging van de graad van Licentiaat in de Taal- en Letterkunde: Germaanse Talen, ingediend door Lucie ROOBROUCK

Promotor: Prof. dr. M. Van Vaeck

Leuven 2001

 

[pagina I]

Inhoud deel I

A. TRANSCRIPTIE

	Pagina
VVoudt van vvonderlicke Sinne-Fabulen der dieren - Adriaen van de Venne	A1r-G10r
Titelpagina	A1r
Voorrede van A. van Waesberghe	A2r-A2v
Voorrede van A. van de Venne	A3r-A4r
Den avthevr tot den leser	A4v
Voor-bereydinghe op de Sinne-Fabulen der dieren	B1r
Aen-sprake van het Tytel-beelt	B1v
Prent	B2r

 

I.	Van 't Paerdt, en de Zeughe	B2v
	Plvtarchvs	B3r
	Paerdt, en Zeughe	B3v
	Prent	B4r
II.	Van den Arent, en de Slack	B4v
	Cvspinanvs	B5r
	Arent, ende Sleck	B5v
	Prent	B6r
III.	Van den Leeu, ende van 't VVildt-Vercken	B6v
	Sabellicvs	B7r
	VVildt-Vercken, Leeu, en Gier	B7v
	Prent	B8r
IIII.	Van den Vos ende den Raven	B8v
	Dion.	C1r
	Vos, en de Raven	C1v
	Prent	C2r
V.	Van Iupiter, en 't Serpent	C2v
	Athenaevs	C3r
	Iupiter, en de Slanghe	C3v
	Prent	C4r
VI.	Van 't ongheladen Peert, ende den gheladen Ezel	C4v
	Svetonivs	C5r
	Ongheladen Peert, en den gheladen Ezel	C5v
	Prent	C6r
VII.	Van de Huys-Rat, ende Oegster	C6v
	Athenaevs	C7r
	Huys-Rat, en Oegster	C7v
	Prent	C8r

 

 

[pagina II]

VIII.	Van 't Peerdt, ende den Ezel met hout gheladen	C8v
	Stobaevs	D1r
	Paert, en de Ezel met hout beladen	D1v
	Prent	D2r
IX.	Vanden Boer, ende den Satyr	D2v
	Sabellicvs	D3r
	Boer, en Satyr	D3v
	Prent	D4r
X.	Van 't Serpent Basiliscus, en van het VVeselken	D4v
	Ivstinvs	D5r
	VVeselken, en 't Serpent Baselisco	D5v
	Prent	D6r
XI.	Vanden Leeuvv, ende het Peert	D6v
	Sabellicvs	D7r
	Leuvv, en Paerdt	D7v
	Prent	D8r
XII.	Vanden leughenachtighen Herder	D8v
	Manvtivs	E1r
	Leughenachtighen Herder	E1v
	Prent	E2r
XIII.	Vanden Esel, ende vanden Haes	E2v
	Coelivs	E3r
	Van den Ezel, en de Haes	E3v
	Prent	E4r
XIV.	Den strijt vande viervoetige Dieren, en de Vogelen	E4v
	Aelianvs	E5r
	Den strijt vande viervoetige Dieren, tegen de Vogelen	E5v
	Prent	E6r
XV.	Vanden Olyphant, ende den Draeck	E6v
	Carionis	E7r
	Olyphant, en Draeck	E7v
	Prent	E8r
XVI.	Van den ouden Oyevaer	E8v
	Valerivs Maximvs	F1r
	Ouden Oyevaer	F1v
	Prent	F2r
XVII.	Vanden Cameleon	F2v
	Probvs	F3r
	Van de Cameleon	F3v
	Prent	F4r

 

 

[pagina III]

XVIII.	Iupiter, en de Honich-Bye	F4v
	Lvcae Cap. 9.5	F5r
	Iupiter, en de Honich-Bye	F5v
	Prent	F6r
XIX.	Van de Pauvv, en de Nachtegael	F6v
	In Adagiis	F7r
	Pauw, en de Nachtegael	F7v
	Prent	F8r
XX.	Van den Leeuvv, ende van de Muys	F8v
	Egnativs	G1r
	Leeuvv, en de Muys	G1v
	Prent	G2r
XXI.	Vande Vlieghe, en de Miere	G2v
	Cvspinianvs	G3r
	Vlieghe, en de Miere	G3v
	Prent	G4r
XXII.	Vanden Hont, ende van 't Schaep	G4v
	Sallvstivs	G5r
	Hont, en Schaep	G5v
	Prent	G6r
XXIII.	Vanden Ezel gheladen met Spijs	G6v
	Sabellicvs	G7r
	Gheladen Ezel met spijs	G7v
	Prent	G8r
XXIV.	Vanden eenighen voghel Phenix	G8v
	S.S. Patres	G9r
	Eenighen Voghel Phenix	G9v
	Prent	G10r
De correcte prent bij XV., E8r

 

B. BIJLAGEN

BIJLAGE 1:	STEMMA VAN DE FILIATIE VAN DE DENE TOT VAN DE VENNE	1
BIJLAGE 2:	TITELS VAN FABELBUNDELS CHRONOLOGISCH	2
BIJLAGE 3:	TEKSTEN UIT HET BEWERKINGSONDERZOEK	3-37

 

 

Editie

[pagina π1]

Katholieke Universiteit Leuven

Faculteit Letteren

 

Het VVoudt van vvonderlicke Sinne-Fabulen der dieren van Adriaen van de Venne (Rotterdam, 1632) historisch gesitueerd en stilistisch geanalyseerd.

III. Editie

Verhandeling ter verkrijging van de graad van Licentiaat in de Taal- en Letterkunde: Germaanse Talen, ingediend door Lucie ROOBROUCK

Promotor: Prof. dr. M. Van Vaeck

Leuven 2001