25 minneliederen

[p. 30]

IX
Got sende here te moede

Got sende here te moede¹⁺
dat sie et meine te goede,²
want ich vele gerne behoede³
dat ich here spreke iet leide⁴
ende immer van here gescheide.⁵
mich binden vaste die eide,⁶⁺
minne ende trouwe beide:⁷
des vorchte ich sie alse dat kint die roede.⁸

1 God verlichte haar binnenste zo

+ 63,20

2 Dat zij een en al welwillendheid moge wezen

3 Tot iedere prijs wil ik immers voorkomen

4 Dat ik woorden tot haar richt die pijnlijk zijn (krenkend)

5 Een scheiding teweeg zouden kunnen brengen

6 Door dure eden voel ik mij met haar verbonden

+ 63,25

7 Zowel banden van trouw als van liefde

8 Derhalve ben ik voor haar beducht zoals een kind voor de roede. (De lezer ziet de twinkeling in de ogen van de humoristische Veldeken)