Bijlage XIII.
Bij publicatie vernietinge van alle resolutien en placcaten genomen en gearresteert op onbetamelijke aendrang van persoonen sig qualificerende Gecommitteerden der gemeentens van Landen en Steden deser Prov. en sig aenmatigende een authoriteyt verre te boven gaende de permissie en versoek, bij publicatie van den 1 Juny 1748 gedaen, om behoorlijk eenige beswaernissen, die se mogten hebben, aentegeven, en onderwijlen de ruste te helpen bevorderen, en die in plaets van het selve de onrust hebben gecoestert, door het uitbraken van ongehoorde lasteringen tegens de regeringe, haere wettige overheden, en een vuir in de gemoederen ontstoken, dat hier en daer reeds in volle vlamme is uitgebarsten, en geduirende een geruimen tijt yder hunner heeft onseker doen sijn van sijn persoon, huisen en goederen, en daer te boven alle hunne versoeken verselt met uitdrukkingen te kennen gevende dreygementen, van oproer, van verwoestinge, van bloedbad, tegens haere wettige souverainen, soo deselve niet op staende voet, of binnen een soo corte tijt, die men bijna nodig had om se te leesen, de voorgestelde pointen soo se lagen sonder de minste bedenkinge te approberen, en aenstonts eer se conden gedrukt werden alhier ter puye van 't Stadshuis te laten publiceren, saeken en daeden van verren uitsigte, en 't eenemael benemende de vrije deliberatien van den Souverain, en daerom moetende werden gehouden als afgedrongen door gewelt of vreese voor gewelt.
Weshalven deselve alsoo moeten werden verclaert, en daerom geannulleert en gehouden als niet gedaen,
En op nieuw bij rijpe en vrije deliberatie, en na behoorlijke examinatie van tijden en omstandigheden, door de Staten voltallig vergadert is goedgevonden te verclaeren en te arresteren
1. | dat een algemeene afschaffinge sal werden gearresteert van alle havenpagten, gemael, bestiael, turf en brand, schoenen en muilen, aenvang genomen hebbende met den 1 Juny 1748, en dat tot die tijt toe en langer niet de ingesetenen sullen verpligt sijn haere gedaene aengevingen te betalen,
dat mede de verpagtinge en middelen der 5 spetien sullen cesseren met Mey 1748 aenvang genomen hebbende, en tot soo verre de betalinge sal moeten geschieden; |