Zinne-beelden, oft Adams appel(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] 't Veertichste zinne-beeldt. Stemme: C'est trop courir les aeux. HOe suyverlijker wit, Hoe eerder dat het smit, Sie hoe de Silv're Maan bepeirrelt met geftart, Van een soo kleyne wolk of damp verduystert wart. Soo treffelijk als te'er, Is d'onbesprooken eer, Gelijk de blanke sneeuw besoetelt door het stof, Soo dooft de qua verselling d'eerbaar glans en lof. Als 't wit gewolde Lam, Dat sich versellen quam, By 't modderige Swijn die 't smeerde met syn slijk, Tot dat het vreedsaam dier het Varken wierdt gelijk. Wie quaat geselschap kiest, 'Te licht syn eer verliest, [pagina 205] [p. 205] Schoon hy en is niet als daar hy meede' omme-gaat, Nochtans wert hy berucht bevlekt deur anders daat. De jonge onnoselheyt, Werdt haastelijk verleyt, Deur die, die abelijk de boevery bekleedt, En alle guytery verbloemt, en kluchten heer. De geesticheyt in 't boos, Ciert vaak het goddeloos, Soo aardichlijk in 't oogh en angenaam in 't oor, Dat deughde raakt in 't wilt, en d'eere buyten 't spoor. Wie by een lichtemis, Dat eenen Bachus is, Verselt, en schoon hy sober nucht'ren is van aart, Wert als syn mede maat een dronken fun vermaart: Of soo hem jemant toogh, By 't lodder Venus oogh, En worde onnoselijk in 't vuyl bordeel gelokt, Al bleef hy noch soo kuysch, syn eere waar bepokt. Of gaatmen over-straat. Des nachts of 's avondts laat, Met sulke, die moet-wil, of fieltery bedrijft, d' Onschuldige men vaak de meeste schuldt toe-schrijft. [pagina 206] [p. 206] Hoe mennigh deftich quant, Verviel in 's Rechters handt, Om dat hy by-geval het quaade was omtrent De welke' onnosel wiert in goet of bloedt geschent. Te vaak is wel beschreyt, Op 't droef Tonneel geleyt, Die deur verleyding van de Beul haar straffe le'en, En leerden jeder dan, het gunt sy nooyt en de'en. Dit is te veel gebeurt, Beweent, beklaaght, betreurt, Dies schaf (wie dat ghy zijt) het quaat geselschap af, Of u naakt scha of schandt, of wettelijke straf. Hoe suyverlijker wit, Hoe eerder dat het smit, Sie hoe de Silv're Maan bepeirrelt met gestart. Van een soo kleyne wolk of damp verduystert wart. Vorige Volgende