Zinne-beelden, oft Adams appel(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] 't Vier-en-twintichste zinne-beeldt. Stemme: Lof-zang Maria. GHelijck der vroeden spraak Geeft angenaam vermaak, En smaak in wijsheyts ooren, Soo is in tegen-deel Der sotten clap te veel, En walgelijck om hooren. Maer dat alsulken een, Sich speende vande reên, En synne tong koft hoede, En houden in beslot, Al waar hy noch soo sot, Men soud'er nau vermoeden, Gelijkmen ande vrucht, Door proeve geur en lucht, kent boomen ende kruyden, Soo kentmen eer jet lagh Door weynnigh omme-gangh Waan-wijse sotte luyden, Want een laat-dunkendt gek, Heeft meer-en-deel 'tgebrek, [pagina 107] [p. 107] Tesyn verwaendt in't kallen. 'tBegin lykt wat te sijn. Door op-gepronkte schyn, In't endt in niet met allen. Het gunt hy ergens las, Dat bregt hy vaak te pas, Daar't gansch met op sal passen, En geeft sich self den lof, Als dat in synnen Hof Dees blommen syn gevassen. Maar als een eerlijk Man, Hem anders duyden can, Meet treff'lijk tegen-weeren, De schaemt' hem dan verffomt, Als d'Exter die ontmomt, Word' van der Paeuwen veeren. De sulk', breght voorden Dagh. Jets dat hy hoorde of sagh. Wat abels na syn meenen, Van kindtse sotterny, Of broedtsche spotterny, Onwaardigh 'toor te leenen. Ook lacht hy int gemeen, Staegh om syn eygen reên, Of snoode narsche vraegen, Vermits den leeken klerk, Schept in syn eygen werk, Een over-groot behaeghen. Hy meldt syn eygen leet, Vaak eer hy't selve weet, [pagina 108] [p. 108] En raakt in ongenaade, Om dat syn los ghemoedt, Het quade keurt voor goedt, En't goede voor hetquaede. Of is; de sulke rijk, Soo sal hy staedelijk, Daar moedich van vertellen, En meteen Koekkoekx-liedt. Het gunt hy heeft of niet, 'tGehoor verdrietigh quellen. Hy looft syn waardicheyt Hy pryst syn aardicheyt, En roemt sich in het snakken Te syn van alles Baas, In't cort, alsulken Haas En is niet gaar gebakken, Gelijk der vroeden spraak, Geeft angenaam vermaak, En smaak in wijsheyts ooren, Soo is in tegen-deel Dersotten clap te veel, En walgelijk om hooren. Vorige Volgende