Zinne-beelden, oft Adams appel(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] 'tSeventhiende zinne-beeldt Stemme: Cupido geef my raedt &c. EEn wreek-lust baart de nyt, het wreeken een benouwe, En het benouwen vaak een al te laat berouwen, Hoe mennigh wreeker is in eygeen strik gestrikt? Mits dat de wraeke keert en op syn Meester mikt. Een harts-tocht is de wraak 'ken weet waar by te lyken, Die sieden doet 'tgebloedt, en alle reeden wyken, Die vleysch en zin verteert, en smooren doet de lust, En houdt een waekend' oogh, als al de werreldt rust. En maakt het wesen stuer, en't hooft vol Muyse-nesten, Gestadigh in gepeys, hoe dat hy mocht ten lesten, Met dees' of sulken plaagh, syn even-mensche schâen, Dies omtyts niet en weet te hebben jet mis-daan. 'tIs vaak door prang van spyt, of yver vande neering, Dat hem het harte knaeght en kankert dese teering, En laaght dan laagh op laagh, en treedt soo vroegh en spa, Syn slecht onlyd' lijk leet, met loode schoenen na, Dus knaaght hem syn gemoet maar weynig het Geweete, Tot dat hy op het lest eens komt tot syn vermeeten, En dat de lust gecoelt hem tot bedaeren voert, Dan is op and're wys, syn Ziele bet beroert. Dan Timm'ren hem int hooft de kloppende gedachten, Dan spruyten uytte mondt verduldeloose klachten, Dan volchter sucht op sucht dan rolter traan op traan, En sier het wett'lijk recht gestaedigh voor hem staan. [pagina 69] [p. 69] En soo hy heeft een vonk in syn gewist behouwen, Die sal an d'ander cant hem troosteloos benouwen, Daar hem een eewigh duir sal werden in vertoont, Int cort, de boose wraak syn eygen meester loont. Of soo de sulke laat door vreese sich te wreeken, Soo wert hy door de nyt staach in het hart gesteeken, En geeft hem prik op prik in't raesende gemoedt, 'Tguntstadigh swemt in gift en langs hoe meerder woedt. Dies hoe't een wraek-gier maekt, of wat hy gaat beginnen, Syn Raet is ydel ramp van buyten en van binnen. De wraak is syn bederf, en wreekt hy sich ook niet, Soo gaat hy en vergrimt in Godde loos verdriet. Een wreek-lust baart de nyt, het wreeken een benouwen, En het benouwen vaak een al te laat berouwen, Hoe mennigh wrecker is in eygen strik gestrikt, Mits dat de wraeke keert en op syn Meester mikt. Vorige Volgende