25 minneliederen(1977)–Hendrik van Veldeke– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] XXIV Alse die vogele blidelike Der scone somer geit ons ane Alse die vogele blidelikeGa naar voetnoot1Ga naar margenoot+ singende den somer entfaenGa naar voetnoot2 ende der walt is louves rikeGa naar voetnoot3 ende die bloemen scone staen,Ga naar voetnoot4 5[regelnummer] so is der winter al vergaen.Ga naar voetnoot5 recht is dat ich dare wikeGa naar voetnoot6 da miin herte stadelikeGa naar voetnoot7 van minnen ie was onderdaen.Ga naar voetnoot8 Der scone somer geit ons ane,Ga naar voetnoot1Ga naar margenoot+ des is vele manech vogel blide,Ga naar voetnoot2 want sie vrouwen sich te strideGa naar voetnoot3 den sconen tiit vele wale te entfane.Ga naar voetnoot4 5[regelnummer] recht is jaerlanc dat der hareGa naar voetnoot5 wenke den vele suten winden:Ga naar voetnoot6 ich bin worden wale gewareGa naar voetnoot7 nouwes louves ane der linden.Ga naar voetnoot8 voetnoot1 wanneer de vogeltjes vol blijdschap margenoot+ 65,28 voetnoot2 met hun liedjes de zomer begroeten voetnoot3 en het bos één en al loof is voetnoot4 en de bloemen een kleurrijk tapijt vormen voetnoot5 dan is het leed van de winter totaal geleden voetnoot6 het is volkomen juist dat ik mij daarheen begeef (en onderdanig ben) voetnoot7 waar mijn hart standvastig en aldoor voetnoot8 onderworpen was aan de Minne voetnoot1 De heerlijke zomer is aangebroken margenoot+ 66,1 voetnoot2 dientengevolge zijn veel vogels blijgestemd voetnoot3 want ze verheugen zich om strijd voetnoot4 teneinde het fijne jaargetij feestelijk te begroeten voetnoot5 't is normaal, dat in dit seizoen de arend, cf. Jef Notermans, H.v. Veldeken en de Adelaar (Aquila), Wetensch. Tijdingen, Gent 1973, 32e jg., 115-120 voetnoot6 de zachte, zoele zuidenwind uitnodigt voetnoot7 onmiskenbaar toont zich aan mijn oog voetnoot8 nieuw gebladerte aan de lindebonnen Vorige Volgende