verdachten als er geen tolk beschikbaar is vaak door middel van gebarentaal. Voor het opmaken van een betrouwbaar proces-verbaal niet zo'n daverend geslaagde gang van zaken, maar het wordt wat al te dol wanneer ook op de terechtzitting geen tolk aanwezig is en de officier zegt tot de politierechter: ‘Och, misschien kan het ook wel zonder; op het politiebureau hebben ze hem ook in het Nederlands verhoord.’ Dat kan best waar zijn, maar waar het om gaat is of de verdachte (in dit geval een Turk, die nog maar kort in ons land woonde), dat Nederlands ook had verstaan.
Door het gebrek aan cellen en de daaruit voortvloeiende achterstand bij de ten uitvoerlegging van vrijheidsstraffen doet het zich herhaaldelijk voor, dat iemand opnieuw voor een delict in de rechtszaal verschijnt terwijl hij de straf voor zijn vorige overtreding nog niet heeft uitgezeten. Er zijn zelfs verdachten, die dan nog twee of drie vonnissen moeten ondergaan; soms weten zij zelf niet meer - dat blijkt uit hun antwoorden op betreffende vragen van de rechter - hoeveel gevangenisstraf zij nog ‘te goed hebben’. Een al vele malen wegens drugsbezit veroordeelde jongeman werd in de gevangenis opgesloten om een straf te ondergaan, welke hij naar later bleek al had uitgezeten. De administratie was dit ontgaan en hijzelf dacht, dat het om een later gepleegde diefstal ging. Zijn advocaat die het ontdekte had geen eis tot schadeloosstelling ingediend. Op mijn vraag waarom niet antwoordde hij: ‘Dan had hij zesduizend gulden gekregen... zoveel geld in handen van een junk... is dat in het belang van mijn cliënt? Nee, laat dan de Staat der Nederlanden dat geld maar houden!’ Tja, zo kun je het ook bekijken. Aan de andere kant... een burger, die tweemaal voor hetzelfde feit achter de tralies verdwijnt zonder dat iemand binnen het justitiële apparaat van de Staat der Nederlanden dit merkt blijft toch een verdomd kwalijke zaak.
Maar zulke incidenten vormen toch niet de enige oorzaak waardoor het in de rechtsgang op geen stukken na gaat zoals het eigenlijk zou moeten. Het in deze bundel geschetste falen van rechters, officieren van justitie en advocaten wordt als vanouds in sterke mate mede bepaald door eigengereidheid, onbegrip, geestelijke luiheid en arrogantie. Nee, het zit niet alleen in de geringe efficiency van het justitiële apparaat; je kunt ook niet alle ellende toeschrijven aan de bezuinigingen in het kader van het no-nonsense beleid van de huidige regering. In een uitzending van het televisieprogramma ‘Het Capitool’ heeft de Haagse advocaat Gerard Spong de minister van justitie Korthals Altes een ‘ramp voor de rechtspleging’ genoemd. Een kwalificatie