kel, omdat het bericht op een leugen berustte. Ik beloofde hem dat ik het onderzoeken zou en dan rectificeeren als het onjuist was. Ik belde daartoe den Burgemeester van Axel, den Heer P. Smallegange op, die zeide, dat hij dit bericht had gekregen van een n.s.b. lid uit Axel. Hij was bereid met hem te spreken en dit te onderzoeken. Ik zeide dat het billijk was om de marechaussee bij dit gesprek toe te laten en dat ik van hem een rapport verwachtte. Dit gebeurde en het bleek toen, dat het bericht uit den duim gezogen was. Ik heb toen openlijk in de z.s. deze grove fout willen herstellen en schreef een tamelijk scherpe rectificatie, waarin ik verzocht om eerst iets te onderzoeken voor men tot publicatie overgaat. Dit bericht is door Dekker geweigerd en zoo misvormd dat het nog scheen of de politie schuld had. Ik heb daartegen geprotesteerd, doch dit hielp niet, daar Dekker de leiding had en mij dit ook herhaaldelijk deed voelen.
Er werden derhalve vaak berichten en artikelen in de z.s. geplaatst, die buiten mijn medeweten waren gelanceerd, terwijl ook vaak een artikel uit Vova door Dekker werd geplaatst, geheel buiten mijn medeweten, soms op het laatste moment voor de opmaak, waardoor andere copie moest wijken. Dekker had m.i. op zijn beurt te gehoorzamen aan wat men te Utrecht decreteerde.
Ik zelf was niet op ‘Vova’ geabonneerd. Ook nam hij teekeningen uit Vova over. Ik maak bij deze U er op attent dat ik geen lid was van het Persgilde, geen instructies daarvan ontving en ook geen perskaart bezat. Derhalve kon ik ook nooit, volgens de reglementen der n.s.b. afdeeling Pers verantwoordelijk zijn voor de inhoud. Deze verantwoording droeg de provinciale leider der n.s.b., welke weer zelve verantwoording moest afleggen aan de hoofdleiding.
Toen de conflicten met den Heer Dekker en de n.s.b. steeds grooter werden beklaagde ik mij daarover schriftelijk en mondeling.
Ik kreeg f 50.- per maand vergoeding voor mijn werk, waarvan ik nog zelf n.b. de onkosten van reizen naar Goes en elders moest betalen. In feite verdiende ik niets. Ook kreeg ik niet mijn verblijfkosten vergoed. Alles was bij die f 50.- per maand inbegrepen, ook papier en schrijfbehoeften enz. enz. Ik had het tamelijk druk, daar ik vele bezoeken kreeg van allerlei niet n.s.b.- ers met berichten, verhalen, bijdragen etc. en mij een groote voorraad copie dagelijks bezorgd werd.
Ik vroeg derhalve hulp, een secretaresse of typiste, maar Dekker heeft dit geweigerd. Hij was ook woedend, omdat ik bij allerlei snert-bijeenkomsten der n.s.b. weigerde te komen. Een ernstig conflict ontstond, toen ik niet aanwezig was bij de begrafenis van enkele w.a. leden, die omgekomen waren bij een bombardement op Vlissingen.
Ik had in dien tijd geen vaste bron van inkomsten, zooals andere n.s.b. leden, heb die ook nooit gehad. Het conflict eindigde tenslotte in mijn ontslagaanvrage. Dekker heeft mij niet in de z.s. bedankt voor mijn arbeid, noch de n.s.b. zelve.