Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
(1931)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekend
[pagina 279]
| |
Hoe die Artoys te Vlaendrenwaerd trect ende hoe mijn her Gi Winendale belect .xix.In desen tiden dat dit gesciede,
1280[regelnummer]
So hadde vergadert vele liede
Die grave van Artoys, in Vrancrike,
Om te comen geweldelike
Op Vlaendren, ende dat onder te doene.Ga naar margenoot+
Ende binnen desen sclven ocsoene
1285[regelnummer]
Voer mijn her Gi te Winendale,Ga naar voetnoot1285
Daer te belecgen menigen Wale
Dire vans coninc halven in lagen.
Ende doen si dit van binnen sagen,Ga naar margenoot+
Dattie van Bruege op hem quamen,
1290[regelnummer]
Gingense te hant al omme cramen,
Ende hem te stormen waerd gereiden,
Ende leiden vaste in die hameiden.
Daer was geworpen menich steen,Ga naar margenoot+
Wel .iii. weken al achtereen
1295[regelnummer]
Was daer voren dus gelegen.
Daerna was hem opgedregen,
Ende waren alle opgenomen,
Die in genaden wilden comen,Ga naar margenoot+
Sonder .i., die werd albloet
1300[regelnummer]
In sinen roc geslegen doet.
| |
[pagina 280]
| |
Dit was die scoutheit van Thorout.
Ga naar margenoot+ Hi was opten coninc al te stout
Ende was leitsman vanden Fransoysen,Ga naar margenoot+
Hierom quam hi in dese noysen.
1305[regelnummer]
Dus was Winendale gewonnen.Ga naar voetnoot1305
Daer quam doe menich ingeronnen,
Wel gewapent, met goeden platen.
Men ondede daer alle die gatenGa naar margenoot+
Entie wikette, entie porten.
1310[regelnummer]
Doen dit vernamen die Ypersse roten,
Sendense hem .xiiii. gerede
Om op te dragene daer haer stede,
Entie slotel sendense met.Ga naar margenoot+
Her Gy geboet doen ongelet,
1315[regelnummer]
Dat alle diegene die daer waren,
Met hem tYpre souden varen.
Hi dede Winendale besetten,
Entie van Ypre, sonder letten,Ga naar margenoot+
Daden die porte al op saen,
1320[regelnummer]
Ende hebben blidelike ontfaen.
Hierna cort werd hem geseit
Dat Cortrike waer beleit.
Doen dedi gebieden herevardGa naar margenoot+
Dapperlike te Cortrikeward
1325[regelnummer]
Te wederstane die Fransoyse
| |
[pagina 281]
| |
Die daer liegen met Artoyse.Ga naar voetnoot1326
Dit was tbegin vander stride,
Daer menich sint om was onblide.Ga naar margenoot+
|
|