7 duiveltjes die snel in de donkere grond kruipen... Naast de goudkorrels op het rotsblokje zitten onder de helblauwe hemel 2 mannen in de schaduw van een huisje 11 palmbomen hoog op een steile platte berg aan de zeerand vaak in wolken.
Dit is Jezus' laatste geld. In weinig tijd verdween het goud als hand zand in woestijn, drol in kloosterbeerput. Hiervan had de jongen zoiets als een kwart jaar gedacht te leven in dure steden...
Maar als de wilde huisontwerper smorgens vroeg aankomt met een mandje vis, en met de jongen naar het dorp vertrekt om wat uien te kopen, stroomt het geld naar iedereen op hun weg.
De man zegt, Doe gunsten! Dit is goed! Doe veel gunsten!
Alle mensen hier kunnen allereerste gunst van voedsel gebruiken...
Dus hier wordt wat meer gekocht, maar die handelaars niet overgeslagen, tot ook die dag weer een zingende groep mannen en vrouwen met kinderen rond muzikanten en met voedsel beladen ezels de berg optrekt om rond het huisje te feesten zonder zorgen. Dansen, eten en muziek maken - en overal rondom lachende gezichten...
Ai-ai-ai! Ai-aiiii-iiiiiiiii!
Jezus laat geld totaal onverschillig gaan.
Altijd leefde hij met geld en kocht en ging waar hij wilde.
In zijn werelddeeltje alles gezien en van alles eentonig en in pieken genoten, maakt bezit van geld de