25 minneliederen
(1977)–Hendrik van Veldeke– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
I
| |
[pagina 18]
| |
noch dan vorchte ich heren toren.Ga naar voetnoot18
Al te hoge gérende minneGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
brachte mich al uut den sinne.Ga naar voetnoot20Ga naar margenoot+
doe ich here ougen ende montGa naar voetnoot21
sach so wale staen ende here kinne,Ga naar voetnoot22
doe wart mich dat herte binnenGa naar voetnoot23
van so soeter dompheit wont,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
dat mich wiisheit ware onkont.Ga naar voetnoot25Ga naar margenoot+
des bin ich wale worden inneGa naar voetnoot26
bit scaden sint te maneger stont.Ga naar voetnoot27
Dat quade wort het si verwatenGa naar voetnoot28Ga naar margenoot+
dat ich niene konde laten,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
doe mich bedrouch miin dombe waen.Ga naar voetnoot30
der ich gérende uter maten,Ga naar voetnoot31
ich bat here in der caritatenGa naar voetnoot32
dat sie mich moeste al ombevaen.Ga naar voetnoot33
so vele ne hadde ich niet gedaenGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
dat sie ein wenech uter stratenGa naar voetnoot35
dore mich te onrechte wolde staen.Ga naar voetnoot36Ga naar margenoot+
|
|