Zinne-beelden, oft Adams appel(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] 't Vijf-en-tvvintichste zinne-beeldt. Stemme: Wat heeft ons Hart een vreucht. Of te Mey als al de Vooghelen &c. 't RYmt sonder dicht, het sticht, en leerdt, Dat eender, die sich voeldt verheerdt, Verswelgen moet syn lyden, En duldigh kroppen 'tgunt hem deert, Om slimmer te vermyden. Wanneer een Vorst door wrevel-moedt Ontneemt syn onderdaenen 'tgoedt, Wat raadt? als schonders trecken, Want soo-men jets daar tegen doet, Sal't duhbel schae verwecken. Soo grooten cans tegen-weer Gelijk den Ram heeft met den Beer Of met den Leeuw in't vechten, Heeft by, die wil met synnen Heer, Of synne rechters rechten. [pagina 113] [p. 113] Maar vaak de Pars deur swangerherydt, Van't leet dat op het Harte leydt, (Omdat gheen recht mach gelden,) De Tong te langhen bot bereyt, En wreekt met wrevel schelden. En soo deese' onverdulde praat, (Die door verdriet ten Monde' uyt gaat,) Syn Heere comt ter ooren, Soo isser tienmaal meerder quaat Voor d'onderdaan gebooren. Een vonkxken sonder voedtsel dooft, Maar an-gestookt het sich vergrooft, Tot hoogh verheven vlammen, Heeft u misdaan u over-hooft, Soo veynst in u vergrammen. Wie kenter d'eer-zucht van een Prins? Het vet dryft boven allesins, Wie derf daar teghen streeven? Daar teghen streeven is te kins 'tIs waagen goedt of leeven. Ook ist wel memighmaal gheschiedt, Dat eender, die hy dee verdriet Het selve gingh herdenken, En salfdent nader-handt met jet, Of boeten't met gheschenken. [pagina 114] [p. 114] Wie synnen Heere daaght voor recht, Die is gelijk een sotten knecht, Wien dat de Doornen steeken, En met de vuyst daar tegen vecht, Om sich alsoote wreken. Gelijk de Baaren vander Zee, Sich slaan opeene clip ontwe, Gequetst te rugge vloonten, Soo gaatêt de geringhe me, In't kanten met de grooten. Een Vorst is als een style Rots', Waar op dat alle recht of'trots, Geschendt moet weder keeren, Dies hanght u zaak an't oordeel Godts, Daar pleytmen met de Heeren. 'tRijmt sonder dicht het sticht en leert. Dat eender die sich voelt verheert Verswelgen moet syn lyden, En duldigh kroppen 'tgunt hem deert, Om slimmer te vermijden. Vorige Volgende