veld.
Ik hoorde zacht gepraat en toen opeens, hoog opklinkend, het lachen van de dienstbode, in ieder geval: het lachen van een vrouw en wie zou het anders kunnen zijn in het vrijgezellenhuis van de dominee.
Toen hoorde ik gekraak en het geluid van dichterbij komende stappen en ik drukte me zo ver mogelijk tegen de muur aan, achter een hoog spichtig bosje.
Ik zag de vrouw over het gras naar de schuur toelopen en achter haar de dominee, die ik eerst niet herkende.
Hij liep langzamer dan de vrouw door zijn broek, die op zijn enkels hing en zijn dunne witte benen bewogen moeilijk in de richting van de schuur, waar de vrouw lachend wachtte.
De man stond nu bij haar en zijn hand rukte aan haar blouse, die uiteenweek en ik zag een stroom van trillende borsten in het licht, dat door de tuindeuren naar buiten scheen.
De vrouw bukte zich even en zij tilde haar rok omhoog en voordat ik besefte, wat er gebeurde, hoorde ik de dominee met een korte lach de vrouw beetpakken en de minuten, die volgden waren gevuld met grote glanzende billen, die ritmisch heen en weer bewogen en het gesmoord hijgen van de vrouw, die haar bruine handen om de rug van de man had geslagen.
Ik probeerde niet te kijken, maar als ik mijn ogen dichtdeed, zag ik ze toch tegen de muur van de schuur staan en hoorde ik het doffe bonzen van hun lichamen en toen de vrouw opeens begon te roepen, heel hoog en licht, draaide ik me om en rende ik over het grintpad naar de weg. Ik hoorde de dominee hard vloeken en iemand, waarschijnlijk de vrouw, rende naar de zijkant van het huis.
Even zag ik haar op het grintpad staan, toen ik zelf al op de weg was en naar het huis keek.
Buiten adem kwam ik thuis, waar ik voor de keukendeur bleef staan, tot het ergste zweet van mijn voorhoofd weg was.
Toen ik de kamer binnenkwam, keek mijn moeder op.
‘Wat zie je rood,’ zei ze, maar ze luisterde niet naar mijn antwoord en