13 Putter, glanskoevogel
Molothrus bonariensis
De volwassen mannetjes zijn glanzend purperachtig zwart, vrouwtjes en jonge mannetjes grijsbruin. Lengte 22 cm, de vrouwtjes zijn iets kleiner. Putters komen talrijk voor in de lagere streken, vooral in de buurt van rijstvelden. Maar we zien ze ook regelmatig midden in de stad. Ze trekken snel en laag bij de grond om tussen het gras naar voedsel te zoeken dat bestaat uit insecten en zaden.
De mannetjes worden nog al eens als kooivogel gehouden vanwege hun aangenaam helder fluitend gezang en fraaie kleur. De wijfjes daarentegen zijn zeer stil, vooral tijdens het broedseizoen als ze op zoek zijn naar slachtoffers. Ze leggen hun eieren namelijk in nesten van andere soorten en laten die ze uitbroeden en grootbrengen. In de stad zien we dat daarvoor meestal nesten van gadofowru worden gebruikt. De grotere jonge putter werkt de eieren of jonge vogels van zijn pleegouders daarna uit het nest. Die hebben hun handen vol aan het voeden van de veel grotere gulzige jonge putter.