18
Ieder moment gaat het zo: de rust is niet meer in de huizen waar wij komen. De moeder weet het en huilt. De vader zwijgt en Donna wordt zwaarder, - of denkt dit (ik weet op het moment, 10 maanden voor alles, later blijkt dit een schijnbevruchting, een nacht zonder wind (- de duisternis overheerst door het zwijgen, het praten -) en schuiven de dagen doorzichtig over elkaar: was dat vrijdag, of later: de dag na het feest, qualité supérieure, doit être servi très frais, of dinsdag? en komt er weer een vreemde vlieger met kauwgum en een plat gezicht en even later kus ik je voor de eerste keer). Wanneer we in een bekend huis zijn, - met bekende mensen, want anders: - is er dreiging, een koepel gespannen en altijd wachten we tevergeefs, iedere keer blijkt er weer (enkele straten hier vandaan, ik kwam juist van de bakker) een ongeluk gebeurd te zijn. Alleen Esopae lijdt zichtbaar, vooral nu het zoeken door het hele land is gestaakt en ook deze hoop is gestorven (zonder bloed en zonder uiterst steriel gaas: nee mevrouw, alleen zeer bona fide, maar mevrouw, wat denkt u wel) en ook slaan blijkt niet te helpen. De vader, de Vorst - vurig geweest - wakkert met handgebaren aan. Ook de tweelingen spelen en stoken en praten onopvallend, - onopvallend als Esopae luistert, alleen als