Aan de Groten die de Kleinen leiden!
'n Kwajongensmus en 'n preutse pauw leveren in dit spelletje 't konflikt. Daarrond de fantasie van honderd andere dingen.
Er worden geweldig-geleerde boeken geschreven over pedagogiek. M'n angstig respekt daarvoor!
Maar in hoever wordt er rekening gehouden met de verbeeldingsrijkdom die in elk kind, als het heerlikst element van z'n ontwakend begrip, te wachten ligt op de zó verlangde evokasie? We zetten broerke - drie oud - 'n bril op de neus. Wij lachen; 't kind niet. 't Vindt er werkelik niets plezierigs in en beseft gelukkiglik evenmin dat wij ons tegenover hem idioot aanstellen. Zó vaart gewoonlik onze averechtse fantazie!
In onze materietijd zijn we niet sensitief genoeg om de fijne broze kinderpsyche aan te voelen in 'r subtiele roerselen.
Dààrin zijn de groten de minderen van de kleinen. De redeneerwereld doodt het spontane. Rimpels in 't voorhoofd. Ons denken wordt oud. En indien de toekomst - geschat naar 'n makkelike pronostiek - aan 't kind-van-heden minstens even zware zorgen als ónze huidige voorbehoudt, moeten we dit kind, zoolang het nog kind zijn zal, in 't onbegrensde rijk der fantazie binnenleiden, opdat 't later (wanneer broerke misschien de bril dragen moet!) de herinnering aan z'n mooie jeugd met zich voere als 'n zegen voor gans z'n verdere leven. Waar wij reeds slaven geworden zijn van allerlei konvensies, is 't kind de vrije blije koning!
Zo dan: kinderlektuur en kindertoneel. Beiden reiken, voor het kind naar geestelike ontspanning en ontwikkeling. En modern (kinder-) toneel beoogt zelfs lichamelike kultuur... 'n Leesboek (met prentjes asjeblief!) zal Jan verslinden zo er in gerakkerd wordt, Mieke zo er tere dingen in verhaald zijn. Beiden bouwen de lektuur om tot werkelikheid. Nu is de vraag: Kunnen toneel en lektuur niet verenigd? 'n Eenvoudige vormfuzie. De lektuur doet, zonder waardeverlies, afstand van enige woordballast, en toneel geeft meteen de leidraad om het verhaal om te zetten in ‘praktijk’. Na lezing van de mussenfratsen, in voornoemde vorm beschreven, dragen we - en ook het kind - de duidelike wakker-geroepen fantazie! Dekortjes, plunjes, zang, spel en dans, alles groeit spontaan. In kindertoneelmiddens wordt 't verhaal gemonteerd naar 't peil van het hoog te houden prestige; in de huiskring gaat 't er op los met moeder's rekwizieten en dubbel-gespannen verbeelding. Er komt leven! leven! Dàt behoeft het kind tussen studie en tucht door! Niet het leven-in-blikjes, maar 't leven in de zon! De zon van Gods genade, de zon van ons mild wijd-open hart!
Lotje, nu is 't jouw beurt.
A.v.d.V.